© Jeroen Hanselaer

De ramadan, de heilige maand van de moslims, loopt vandaag af. Traditioneel is de ramadan een tijd van bezinning, zelfreflectie, liefdadigheid en samenhorigheid. Hoe beleefden jonge moslims deze intense periode? Hamza (23), Ralff (19) en Arooj (22) blikken terug op afgelopen maand. “Het is de derde keer dat ik deelneem aan de ramadan, maar dit jaar is het de eerste keer als moslim.”  

Hamza Rahbi. © Jeroen Hanselaer

“Zonder de islam was ik waarschijnlijk een nihilist geworden” - Hamza Rahbi (23) uit Mechelen

“Ik kijk elk jaar uit naar de ramadan: het is een kans om jezelf te zuiveren, zowel fysiek als mentaal. Vasten versterkt mijn emotionele band met het geloof. Vorig jaar mochten we door corona niet in groep naar de moskee, dat was lastiger. Zeker voor het avondgebed is dat belangrijk. Het versterkt de samenhorigheid.”

“Ik kreeg het geloof van thuis mee, maar ging wel naar een protestantse basisschool. Daardoor ging ik voortdurend vergelijken tussen de twee religies. Als jong kind begon ik me te verdiepen in de islam om antwoorden te krijgen. De islam bleek voor mij het ware geloof is vandaag niet meer weg te denken uit mijn leven. Het bepaalt mijn dagritme: elke ochtend sta ik vroeg op voor het eerste gebed. Dat geeft me een vaste structuur, en heeft invloed op mijn gedrag en karakter. De islam vormt voor het grootste deel mijn waarden en normen.”

“Ik zal nooit iemand proberen te bekeren tot de islam, maar ik praat wel graag over mijn geloof"

“In de islam komt de moeder altijd op de eerste plaats, dat vind ik heel belangrijk. Ook het eigen karakter is fundamenteel. Ik wil het beste uit mijzelf halen, en mij niet laten meeslepen in boosheid of arrogantie. Maar dat is niet enkel weggelegd voor moslims. Ik zie ook niet-gelovigen zich daarin verdiepen: wie ben ik? Wie wil ik zijn? Rond mijn achttiende speelde dat een belangrijke rol in mijn leven. Waarschijnlijk maakte de islam mij hier gevoeliger voor.”

“De koran is voor mij een leidraad, en daagt me uit om mezelf en het leven te bevragen. Daarom denk ik dat het voor ongelovigen moeilijker moet zijn om uit te zoeken wat de echte reden van het bestaan is. Zonder de islam was ik waarschijnlijk een nihilist geworden. De islam maakt mij mentaal sterker en houdt me recht tijdens moeilijke momenten. Het helpt me om tragische gebeurtenissen een plaats geven, omdat moslims geloven dat alles voorbestemd is.”

Niet arrogant zijn

“Soms ben ik wel eens nieuwsgierig naar hoe het moet zijn om alcohol te drinken. Maar ik weet ook dat als ik het doe, mijn gebeden 40 dagen lang niet geldig zijn. Dan valt mijn dagelijkse routine tijdens die periode ook weg. Daar weegt niets tegenop. Voor antwoorden kun je trouwens steeds terecht bij een imam. De meeste muziek is bijvoorbeeld ook haram. Dat vind ik het moeilijkst. Er is bijna geen ontkomen aan: muziek is bijna overal en soms heb je het ook nodig om te ontspannen. Er is echter een groot verschil met alcohol drinken, dat een benevelend effect heeft. Maar ik vel geen oordeel over anderen die dat wel doen. Dat zou me arrogant maken. Wel zal ik iemand aanmoedigen om nog eens na te denken over zijn of haar daden. Ik zal nooit iemand proberen te bekeren tot de islam, maar ik praat wel graag over mijn geloof.”

Ralff Petit. © Jeroen Hanselaer

“Ik was christen, maar nu heb ik mijn ware geloof gevonden” – Ralff Petit (19) uit Niel

“Een jaar geleden heb ik me bekeerd tot de islam. Daarvoor was ik christen, maar ik heb me altijd aangetrokken gevoeld tot de islam: de manier waarop er wordt omgegaan met vrouwen, en in het bijzonder met moeders, vind ik heel puur.”

