© Vishnu R Nair / Pexels

Na twee jaar coronacrisis belooft het een hete festivalzomer te worden, maar besteden organisatoren ook genoeg aandacht aan duurzaamheid? En is het wel haalbaar om de voetafdruk van een massa-event tot nul te reduceren en dus circulair te zijn?

De Britse band Coldplay kondigde vorig najaar naast zijn nieuwe album Music of the Spheres ook een nieuwe tour aan. Opvallend, want in 2019 zei frontzanger Chris Martin nog dat de groep niet meer zou rondreizen omwille van de zware impact op het klimaat. Inmiddels werd een plan uitgedacht om klimaatvriendelijk te touren: zo presenteert de band op zijn website een resem richtlijnen die voor vijftig procent minder CO2-uitstoot moeten zorgen dan tijdens hun vorige tour in 2017. De klimaatvriendelijke tour ging in maart van start en passeert begin augustus ook in het Koning Boudewijnstadion.

Het dansende publiek zal op een kinetische dansvloer mee instaan voor de honderd procent hernieuwbare elektriciteit. Sportieve bezoekers kunnen energie opwekken op stroomopwekkende fietsen en het podium is gemaakt van herbruikbaar of recycleerbaar materiaal, zoals bamboe.

Drinken doe je uit je eigen drinkbus of herbruikbare bekers. Organisch afval belandt op de composthoop en er worden standaard vegetarische en plantaardige maaltijden verkocht. Coldplay verkoopt ook alleen nog duurzaam en ethisch geproduceerde merchandise en per verkocht ticket belooft de band een boom te planten.

Postmixcola op Sfinks

Ook wereldmuziekfestival Sfinks in Boechout, dat tijdens het Hemelvaartweekend plaatsvond, is intensief bezig met duurzaamheid. De maaltijden op het festival zijn voor meer dan zeventig procent vegetarisch en de postmixcola is een combinatie van leidingwater en siroop. Bijna alle bieren komen er uit vaten, zodat ze niet meer in kleine verpakkingen getransporteerd moeten worden. Verder gebruiken ze geen kabelbinders, maar sisaltouw, een natuurlijk en afbreekbaar materiaal.

“Het beste afval is het afval dat je niet produceert”, zegt Geert Vanrijkelen, duurzaamheidscoördinator van Sfinks. “Wij verkopen ontzettend veel consumpties per editie. Dat zijn evenveel wegwerpbekers die mensen na vijf minuten gewoon zouden weggooien. Om dat te vermijden, drinken bezoekers bij ons uit herbruikbare bekers. Preventie, hergebruik, recycling. Als je je daaraan houdt, in die volgorde, ben je klimaatvriendelijk bezig.”

“Het beste afval is het afval dat je niet produceert”
– Geert Vanrijkelen (Sfinks)

Een andere voortrekker op vlak van klimaatvriendelijkheid, is technofestival DGTL in Amsterdam. Zij hanteren een zero-waste policy. Al het geproduceerde afval wordt omgezet in compost. Die levert DGTL aan boeren uit de streek, die op hun beurt groenten produceren voor het vegetarische voedselaanbod op het festival.

Maar de organisatie van DGTL gaat nog een stapje verder in de circulaire gedachte en zuivert de urine van zijn bezoekers tot drinkbaar water. De artiesten rijden bovendien uitsluitend met elektrische auto’s van hun energieneutraal hotel naar het festival. Op nog een ander festival, Paradise City in het Vlaams-Brabantse Perk, slapen bezoekers dan weer in kartonnen tentjes.

De Kartent is een waterdichte kartonnen tent, die je terugvindt op de festivalcamping van onder andere Paradise City. © Mitch Altman / Flickr

Mobiliteit als grote struikelblok

Uit de Green Touring Guide van het Duitse Green Music Initiative blijkt dat transport en mobiliteit, samen met de infrastructuur op de locaties, verantwoordelijk zijn voor grootste CO2-uitstoot door muziekfestivals. De reizende bands, crews en bezoekers zijn goed voor ruim veertig procent van de ecologische voetafdruk van een festival.

