In een samenleving waarin het begrip ‘rationaliteit’ de overhand heeft genomen en religie en geloof herleid zijn naar bijna constante punten van discussie, dringt zich haast de vraag op: “Is er nog wel plaats voor een irrationeel iets/iemand als God?”

(Uit respect voor zij die gelovig zijn, heb ik God in de inleiding met hoofdletter geschreven. Ik schrijf god vanaf nu met kleine letter omdat ik zelf niet gelovig ben.)

Met een triomfantelijke blik spurt de atleet de meet over. Olympisch goud! Het vingertje meteen de lucht. ‘Thank you god!”. De persoon naast mij mompelt iets. Zijn ogen rollen bijna naar achteren in hun kassen. De irritatie valt er haast van af te lezen.

“Wat is er?”

“Wel die atleet, hij traint vier jaar lang voor olympisch goud en als het zover is, is het eerste wat hij doet god bedanken? Dat is toch compleet irrationeel?!”

Rationaliteit

Daar is het woord gevallen: irrationeel. Discussies als deze zijn legio. Een hoofddoek dragen voor je geloof? Irrationeel. Bidden? Irrationeel. God? Het summum van de irrationaliteit.

Het woord ‘rationaliteit’ heeft de overhand genomen in zowat elk gesprek. Mensen moeten rationele keuzes maken, rationele dingen zeggen en bovenal rationele dingen geloven. Irrationele dingen geloven staat haast gelijk aan religie en religie is per definitie het tegenovergestelde van rationaliteit.

Mentale doping

En laat net dat nu een spijtige zaak zijn. Want wat als een allesoverstijgende god voor velen nu geen doel maar een middel is? Wat als de atleet die zich kapotzweette op elke training dat deed met de mentale wilskracht die hij zelf creërde door het geloof in een hoger wezen? Kortom: wat als god geen eind- maar een beginpunt is van waaruit mensen kracht putten? God als mentale doping.

Deze wereld wordt steeds doelrationeler. Dat schreef de Duitse socioloog Max Weber al aan het begin van de twintigste eeuw. Efficiëntie staat daarbij voorop. God verdwijnt stilaan naar de achtergrond. Honderd jaar later kunnen we zijn betoog doortrekken. Niet alleen is ‘rationaliteit’ het sleutelwoord, voor religie lijkt er enkel nog maar plaats in het verdomhoekje te zijn.

Wie vol passie over zijn/haar geloof spreekt en daar ook naar handelt, wordt doorgaans weggezet als fundamentalist. Religie kent geen echte plaats meer in de samenleving. Het is herleid tot een veelgebruikt punt van debat. Nooit gaat het over persoonlijke beleving, des te vaker gaat het over de regels en wetten van instituten die ter discussie staan. Zo zou de islam vrouwonvriendelijk zijn en is het christendom conservatief. Er zit een zekere waarheid in sommige stellingen maar die heeft in se niets te maken met het geloof an sich, wel met de instituten die aan dat geloof vorm proberen geven.

Atheïsme als staatsgodsdienst

Mijn generatie heeft geloof grotendeels opgegeven. Dat is een vaststelling die ik dagelijks doe. Velen noemen zich niet voor niets vol overgave ‘atheïst’ alsof het, paradoxaal genoeg, om een moderne variant van religie gaat. Geen enkel probleem trouwens. Alleen het feit dat de atheïstische kerk vaker dan goed rechtlijnig tegenover geloof wordt geplaatst, is discutabel. Alsof het ene denkbeeld moet botsen met het andere. Alsof de een rationeel denkt en de ander niet, terwijl een combinatie eigenlijk perfect mogelijk is.

Een leven van wetenschap in relatie met een hogere zingeving, om mijn eigen rector maar even naar de mond te praten. Zulke levens zijn schaars geworden. Of juist niet? Want ook al zien velen geloof inherent verbonden met achteruitgang, de grote moslimgemeenschap in Europa bewijst misschien wel het tegendeel. Zij studeren aan universiteiten, behalen doctoraten en werken aan de toekomst terwijl ze een deel van hun vrije tijd evengoed in de moskee doorbrengen. Het een sluit het ander dus niet uit.

Dit is geen betoog om iedereen te bekeren, wel om geloof en begrip voor geloof terug een eervolle plaats te geven in een door atheïstisten gedomineerde wereld. Want god, wat wou ik soms dat ik ook kon geloven, al is het maar in iets of iemand klein(s).

© 2016 – StampMedia – Jef Cauwenberghs



Dit artikel werd gepubliceerd door Opiniestukken.nl op 26/08/2016
Dit artikel werd gepubliceerd door DeWereldMorgen.be op 26/08/2016