Pleegouders Sonja Derwael en Ralph Willems hebben veel liefde voor hun twee pleegdochters. © Pleegzorg Vlaanderen

‘Ik heb collega’s die niet begrijpen dat we liefde kunnen geven aan andermans kinderen,’ zegt pleegmoeder Sonja Derwael. ‘Maar zonder Pleegzorg Limburg zouden wij geen kinderen hebben om voor te zorgen.’  Ondertussen wonen er al bijna vijf jaar twee pleegzusjes bij Derwael en haar vriend Ralph Willems.

“De meisjes hebben een bruin kleurtje van het verven”, lacht pleegvader Ralph Willems. Hij koos samen met zijn vriendin Sonja Derwael om twee pleegzusjes op te vangen. Op latere leeftijd kreeg Derwael te horen dat ze geen biologische kinderen kon krijgen. Toch probeerden de twee zonder enig resultaat. ‘De verschillende pogingen waren een lijdensweg op zich”, bekent Derwael. “Het was emotioneel uitputtend. Daarna dachten we eraan om een kind te adopteren.’ Maar daar stond vriend Ralph Willems niet volledig achter. “Een adoptieprocedure duurt drie à vijf jaar. Ondertussen wonen de meisjes al vijf jaar bij ons.” Het lange traject van adoptie gaf hen een slecht gevoel. Ook is het koppel niet gehuwd, waardoor een aantal adoptiebureaus hen uitsloten.

Poppenspel

“Op een dag zei mijn nagelstyliste dat ze een homokoppel met een pleegkind kende’, vertelt pleegmoeder Sonja Derwael. “Ze stelde me voor om eens met het koppel te praten. Dat deden we ook. Toen we buitenkwamen, keken Ralph en ik elkaar vol vreugde aan. Dit was waar we naar opzoek waren.” Kort erna begon het koppel stappen te ondernemen. Ze woonden een infoavond van Pleegzorg Limburg bij in Genk, waar ze formulieren kregen om in te vullen. “Alles ging enorm snel”, geeft Derwael toe.

“We kwamen in de selectieprocedure terecht. Ralph en ik hebben psychologische testen afgelegd in de vorm van gesprekken,” aldus Derwael. Die gesprekken zijn volgens het koppel cruciaal in de procedure. “Pleegzorg Limburg keerde ons binnenstebuiten,” zegt pleegvader Ralph Willems. “Natuurlijk deden ze dat in de positieve zin. Zo kijken ze welk kind bij je past aan de hand van de informatie die ze vergaren door de gesprekken.” De testen waren zeer uiteenlopend. ‘We hebben zelf met Playmobil gespeeld,” lacht Willems. “Elk poppetje stond symbool voor één van onze familieleden. Zo kwam de pleegzorgdienst meer te weten over onze achtergrond.”

Na de selectieronde heeft het koppel nog drie infoavonden bijgewoond in groepsverband. Twee medewerksters en drie stagiaires stonden in voor de begeleiding. “De stagiaires kregen de vraag voor welke pleegouders zij zouden kiezen als pleegkind. Ze wezen alle drie naar ons,” zegt Derwael trots. Aan het einde van het traject kreeg het koppel de vraag of ze eventueel twee pleegkinderen wilden opvangen. Nochtans gaven ze de voorkeur aan één kind. “Dat was wel even schrikken,” zegt Derwael. “We hebben namelijk geen ervaring met de opvoeding. Toch hebben we toegestemd. Daar hebben we geen seconde spijt van gehad.”

Geen gezichten

“Aanvankelijk wisten we weinig over de meisjes,” bekent Willems. “Pleegzorg gaf ons alleen hun voornaam en schetste kort hun achtergrond. We mochten zelfs geen foto van hen zien. Dat is om de meisjes te beschermen. We hadden namelijk nog de optie om ons terug te trekken.’ Daarna volgde een korte ontmoeting in de instelling waar ze toen verbleven. “De klik was er meteen,” zegt Derwael. “Ook waren we gerustgesteld, want in de instelling zaten ze goed.” Daar zouden de zusjes nog twee à drie maanden verblijven. Maar het afscheid werd steeds moeilijker. Daarom stelde pleegzorg de vraag of het koppel ze vroegtijdig konden opvangen. “Sinds de kinderen met ons in contact zijn gebracht, zijn ze echt open gebloeid,” zegt Derwael. “Het was voor hun ook een soort van ontdekkingsreis. Zo hadden ze nog nooit frieten gegeten. Het was toen een hele opgave om te kiezen wat voor vlees ze zouden eten”, lacht Derwael.

“Ook de meisjes zelf wisten in het begin niet zoveel over ons,” aldus Derwael. Toen de twee kinderen nog in de instelling zaten, kregen ze hun pleegouders voor het eerst te zien op een foto. ‘Als grafisch vormgever vond ik het leuk om een fotoboekje te maken”, zegt Derwael. “Daarin stonden foto’s van ons gezin, onze vrienden en onze familie. Ook plaatste ik op elke pagina een korte omschrijving. We hebben heel veel complimenten gekregen over het boekje, zowel van Pleegzorg Limburg als van de instelling.”

