Een jaar geleden beloofde Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) werk te maken van de uitbreiding van de Inspectiedienst Dierenwelzijn. Dit was nodig omdat het aantal meldingen van dierenleed bleef stijgen. Sinds die belofte zijn er elf medewerkers aangenomen op de dienst, van wie negen bij de inspectiedienst werken. Momenteel telt de inspectiedienst dierenwelzijn tweeëndertig medewerkers.

Toch is er nog werk aan de winkel. Van die negen aanwervingen zijn er slechts drie inspecteur-dierenartsen bijgekomen en vijf controleurs. Met maar tweeëndertig medewerkers die over heel Vlaanderen moeten controleren, is de inspectiedienst nog steeds niet erg uitgebreid. Op lokaal vlak probeert de politie zich in te zetten, maar ook dat systeem staat nog niet helemaal op punt. Politie-inspecteurs kunnen lezingen volgen over dierenwelzijn om zich over het onderwerp bij te scholen.

In de politiezone Limburg Regio Hoofdstad (LRH) werkt er welgeteld één inspecteur bij de afdeling dierenpolitie. LRH staat voor de regio Hasselt, Zonhoven, Diepenbeek, Halen, Herk-de-stad en Lummen, dus dat is zo goed als niets voor zulk een groot gebied. “Dat is een structureel probleem”, weet Katleen Telemans, inspecteur van de dierenpolitie van LRH. “Er is ook nog niet concreet een plan om dat verder uit te breiden.”

De lokale politie werkt wel samen met de Inspectiedienst Dierenwelzijn, want zij zijn de ogen en oren van de samenleving. “Soms doe ik een beroep op de wijkagenten om eens een oogje in het zeil te houden als er een vermoeden is van dierenleed”, zegt inspecteur Telemans

"Als lokale politie kunnen wij dieren in beslag nemen. Het enige verschil met de inspectiedienst is dat wij niet mogen beslissen wat er nadien met de dieren gebeurt"

Controles

Inspecteur Katleen Telemans kan zelf geen spontane controles uitvoeren. Ze komt pas in actie als er daadwerkelijk een klacht binnenkomt bij de politie. Bij de Inspectiedienst Dierenwelzijn gebeuren een aantal controles wel spontaan. “De inspectiedienst gaat zowel zelf spontaan als na het binnenkomen van een klacht op controle”, zegt woordvoerster Brigitte Borgmans.

Er worden dan controleurs ter plaatse gestuurd om de situatie te bekijken. De controleurs mogen zelf geen inbeslagnames doen, dat is voorbehouden voor de inspecteur-dierenartsen. “Als er dieren in beslag genomen zijn, beslist de dienst ook wat ze ermee gaat doen”, zegt Borgmans. “Soms gaan de dieren terug naar de eigenaar, soms worden ze naar een asiel gebracht. Dat hangt van situatie tot situatie af.”

“Als lokale politie kunnen wij ook dieren in beslag nemen, wanneer we bij een controle vaststellen dat de situatie ter plaatse te schrijnend is”, verklaart Katleen Telemans. “Het enige verschil met de inspectiedienst is dat wij niet mogen beslissen wat er na de inbeslagname met de dieren gebeurt. Dat doen zij.”

Dierenleed in de media

Ondanks deze inspanningen van minister Weyts halen wanpraktijken met dieren vaak de pers. Niet alleen over slachthuizen maar ook over hondenkwekerijen wordt er heel wat geschreven. Veel dierenliefhebbers blijven die problemen aankaarten.

Onlangs haalde het Hezehof in Lummen nog de media omdat de eigenaar wilde uitbreiden. Tegenstanders van die uitbreiding verzamelden maar liefst negenduizend handtekeningen om dat te verhinderen. Ook op andere plaatsen in Limburg zijn er beruchte hondenkwekerijen. Denk maar aan Passion For Dogs Limited in Beringen dat ook de pers haalde.

De Beringse eigenaar van deze kwekerij verwaarloosde zijn honden zo ernstig dat de dierenbescherming al zijn dieren in beslag nam. Vrijwilligers werden opgetrommeld om mee te helpen zorgen voor de dieren. S.H., een buurtbewoonster, heeft alles van dichtbij gezien maar getuigt liever anoniem: “Eerst was dit wel een goede kennel voor honden. Er was zelfs een wachtlijst voor zijn puppies, maar die werd na een tijd zo lang dat hij op minder goede manieren begon te kweken. Toen de man een nieuwe vriendin had en niet meer naar zijn dieren omkeek, begon de ellende pas echt. Buren legden klacht neer: de vreselijke geur en het geblaf waren niet meer te harden.”

S.H. was een van de vrijwilligers die het noodasiel van Lommel hielp om de dieren te wassen en te scheren. “Als vrijwilliger kreeg ik voorrang om een hondje te adopteren en dat heb ik dan ook gedaan. Maar de eigenaar heeft klacht ingediend voor broodroof en eiste acht honden terug op om zijn praktijk verder te zetten. Hij doet dat nu onder streng toezicht van de dierenbescherming. Maar ik hou toch ook wel een oogje in het zeil”, sluit S.H. af.

vorige volgende