In een reeks interviews rond jongeren en religie vroeg onze reporter Stef (22) verschillende jongeren naar hun levensbeschouwing. De voorbije weken passeerden ze allen de revue: van katholiek tot boeddhist, van islamiet tot atheïst. Uit deze waardevolle gesprekken heeft Stef enkele conclusies kunnen trekken, maar eerst wil hij zijn eigen overtuiging schetsen.

Velen vragen zich af waarom ik voor dit onderwerp over jongeren en geloof koos. Het antwoord is eenvoudig: zolang ik me kan herinneren, ben ik geïnteresseerd in godsdienst, mythologie en symboliek. Ik groeide op in een gemengd gezin van een katholiek opgevoede moeder en iets minder katholiek opgevoede vader. Ik ging naar een katholieke school, van de kleuterschool tot en met het secundair onderwijs. Ik ben gedoopt, heb mijn communie en vormsel ontvangen. Meermaals zong ik in een koor kerkliederen mee. Voor de meerderheid van de Belgen is dit blijkbaar nog steeds de standaardopvoeding.

 

De zoektocht

Halverwege mijn tienerjaren begon ik echter te twijfelen aan mijn identiteit en aan het bestaan van God. Ik denk dat iedereen in zijn leven een periode van twijfel tegenkomt, sommigen vroeger, anderen later. Voor mij kwam het - naar mijn eigen gevoel - op het juiste moment. Als je al een identiteitscrisis doormaakt, kan een geloofscrisis er nog wel bij. Dat had ik dan al gehad. Ik begon steeds meer boeken over verschillende religies en symbolen te lezen en kwam uiteindelijk ook bij filosofie terecht.

Tegen dan had ik uit mezelf veel over de wereld en het bestaan nagedacht. Toen ik in de laatste twee jaar van het secundair onderwijs bij de richting Humane Wetenschappen terecht kwam, was dat letterlijk en figuurlijk de zevende hemel. Het was een openbaring en een bevestiging van al mijn theorieën. Ik leerde dat er anderen waren die er net zoveel mee bezig waren als ik. Er staan boeken vol met spirituele denkers, predikers en filosofen van over de hele wereld. Het had me maar achttien jaar geduurd om ongeveer in de buurt te komen van wat zij bedacht hadden. Het was nadien onvermijdelijk dat mijn interesse voor religie en spiritualiteit in de journalistiek zou overvloeien.

 

 

Iedereen is gelovig

De levensbeschouwing die ik heb gevonden, luidt: God bestaat, maar niet op de manier dat de meeste mensen denken. De meerderheid van de gelovigen denkt bij God aan een soort entiteit, een kracht of een persoon. Het goddelijke, zoals ik het noem, is veel meer dan dat. Zelfs in mijn eigen woorden kan ik het niet bevatten. Het goddelijke is enerzijds allesomvattend en anderzijds niets-omvattend. Onze beperkte menselijke intelligentie kan het werkelijke goddelijke nooit omvatten, daarom hebben wij in plaats daarvan een idee gevormd dat we God noemen. Iedereen heeft er een eigen interpretatie voor. Uw god is dus niet mijn god.

En toch denk ik dat we het allemaal over hetzelfde principe hebben. Het is geen entiteit maar een soort natuurkracht. Het ontstaan van het heelal heeft er in ieder geval mee te maken. We komen het dichtste in de buurt met de oerknal. Vervolgens zijn we op zoek gegaan naar de kleinste gemene deler, waar alle materie uit is opgemaakt. Wetenschappers noemden het zelfs schaamteloos het ‘godsdeeltje’. Op die manier is wetenschap eigenlijk een vorm van levensbeschouwing of godsdienst. Iedereen gelooft wel ergens in, vaak zonder het te beseffen.

 

 

Er is altijd twijfel

Maar zelfs van deze hele theorie kan ik niet rotsvast overtuigd zijn. Geloven betekent voor mij dat er altijd ruimte is om te twijfelen. Socrates, de grondlegger van de filosofie, besefte al honderden jaren voor het bestaan van huidige grote godsdiensten, dat je alles in twijfel kan trekken. Niets is zeker. Met deze wetenschap moeten we als mensen leren omgaan om enigszins normaal te kunnen leven. We moeten het evenwicht proberen te vinden tussen alle dualiteiten in het leven.

Wanneer men over het midden spreekt, gaat het meestal om een lijn. Ik denk dat het eerder om een grijs gebied gaat en zeker niet gulden is. Uiteindelijk bepaal je zelf in welke illusies je gelooft en welke niet, zolang je maar in je achterhoofd houdt dat het illusies zijn. Meer dan dat kan ons brein niet aan. Het kan zeker zijn dat ik nog niet aan het einde van mijn zoektocht ben en misschien geloof ik binnen enkele jaren wel iets anders.

 

 

Conclusies

Volgens de jongeren die ik heb geïnterviewd, is de ervaring het belangrijkste element van geloven. Niet alleen je persoonlijke ervaringen, maar het delen van deze ervaringen met anderen. Het samenkomen met bekenden, vrienden en familie is belangrijk voor zowel gelovigen als niet-gelovigen. Een deel van je levensvisie wordt bepaald door je opvoeding, maar je krijgt wel de kans om eraan te twijfelen als je dat wil. Sommigen hebben daarom gekozen om atheïstisch te worden. Zoals ik eerder aangaf, zijn er volgens mij geen mensen die geen levensbeschouwing hebben en dat vond ik bij deze jongeren terug. Er is altijd een soort twijfel, een soort ‘iets’ dat in hun achterhoofd blijft spoken.

Ik hoop met deze reeks artikels mensen aan te zetten om open gesprekken te voeren over spirituele zaken. Ik hoop dat ik heb kunnen aantonen dat jongeren aangesproken moeten worden als het gaat om dergelijke zaken binnen onze gemeenschap. De vragen die we ons stellen over geradicaliseerde jongeren bewijst dat dit nodig is. Net als bij zoveel andere zaken zijn jongeren in dit verhaal een beetje vergeten. Het lijkt alsof alleen kinderen en oudere mensen nog gelovig zijn. In realiteit is niets minder waar. Ik hoop samen tot een positievere kijk op de wereld te kunnen komen en dat we altijd het beste in de mens blijven zien. Ik bid elke dag tot het goddelijke dat het zo mag zijn.

Amen.

© 2014 – StampMedia – Stef Vananderoye

 

 

 


 

Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 02/01/2015
Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 04/02/2015