Pleegouders Sonja Derwael en Ralph Willems hebben veel liefde voor hun twee pleegdochters. © Pleegzorg Vlaanderen

Draden doorknippen

“Wij hebben bewust gekozen voor langdurige pleegzorg,” zegt Derwael. “Dat betekent dat de meisjes langer dan een jaar in dit pleeggezin wonen.” Waarschijnlijk blijven ze tot hun 18 jaar in het gezin wonen. Daarna mogen ze kiezen of ze alleen gaan wonen. Maar bij het horen van die zin knikt een van de meisjes overtuigend “nee”. Volgens de wet mogen Vlaamse pleegkinderen tot hun 21ste in hun pleeggezin blijven.

Bij die vorm van pleegzorg houden de kinderen in de mate van het mogelijke contact met de biologische ouders. Ook de pleegouders zelf staan in contact met hen. Zo zijn alle partijen aanwezig wanneer de pleegouders voor de jeugdrechter verschijnen. “Pleegzorg heeft mij gevraagd om een activiteit te organiseren als de biologische moeder langskomt,” zegt Derwael. “Dat is natuurlijk wel confronterend. Daarnaast vind ik niet dat het mijn taak is om de moeder te begeleiden. Het voelt dan alsof ik naast de kinderen een volwassen vrouw moet opvoeden.” Dat probleem heeft Derwael aangekaart bij Pleegzorg Limburg. Maar de hulp van Pleegzorg Limburg laat op dat vlak volgens de pleegmoeder aan de wensen over. “Nochtans proberen de pleegzorgbegeleiders van dienst te zorgen voor een goede begeleiding”, reageert woordvoerder van Pleegzorg Vlaanderen Jan Brocatus.

“We hebben nog een tijdje gedacht aan een derde kind. Maar dan komt er ook een tweede familie bij,” concludeert Derwael. “We kennen wel een gezin dat geen contact heeft met de familie. Dat weet je natuurlijk niet op voorhand,” zegt Willems. Ook merkt het koppel dat de kinderen belang hechten aan het contact met hun biologische familie. Dat hadden ze niet verwacht. “Tijdens de testen speelden we een spel met draden. Die konden we niet doorknippen”, zegt Derwael. “De begeleiders wilden ons tonen dat de bloedband er altijd zou blijven. Nu merken we dat pas.” De kans bestaat dat de biologische moeder vraagt of de zussen bij haar intrekken. Dat maakt ons wel bang,” geeft Derwael toe.

Rijpe karakters 

“Aan het oudste kind merk je dat ze wel een heftig verleden heeft,” zegt Derwael. “Pleegzorg waarschuwde ons dat de meisjes wat bagage met zich mee dragen. Die van de oudste is het grootst.” Beide ouders stellen vast dat de zusjes veel rijper in het leven staan. Zeker als het op inschatten en beleven aankomt. “Daarom spelen we openkaart over de situatie. De meisjes snappen dat wij hun pleegouders zijn.”

Op vlak van karakter zijn de pleegouders erg tevreden. “Onze vrienden zeggen weleens dat de twee onze natuurlijke kinderen hadden kunnen zijn,” lacht Derwael. Ook nemen ze veel gewoontes over van hen. “Papa leert de meisjes ‘slechte’ dingen, zoals droge grappen maken. Ik probeer hen op het goede pad te houden, zodat ik hun een mooie toekomst kan bieden.” 

“Een van de kindjes wierp zich op de grond als ze boos was. Ik heb haar geleerd om die agressie te beheersen en haar boosheid op een gepaste manier te uiten.” Voor de pleegmoeder is het dan ook een prioriteit om ervoor te zorgen dat de meisjes op het goede pad blijven. “Het blijkt dat pleegkinderen vaak in een negatieve cyclus terecht komen. Dat wil ik koste wat het kost vermijden.”

Unicum

“Ik heb heel veel collega’s die niet begrijpen dat we liefde kunnen geven aan deze kinderen,” bekent Derwael. “Het is uniek om een warm gezin te vormen met andermans kinderen. Maar we behandelen hen natuurlijk alsof het onze eigen kinderen zijn. Onze grote droom was namelijk om te zorgen voor kinderen en liefde met hen te delen. Als we pleegzorg niet hadden gehad, was dat niet mogelijk. Maar de klik moet er wel zijn om die liefde te ervaren.” Pleegvader Ralph vindt het vooral jammer dat veel mensen alleen de problemen van pleegzorg benadrukken. Volgens hem verdienen ook zij een warm nest. Ze hebben namelijk niet gekozen om in deze situatie terecht te komen.

“Pleegzorg organiseert minstens één keer per jaar een feest. Daar leer je andere pleeggezinnen kennen. Ook delen wij onze ervaringen met ouders die één of meerdere pleegkinderen willen opvangen,” zegt Willems. Zo probeert Pleegzorg Vlaanderen mensen warm te maken om pleegkinderen op te vangen. “Ik vind Week van de Pleegzorg zeker een leuk initiatief, omdat pleegzorg dan in de media komt. Het zet mensen aan het denken. Zo dachten we vorig jaar tijdens Week van de Pleegzorg om misschien een derde pleegkind te nemen.”

De pleegouders willen de pleegzussen een mooie toekomst bieden. Dat doen ze door een warm nest te voorzien voor de twee meisjes.


Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 15/11/2017
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Belang van Limburg op 15/11/2017

vorige volgende