Mohamed (24) werd al vaker Zwarte Piet genoemd. Meestal zonder slechte bijbedoelingen, maar ook vaak genoeg als scheldwoord. Hij kan zich vinden in de warme sfeer van het Sinterklaasfeest, maar niet in een figuur als Zwarte Piet. Het waarom legde hij een jaar geleden uit in deze bijdrage. Dit jaar blikt hij terug op de gesprekken die daaruit voortvloeiden. Zijn conclusie? Er is nood aan een echt gesprek, "waarin mensen hun mening mogen geven, om zo de kans te krijgen elkaars standpunten te begrijpen en vooral samen op zoek te gaan naar een oplossing."

Na mijn verhaal “Ik ben Zwarte Piet niet!” kreeg ik schouderklopjes, vragen en hoopvolle gesprekken, met af en toe de nodige verwensingen maar ook enorm mooie momenten van mens tot mens. Momenten waarin ik eindelijk in gesprek kon treden met mensen, ongeacht hun mening. Die gesprekken beantwoordden vragen, maar legden ook nieuwe vragen bloot. “Mohamed, jouw artikel allemaal goed en wel, maar zeg dan hoe Zwarte Piet eruit moet zien als hij niet meer zwart mag zijn, met rode lippen, kroeshaar en gouden oorbellen? “ Een terechte vraag, dus ging ik op zoek naar antwoorden.

In de vraag heb je al een antwoord! Al die kenmerken die je zonet hebt benoemd zijn de restanten van onze koloniale denkbeelden. Hoe zo?

Damn you, marktdenken!

Tijdens een debat in Gent verwees Dr. Bambi Ceuppens, antropologe bij het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, naar intochten van de Sint waar je verschillende soorten Pieten had zonder de bovengenoemde elementen. Het ging er toen voornamelijk om dat men onherkenbaar moest zijn voor de kinderen.

Waar komt onze ééntonige Koloniale Piet dan vandaan? Wel, ons Sinterklaasfeest werd in een commercieel jasje gestoken en daarom moesten ze naar één prototype gaan. Resultaat: Zwarte Piet met de elementen die we de afgelopen veertig jaar kennen.

Velen die in de jaren vijftig, zestig en zeventig Sinterklaas vierden, kunnen nog wel vertellen hoe zowel het verhaal als de Pieten aangepast zijn. Kinderen uit de jaren tachtig en negentig zijn opgegroeid met de commerciële Koloniaal Piet. Ieder vertrekt vanuit de eigen referentiekaders. Daarom is het debat altijd anders, afhankelijk van met wie je het voert.

Maar Mohamed, als Piet al die koloniale elementen niet mag hebben hoe moet die er dan uitzien?”

Dat is niet aan mij om over te beslissen. We zullen ons daar als maatschappij samen over moeten uitspreken. Net zoals Kerstmis en Pasen zich doorheen de jaren aanpasten aan de maatschappij, zal dat ook met Piet moeten gebeuren.

Maar zullen de kinderen een andere Piet leuk vinden? Eigenlijk willen de kinderen gewoon een vrolijke acrobaat dat hen wat snoepjes geeft, en dat er thuis of op school een warme sfeer wordt gecreëerd. Dat Piet er binnen vier jaar helemaal anders uitziet? Dat overleven ze vast wel. Donkere kinderen en volwassenen daarentegen kunnen weer gewoon zijn, zonder dat bijvoorbeeld kinderen naar hen wijzen als “Mama, kijk! Zwarte Piet”.

Kinderen uit de jaren tachtig en negentig moeten dan gedag zeggen tegen het beeld dat ze hadden. De generatie erop zal gewoon Sinterklaas vieren zonder dat mensen met kroeshaar en een hoog melanine niveau thuis moeten blijven of weer eens een horror december meemaken.

Per laag een gesprek met een knuffel?

