Hij vluchtte als negenjarige uit Aleppo, groeide op tussen meerdere culturen en runt vandaag een internationaal logistiek bedrijf. Hussein Alali (21) is geen typische jongvolwassene. Met zijn onderneming ‘Tajex Logistics’ wil hij een verbinding maken tussen Syrië en Europa. “Ik doe alles zelf, niet omdat ik moet, maar omdat ik het wil.”
In de reeks ‘Nieuwe thuis, nieuwe stem’ maken studenten Journalistiek van PXL Hogeschool in Hasselt in opdracht van StampMedia een portret van een jongere met een migratieverhaal of – achtergrond die een inspirerend verhaal heeft. Lees hier alle verhalen.
“Ik ben geboren in Aleppo in Syrië, één van de oudste steden ter wereld. Mijn vader kwam toen ik negen jaar was voor een moeilijke keuze te staan: ofwel smeergeld betalen aan het leger dat onschuldige mensen vermoordde of zijn gezin laten oppakken. Hij heeft geen seconde getwijfeld en vervolgens zijn we gevlucht naar Turkije.”
In 2011 brak er een burgeroorlog uit in Syrië die Hussein Alali zijn jeugd in onzekerheid bracht, waardoor ze uiteindelijk in 2013 naar Turkije zouden vluchtten voor het regime. “Verhuizen naar Turkije was moeilijk. Je verlaat je huis, je vrienden en je school. In Turkije voelde ik me nooit echt welkom. De discriminatie was merkbaar en onderwijs voor Syrische studenten daar was niet evident.”
Een nieuwe poging op een beter leven
Het gezin zag geen duurzame toekomst in het land en verhuisden opnieuw richting Europa. Op zijn veertiende belandt Alali met zijn familie in Nederland. “De Nederlandse taal leren was een uitdaging, maar ik wilde per se naar HAVO (Vergelijkbaar met het technisch secundair onderwijs in Vlaanderen, red.).”
“In Maastricht, een stedelijke omgeving, voelde ik me welkom omdat er veel andere jongeren met een migratieachtergrond waren en vriendschappen kwamen vanzelf.” Door een lange afstand tussen zijn woonplaats en de opleiding wisselde hij uiteindelijk van school. Maar op de nieuwe school, in een meer landelijke omgeving, liep het mis. “Ik was de enige buitenlander op die school en werd daardoor gepest. Mijn motivatie kelderde en op mijn achttiende besloot ik om daar te stoppen.”
Toch gaf hij de moed niet op. Hij legde de ‘21+ toelatingstoets’ af voor een studie aan de universiteit, maar bedrijfskunde bleek daarbij uiteindelijk geen optie te zijn. Daarna ging hij studeren voor transportmanager. Na dit succesvol af te ronden en zich verder te verdiepen in douanezaken, kwam zijn vader, die al twintig jaar lang ‘Tajex Logistics’ runt in Syrië, maar deze wil uitbreiden naar Europa, met goed nieuws. “Ik schrijf het bedrijf op jouw naam in. Je kan beter de taal beheersen en ik merk dat je ambitieus bent”, zei hij. Om sterker te staan, studeert Alali nu alsnog bedrijfskunde. Hij zit in zijn eerste jaar en dat verloopt vlot. Hij zegt elke dag bij te leren.
“Mijn motivatie is nooit geld geweest. Mijn familie moest jarenlang leven in angst en onzekerheid. Nu wil ik stabiliteit creëren, voor ons en voor mijn familie die nog woont in Syrië”
Binnen de Nederlandse vestiging van ‘Tajex Logistics’ doet Hussein Alali alles zelf. Van klantencommunicatie en douanezaken tot samenwerking met Belgische transporteurs in de haven van Antwerpen. Hij droomt van uitbreiding: een kantoor bij Maastricht Airport, personeel aanwerven en de vestiging in Syrië heropstarten.
Terug naar Syrië
“Mijn motivatie is nooit geld geweest. Mijn familie moest jarenlang leven in angst en onzekerheid. Nu wil ik stabiliteit creëren, voor ons en voor mijn familie die nog woont in Syrië. Ik wil jongeren laten zien dat het mogelijk is: iets opbouwen, ook al lijkt alles tegen te zitten.”
Na jaren zonder contact kon Alali eindelijk zijn familie in Syrië terugzien. Dit werd mogelijk na de val van Bashar al-Assad, die bijna 25 jaar een dictoriaal regime leidde. “Toen ik eindelijk het land weer binnenkwam, was ik drie dagen zeer stil. Alles kwam terug: mijn oude tuin, mijn huis, mijn kindertijd. Dat raakte me enorm.”
Hij spreekt met hoop over de toekomst van Syrië, al is zijn blik genuanceerd. “Ik steun het nieuwe kabinet omdat het beter luistert naar de mensen. Maar het land is nog lang niet hersteld. Pas als het écht veilig is, overweeg ik om terug te keren.”