Ook duurzaamheidsexpert Johan Penson ziet mobiliteit als het grootste probleem. Met zijn organisatie InfraCult helpt hij andere cultuurorganisaties te verduurzamen: “Festivals laten crews van pakweg vijftien mensen een paar duizend kilometer overvliegen voor een show van hooguit twee uur. Dat principe vind ik fundamenteel fout. Ik probeer artiesten langer op dezelfde plaats te houden en daardoor de artistieke impact van hun bezoek groter te maken. Zeker voor muziekfestivals valt daar nog veel te ontginnen.”

Een kant-en-klare oplossing heeft Penson zeker niet, “maar bands zouden bijvoorbeeld langer op een festival kunnen blijven om een dialooggesprek te starten over een bepaald thema en zo hun artistieke impact groter te maken. De backstage is daar een uitgelezen plek voor. Het is jammer dat daar nu niets meer mee gebeurt.”

“Artiesten zouden langer op een festival kunnen blijven om zo hun artistieke impact groter te maken” - Johan Penson, duurzaamheidsexpert

Werken met lokale partners

Als het gaat over eten en drank moeten organisatoren vooral kijken naar lokale producten, vindt Penson. “Bij een Coca-Cola weet je nooit zeker waar die vandaan komt. Werk je met lokale brouwerijen, dan is dat wel het geval.” Als de hoeveelheid niet groot genoeg is, kan een festival met verschillende brouwerijen werken. “Zo verruim je ook nog eens de keuze voor de bezoeker”, aldus de duurzaamheidsexpert.

Almaar meer organisatoren kiezen voor groene energiebronnen, maar ook daar is nog veel ruimte voor verbetering. Sommige grotere festivals, zoals DGTL en Paradise City werken nu al met batterijcontainers die kunnen worden opgeladen door een verstelbare zonnebloem die bestaat uit zonnepanelen. Daarnaast verdringt ledverlichting al een tijd de energieverslindende halogeenspots bij de lichtshows.

“Zo’n halogeenspot verbruikt minstens 1000 watt - soms wel 5000 - per stuk”, zegt Penson. “Terwijl de huidige ledverlichting hetzelfde mooie licht geeft, maar een pak minder verbruikt. Als Coldplay alleen ledverlichting gebruikt tijdens hun shows, zie je het verbruik dalen met factor tien. De vijftig procent minder CO2-uitstoot die ze vooropstellen moet dus wel haalbaar zijn.”

De Smartflower draait mee met de zon en wekt zo energie op. © Gregor Tatschl / Flickr

Communication is key

“Al die kleine maatregelen zorgen voor een neveneffect bij publiek en artiesten”, vervolgt duurzaamheidsexpert Penson. “Zij zullen achteraf hopelijk bewuster nadenken over hun verbruik. Belangrijk daarbij is wel dat de organisatie duidelijk communiceert over wat zij ondernemen. Doen ze dat, dan zullen de cultuurliefhebbers ernaar luisteren, want zij zien de festivalorganisatoren als een soort autoriteit in hun vrije tijd.”

Penson is ervan overtuigd dat de wetenschap nog heel wat nieuwe methodes zal ontdekken die de uitstoot van festivals zullen verminderen. “Nu focussen we vooral op compensatie van de uitstoot, om zo tot een verwaarloosbare ecologische voetafdruk komen. Maar eigenlijk moeten we vanuit productie tot nul komen, om uiteindelijk alleen met gerecycleerd materiaal te werken. Of we moeten proberen zo te werken dat er geen CO2-uitstoot meer nodig is. Dan pas spreken we van circulariteit.”


Dit artikel werd gepubliceerd door Mensen zijn media op 14/07/2022.

Dit artikel werd gepubliceerd door MO* Magazine op 24/06/2022.

Dit artikel werd gepubliceerd door NXTPOP op 22/06/2022.

vorige volgende