Ondernemers in de creatieve sector tekenden dinsdag present op Creative Ville. Doel van het event: elkaar inspireren en ondersteunen. Organisator van dienst was de Vlaamse organisatie voor ondernemingscreativiteit, Flanders DC. “Zorg dat je weet wie je bent, wat je doet, en bouw daar een economisch model rond. Niet omgekeerd!”

Flanders DC werd in 2004 door de Vlaamse overheid opgericht om ondernemerschap in de creatieve wereld te stimuleren. Zij organiseren in die context inspiratie-events zoals Creative Ville, dat dinsdag plaatsvond in ‘Tour & Taxis’ in Brussel. “Om mensen uit verschillende subsectoren beter te leren kennen en te leren van elkaar”, vertelt organisator Carlo Vuijlsteke.

Creative Ville mikt op een breed publiek. “De creatieve sector gaat voor ons van artiesten, kunstenaars en performers tot reclamebureaus en communicatie-agentschappen”, aldus Vuijlsteke. Het rijkgevulde programma, met onder andere Erik Van Looy, Daan, en Tom Lanoye, lokte dan ook een divers publiek.

‘Business’, een vuil woord?

De openingssprekers raakten meteen een gevoelig thema aan: het spanningsveld tussen creatief  bezig zijn en toch geld (moeten) verdienen. “Creativiteit en ondernemerschap worden vaak als tegenpolen voorgesteld, maar die perceptie verandert stilaan”, meent Vuijlsteke. Onder anderen Tom Lanoye kwam getuigen over de businesskant van zijn schrijversbestaan, en de moeilijkheden ervan.

Volgens Vuijlsteke zien we de creatieve sector als een schaal, van de ‘pure’ kunsten naar de meer commerciële zaken als reclame. “Elke creatieveling die van zijn passie meer dan zijn beroep wil maken, zal voor zichzelf moeten bepalen waar op die schaal hij zich wenst te plaatsen, en welke toegevingen hij bereid is te doen. Wij proberen hen vooral te ondersteunen om daarin een goede keuze te maken”, aldus de organisator.

Doorheen de verschillende presentaties viel op dat de meningen over ondernemerschap onder creatievelingen toch nog verdeeld is. Zo kwam actrice An Nelissen vertellen over haar bedrijfje, waar ze zakenmensen traint om te spreken in het openbaar. “Zorg dat je weet wie je bent, wat je doet, en bouw daar een economisch model rond. Niet omgekeerd!”, riep ze enthousiast. Andere artiesten, zoals Daan en Erik van Looy, vonden ondernemen dan weer een noodzaak om de controle over hun werk te behouden.

Rol van de overheid

Een ander thema, dat ruim aan bod kwam tijdens de presentaties, was de rol van de overheid in de creatieve sector. De meeste sprekers waren het er over eens dat subsidies in de culturele sector broodnodig zijn. “We moeten toestanden zoals in Nederland, waar een hele generatie kunstenaars is weggevaagd, absoluut vermijden”, meent Bart van der Roost, topman van neoScores. Dat bedrijf ontwikkelde o.m. een webapp voor het gebruik van digitale muziekpartituren.

Tom Lanoye sluit zich daarbij aan: “De regering heeft de verantwoordelijkheid om jonge kunstenaars te ondersteunen. Niet enkel door meer geld te geven, maar ook door duidelijke statuten te voorzien voor kunstenaars, die naar aard van hun beroep zijn opgesteld en hen fiscaal helpen.” Het is geen pleidooi voor of tegen die of die partij: Lanoye pleit daar al voor sinds hij in de jaren ’80 als schrijver actief werd.

http://www.flickr.com/photos/stampmedia/sets/72157654597272520

“We zien dat Creative Ville een nood vervult”, weet Vuijlsteke. “Met meer dan zeshonderd aanwezigen is ons evenement uitverkocht. Een groot succes!”, aldus de enthousiaste organisator. Aan ondernemerszin leek dan ook geen gebrek onder de genodigden: overal gonsden buzzwords als ‘return on investment’ en ‘branded content’. Voor de creatievelingen van vandaag zijn dat duidelijk niet langer vuile woorden.

© 2015 – StampMedia – tekst & foto’s: Maya Witters


Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - Online op 25/06/2015