“Eind goed al goed?” Neen, dit gaat stapsgewijs. Want iedere koloniale laag waarvan Zwarte Piet van zich kan ontdoen, vergt eerst een zinnig gesprek in Vlaanderen. Dat moeten we absoluut niet uit de weg gaan.

Je zal verbaasd zijn dat de transformatie van Koloniale Piet naar Piet voor mij niet met de snelheid van een TGV moet gaan. Dat is omdat ik weet dat we met gevoelens van mensen bezig zijn. Vele levens zijn opgebouwd aan de warme, liefdevolle en speelse herinneringen aan het Sinterklaasfeest, met Zwarte Piet als spannend hoogtepunt. Wie verwacht dat zijn of haar pijn wordt erkent, moet geduldig zijn. Want iedereen koestert nu eenmaal die jeugdherinneringen!

Stop met het verdelen en heersen!

Het hele Sinterklaasgebeuren is voor alle Belgen en Nederlanders een niet te ontkomen volksfeest, ongeacht hun roots of wat ze er daadwerkelijk van vinden.

In mijn vorig stuk had ik een aantal voorbeelden gegeven hoe ik in een periode van zes maanden, dertig keer “Zwarte Piet” moest aanhoren. Sta mij toe om nogmaals te benadrukken dat de Sinterklaasviering net als Pasen en Kerstmis al veranderde. Dat we het nu opnieuw veranderen, doet geen afbreuk aan traditie. Traditie is namelijk veranderbaar doorheen de tijd. Piet is niet altijd zwart geweest en al zeker niet met rode lippen, gouden oorringen en kroeshaar.

Er zijn verschillende verklaringen waarom dit wel zo is, maar het lijkt mij duidelijk dat we wel degelijk nog met koloniale denkbeelden zitten in onze maatschappij. Hoe beelden we zwarte mensen af? In welke rollen zien we hen "onbewust"? Waarin herkennen we hen? Ik ga hier niet verder op in omdat het me verder zou afleiden van mijn doel: Zwarte Piet ontdoen van zijn koloniale kenmerken. Het vergt de nodige moed om eigen beelden in vraag te stellen zonder afbreuk te doen aan de eigen warme en liefdevolle herinneringen.

In een van de gesprekken zei iemand mij: “Ik zal het Sinterklaas feest met een Zwarte Piet koesteren voor wat het was aan warme momenten, maar ik gun het mijn kinderen niet om te feesten op andermans verdriet! Ik kan het niet, nu dat ik weet hoe donkere Belgen en hun kinderen dit feest ervaren.”

Dit is exact wat zovelen nog mogen inzien. Het gaat niet om Sinterklaas verbieden of een cultuur veranderen. Wij willen als Belgen enkel stoppen met het kwetsen van onze mede-Belgen. Wij mensen kunnen  de moed hebben om koloniale beelden te zetten waar ze thuishoren: in musea en schoolboeken. Want de toekomst is samen en deze toekomst samen behoort aan alle Belgen.

Empathie? Die woont hier niet!

In het debat over Koloniale Piet dat tot nu toe werd gevoerd, mis ik empathie. Terwijl het debat loopt, vergeten mensen met elkaar in gesprek te gaan van mens tot mens, verliezen ze het vermogen om aan de overkant van een gesprekstafel een mens te zien in plaats van een label. Om selectief doof en empathieloos in gesprek te treden met een medemens, moet je hem/haar eerst kunnen demoniseren. Zeg maar zijn of haar vreugde, pijn of verzuchtingen als onbestaande zien of juist hier plezier of ergernis aan beleven.

In de gesprekken met anderen en mijn eigen reflectie daarover, kwam ik tot besef dat alle wegen in dit debat tot nu toe resoluut naar verdeling leiden. De slogans en slagzinnen zijn er steeds op gericht om een krachtige boodschap aan de overkant te geven. Het antwoord is telkens meer polarisatie en nog meer hardheid.

Wat anders proberen?

