Humo deed onlangs het debat over reality-tv opnieuw oplaaien met een reeks over het format. 2BE besloot Oh Oh Cherso niet uit te zenden en verschillende instanties vroegen om een gedragscode voor reality-tv. Een maand later schetst Vlaams parlementslid Veli Yüksel (CD&V) de stand van zaken.

Vlaams parlementslid Veli Yüksel (CD&V) opperde in De Standaard het idee van zelfregulatie voor reality-tv. De vereniging Vlaamse Onafhankelijke Televisieproducenten (VOTP) verklaarde in dezelfde krant bereid te zijn om daaraan mee te werken. Ook VT4 was voorstander van zelfregulering in de sector. De storm is ondertussen gaan liggen, maar achter de schermen is er hard gewerkt.

Publiek debat

Kort na de publicatie van de Humo-reeks bracht Veli Yüksel het debat naar het Vlaams Parlement. "Uit verschillende gesprekken zijn een aantal zaken naar voren gekomen: misbruik van vertrouwen, schending van de privacy en enkele andere onethische zaken. Dat kon voor mij niet langer door de beugel", verklaart Yüksel.

"Ik heb daarom voorgesteld dat de sector zichzelf een aantal regels oplegt. De omroepen en productiehuizen moeten zelf bepalen wat kan en niet kan", gaat hij verder. Zowel de sector als Vlaams minister van Media Ingrid Lieten (SP.A) reageerden positief op zijn voorstel.

Naar aanleiding van zijn interpellatie in het Vlaams Parlement keurde de Vlaamse regering onlangs een motie goed. Daarin staan twee zaken: de vraag om een gedragscode die de sector zelf opstelt en de wens dat de VRT een voorbeeld blijft voor de andere omroepen.

Reality en minderjarigen

Het hele debat gaat over reality-tv in het algemeen, maar zal er in de gedragscode ook specifiek gekeken worden naar reality-tv met minderjarigen? "De deelname van minderjarigen moet kunnen, maar ze moeten zeker beter beschermd worden", vindt Yüksel. "De algemene regels moeten ook voor hen gelden, maar misschien kunnen er wel enkele specifieke regels toegevoegd worden."

De Vlaamse regering gaat daarin echter liever niet te ver. "We moeten nu ook niet overdrijven: er hoeft geen apart charter over minderjarigen te komen", zegt Yüksel. "Ik stel voor dat de sector gewoon een aparte paragraaf of alinea toevoegt met betrekking tot minderjarigen."

Bal in het kamp van de sector

"Tijdens informele gesprekken met enkele productiehuizen kregen we te horen dat ze geen regels nodig hebben, omdat alles al koosjer is. Als dat zo is, wat houdt hen tegen om de regels – die ze blijkbaar al volgen – in een code te gieten?", vraagt Yüksel zich af. "Bovendien moeten ook commerciële bedrijven zich houden aan bepaalde regels, en zij die de gedragscode onderschrijven, hebben een concurrentieel voordeel op de rest."

"We willen als overheid niet bepalen wat mag en niet mag in het reality-format. Wij willen wel dat er werk gemaakt wordt van een 'code of conduct'", zegt Yüksel. "Ik wil het initiatief aan de omroepen en de productiehuizen geven. Ze moeten zelf uit hun kot komen."

Slaagkansen

Als de politiek het volledig aan de sector overlaat om een code op te stellen, lijkt het aannemelijk dat hun belofte dode letter blijft. Yüksel is echter optimistisch. "Ik ben ervan overtuigd dat er een 'code of conduct' komt", zegt hij. "Nu worden de bonafide spelers meegesleurd door de malafide. De code biedt hen een opportuniteit om komaf te maken met het negatieve beeld van reality-tv."

Het kabinet-Lieten meldt intussen dat de minister een brief gestuurd heeft naar de omroepen en productiehuizen met de vraag om snel gevolg te geven aan de motie. De VOTP zal haar leden alvast aanmoedigen om een gedragscode op te stellen. Kristof Demasure, woordvoerder van VT4, wil voorlopig enkel kwijt dat de sector bekijkt hoe ze het precies zal aanpakken.

Begin mei zal de Vlaamse regering opnieuw samenzitten met de VOTP om de vooruitgang op te volgen. En wat als de pogingen mislukken? "In dat geval zal ik de zaak opnieuw op de parlementaire agenda plaatsen, door bijvoorbeeld hoorzittingen te vragen over reality-tv", besluit Yüksel.

© 2012 - Koekje bij de koffie - Gunther Malin


Dit artikel werd gepubliceerd door Nieuws.be op 05/04/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 05/04/2012