“Voor mijn bekering had ik veel vragen over het doel van het leven en over ons bestaan. Hoe meer ik las over de islam, hoe beter ik die vragen kon beantwoorden. Dat zorgde voor rust. Ik vond een doel: het is allemaal Gods plan en daar moet je naartoe werken. Zo kun je de beste versie van jezelf worden.”

“Dit jaar is het de derde keer dat ik deelneem aan de ramadan, maar het is mijn eerste keer als moslim. De jaren ervoor deed ik mee uit interesse. Nu kan ik met trots zeggen dat ik mijn ware geloof heb gevonden. Mijn ouders hadden wel al een vermoeden. Ze zijn zelf christen, maar zijn niet praktiserend. Het zijn prachtige mensen en ze gunnen mij het beste. Ook mijn zus, die het als eerste wist, steunt mij in mijn keuze. Mijn moeder stelde zelfs voor om vanaf nu vlees te halen bij de halal slager.”

“Het is de droom van elke moslim om de mensen in zijn omgeving te bekeren, maar ik zou nooit iemand dwingen. Als ze interesse tonen, zal ik er zijn voor hen. Nu heb ik de ramadan vooral alleen doorgebracht, maar dat vind ik niet erg. Ik moet nu gewoon hard zijn met mezelf. Later kan ik deze heilige maand hopelijk iedere avond met mijn gezin vieren. Dan zal ik beloond worden voor mijn geduld en inzet.”

“Ik heb nog niet veel kritiek gekregen op het feit dat ik moslim ben. Mijn huidskleur daarentegen, dat is een ander verhaal”

Een zen-moment

“School en sport hebben me altijd structuur gegeven, maar dat is niet hetzelfde als wat ik nu ervaar als moslim. Bidden en naar de moskee gaan zorgen voor een goede structuur. Ik lees elke dag de Koran of andere boeken over de islam, om zoveel mogelijk kennis op te doen. Morgen is niet beloofd, dus doe ik er alles aan om van elke dag het beste te maken. Ik haal veel plezier uit bijleren. De koran lezen zie ik als een zen-moment. Het raakt mij diep in mijn hart en speelt in op mijn gevoelens. Als mensen zich slecht voelen, zoeken ze vaak steun bij vrienden of ouders. Ik vind die steun in mijn geloof.”

“Ik vind alles mooi aan de islam. Sommige regels zijn wel moeilijker dan anderen en dat komt omdat we in België wonen. Sommige dingen kun je bijna niet vermijden, terwijl dat in een islamitisch land geen probleem is. Als je bijvoorbeeld een vrouw tegenkomt, mag je haar alleen maar een onbewuste blik toewerpen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan.”

“Nu probeer ik minder aandacht te schenken aan wat er rondom mij gebeurt op straat. Dat werkt meestal. Het is belangrijk om vooral op jezelf te focussen. Verder stel ik mij weinig vragen bij de regels in de islam. Ze zijn er om ons te beschermen tegen bepaalde gevaren. Niets gebeurt zomaar, dus ik probeer alles zo perfect mogelijk uit te voeren.”

“Ik heb nog niet veel kritiek gekregen op het feit dat ik moslim ben. Mijn huidskleur daarentegen, dat is een ander verhaal. Het is de bedoeling dat kleur of afkomst helemaal wegvallen binnen het geloof, maar ik merk dat dat voor veel mensen nog moeilijk te aanvaarden is. Dat zie ik in bepaalde blikken of reacties.  Mij maakt het allemaal niets uit. Uiteindelijk is ligt dat bij de ander, als hij zo denkt. Het is niet mijn probleem.”

Arooj Hussain. © Jeroen Hanselaer

“Bepaalde regels binnen de islam zou ik anders willen zien” – Arooj Hussain (22) uit Antwerpen

“Ik ben opgegroeid in een Pakistaans gezin in Antwerpen. Mijn ouders zijn strenggelovig, en leven letterlijk naar wat er in de Koran staat. Als kind stelde ik mij hier geen vragen over, ik ging er gewoon in mee. Toch vond ik het soms heel moeilijk, want ik voelde me soms verstikt door bepaalde regels. Ik droeg als kind een hoofddoek, en bad vijf keer per dag. Ik deed dat te weinig uit vrije wil, en dat is jammer. Zo kun je moeilijk een band creëren met de islam.”

Waarom, God?