Mensen die komaf willen maken met Koloniale Piet moeten eerst en vooral van zich laten horen, maar moeten ook geduld hebben. Geduld zodat zij die opgegroeid zijn met Koloniale Piet dit kunnen plaatsen en verwerken.

Je bent geen racist omdat je een feest met racistische elementen viert. Je bent geen racist als je zegt dat Koloniale Piet moet blijven. Wat je wel bent, is iemand die zich blijft vastklampen aan een beeld dat voor vele buitenstaanders, maar ondertussen ook binnenstaanders, aan een update/dekolonisering toe is.

De angst dat jouw kinderen het niet meer leuk zullen vinden, is echt en begrijpelijk. De angst dat “jouw” cultuur/traditie wordt afgepakt is dat ook, maar weet dat de angst voor verandering of dekolonisatie, Koloniale Piet niet kan rechtvaardigen. De kinderen redden het heus wel. En jouw innerlijke kind zal er ook vrede mee vinden.

We moeten op zoek naar een manier om van dit kinderfeest een inclusief verhaal te maken.

Mag ik wat empathie vragen voor het verdriet van die kinderen, volwassenen en ouders die iedere december horror beleven vanwege Koloniale Piet? Als je jezelf, je kinderen en gezin feest gunt en liefst geen verdriet, gun je andermans kinderen en gezin dit ook?

Het vergt tijd vooraleer onze mede-Belgen die zo graag Koloniaal Piet willen behouden, dit kunnen doen. Ze hebben tijd nodig om dit proces van "Goed, we geven toe dat Koloniaal Piet wel degelijk kwetsend wordt ervaren al zou dit niet zo bewust bedoeld zijn” door te maken. Maar het is geen schande om te erkennen dat Koloniale Piet racistische elementen met zich meedraagt. Het geeft wel de ruimte voor een noodzakelijk gesprek over vooroordelen en onbewuste vormen van racisme die we meekrijgen. Koloniale figuren, wandaden en uitkomsten ervan moeten worden toegegeven. Er moet over worden gesproken. Maar het is niet voor vandaag of morgen. Tot die tijd moeten we de gesprekstafel blijven opzoeken, waar we als gelijkwaardige partners kunnen praten. Partners op zoek naar een manier om van dit kinderfeest een inclusief verhaal te maken.

Wat nu? Laten we praten!

In België lijkt een open debat monddood te zijn gemaakt, maar sinds 2015 veranderde er al wat bij de Pieten. Tijdens de intocht in Antwerpen kon je een paar Pieten zien zonder kroeshaar. In Nederland ondertekenden Bekende Nederlanders een open brief gericht aan mediahuis NTR om komaf te maken met Koloniale Piet. In België werd er een eerste vraag richting debat verstuurd vanuit UNIA.

Ik hoop samen met de nodige partners, ongeacht hun standpunt, te kunnen samenzitten om een echte gesprek te organiseren waarin zowel voor- als tegenstanders zich op een empathische manier kunnen uiten. Waarin mensen hun mening mogen geven, om zo de kans te krijgen elkaars standpunten te begrijpen en samen op zoek te gaan naar een oplossing. De mensen die zich jaar en dag inzetten om de intocht voor vele ouders en kinderen feestelijk te maken, moeten ook zeker gehoord worden. Scholen kunnen alvast een grote rol spelen in dit gesprek en ouders al helemaal omdat zij zich het meest vasthouden aan Koloniale Piet. En voor wie Sinterklaas tot nu toe een trauma is geweest, die stem zal niet meer ongehoord blijven in dit gesprek, waar die zich ook mag plaatsvinden: aan de keukentafel, een lerarenkamer of onder collega’s, …

Wie voelt zich geroepen om bruggen te bouwen?

© 2016 - StampMedia - Mohamed Barrie


Dit artikel werd gepubliceerd door Mirari op 16/11/2016
Dit artikel werd gepubliceerd door Opiniestukken.nl op 16/11/2016