“Naarmate ik ouder werd, begon ik mij meer en meer vragen te stellen bij de islam. Ik kreeg het gevoel dat het mij beperkte in mijn vrijheid, zeker als vrouw. Ook bepaalde gebeurtenissen in mijn leven speelde een grote rol. Heftige zaken, die mij aan het denken zetten. Ik had God toch gevraagd om mij in bescherming te nemen? Waarom overkomt mij dit dan? Ik verloor het vertrouwen in mijn geloof, tot op het punt dat ik er afstand van wou nemen. Dat was rond mijn zeventiende. Ik maakte een drastische klik in mijn hoofd. Ik wou loskomen van het geloof, en werd atheïst. Voor mijn ouders was dat erg schrikken, want ik stopte ook met mijn hoofddoek te dragen. Ze bleven wel nog steeds streng toekijken op mijn kleren en mijn gedrag.”

Maar wat nu?

“Ik was dus wel losgekomen van de islam, maar ik miste iets. Ik begon me existentiële vragen te stellen: wat nu? Wat als ik doodga? Ik geraakte in paniek en het voelde allemaal toch niet juist. Ik kon het geloof maar niet uit mijn hoofd zetten. Op een bepaald moment besloot ik me te verdiepen in de islam. Daar ben ik tot op vandaag steeds mee bezig. Ik krijg daarbij hulp van een islamleerkracht. Die helpt mij ook met het Arabisch, omdat ik die taal niet ken. De leerkracht helpt me bij het lezen en interpreteren van de tekst en we nemen de tijd om elke vers goed door te nemen. Ik verdiep mij graag nog extra in die teksten. De koran wordt vaak te letterlijk genomen: achter de verzen zit vaak een grotere boodschap. Voor het eerst begreep ik hoeveel respect er voor vrouwen is, terwijl ik daar vroeger mijn twijfels bij had.”

“Mijn ouders nemen de Koran letterlijk, en maken het zo zichzelf makkelijk. Maar zo zwart-wit is het niet”

“Volgens de islam ben ik geen moslima, omdat ik niet bid. Maar ik zie dat anders. Ik ben nu niet praktiserend, maar ik werk er wel naar toe. Zo deed ik dit jaar mee met de ramadan, omdat ik het zie als een periode van bezinning. En het is ook goed voor je lichaam. Ik heb echt van de ramadan genoten dit jaar. Dat komt door de nieuwe inzichten die ik nu heb.”

“Ik doe niet mee omdat ik verplicht ben, maar omdat ik er zelf van overtuigd ben. Nu ik de islam beter begin te begrijpen, kan ik me meer openstellen, en dat maakt het vasten vanzelf makkelijker. Ik snap nu waarom er bepaalde regels zijn tijdens de ramadan, en daarom kan ik het ook makkelijker volhouden.”

“Mijn moeder kookt elke avond heerlijke maaltijden: typisch Pakistaanse gerechten zoals samosa en dai balle. Dat eten we zeker niet elke dag, maar wel tijdens de ramadan. ‘s Avonds zitten we dan met z’n allen gezellig aan tafel. De ramadan draait om het spirituele, maar ook om deze momenten met je familie.”

“Bepaalde regels binnen de islam zou ik wel anders willen zien. Ouders houden hun kinderen te strak. Ze zouden meer losgelaten moeten worden. Er moet plaats zijn voor de kinderen om zelf op zoek te gaan naar de ware leer en betekenis van de islam, zoals ik nu doe. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik mijn eigen geloof niet goed begreep. Nu is dat veranderd. Ik lees rustig pagina per pagina, zodat ik alles snap. Zo kan ik op lange termijn ook weer praktiserend worden, uit volle overtuiging.”

“De mentaliteit van mijn ouders is helemaal anders dan de mijne. Daarom vraag ik hun hulp ook niet meer. Ze zijn niet echt behulpzaam. Ze nemen de koran letterlijk, en maken het zo zichzelf makkelijk. Maar zo zwart-wit is het niet. Het is meer dan dat, en dat ben ik nu aan het ontdekken. Ik ben er nog niet helemaal klaar voor. Als goede moslima moet je bijvoorbeeld zo snel mogelijk trouwen. Ik wil eerst nog mijn studies afmaken. Deels daarom ben ik nog wat afwachtend, maar ik ben ervan overtuigd dat ik goed terechtkom. De juiste keuzes maken vraagt nu eenmaal om afweging en geduld.”


Dit artikel werd gepubliceerd door Gazet van Antwerpen op 30/04/2022.

vorige volgende