© Junior Journalist

Junior Journalist is de grootste schrijfwedstrijd voor jongeren uit Vlaanderen en Brussel en wordt jaarlijks georganiseerd door het Davidsfonds. Tijdens de editie 2022-2023 was het thema ‘#trots, #lokalehelden’. Marthe Castenmiller werd derde in reeks 2: eerste graad secundair onderwijs.

Als ik een jongen was geweest, dan was dit nooit gebeurd. Dan zou dit voorval mij nooit zijn overkomen, en had mijn mama een trauma minder gehad. Het leek zo’n goed plan op voorhand. Niemand had toen kunnen voorspellen dat ik door mijn stomme handelen ging zweven tussen leven en dood. De mensen zeggen wel eens: 'Wie mooi wil zijn, moet pijn lijden', maar dit was overdreven.

Prinses Marthe

Ik groeide op in een gelukkig en fijn gezin. Met mijn oudere broer en jongere zus beleefde ik de leukste avonturen. We ravotten in de tuin en speelden verstoppertje in het bos, maar ook alleen kon ik me perfect amuseren. Mijn 23 poppen zaten bij mij in de klas. Als ze hun huiswerk niet mee hadden, kregen ze er een dubbele dosis strafwerk bovenop. Ook kon ik me uren bezighouden met mezelf te verkleden en mooi te maken (Alhoewel ik dat natuurlijk van mezelf ook al was).

Ik had net m’n mooiste prinsessenkleedje aangetrokken. Op dat moment kon ik niet blijer zijn. Wat zag ik daar hangen? Dat leek op oma haar mooie zilveren halsketting, waar ik zo dol op was. Wat zou die goed bij mijn jurkje passen. Elza zou jaloers worden als ze mij nu kon zien. Die ketting moest ik hebben, maar met mijn kleine handje kon ik er net niet bij.

Zuurstof

Snel pakte ik het groene trapje en zette het op de juiste plaats. Voorzichtig ging ik bovenop het trapje staan. Ik pakte de ketting en bond hem rond mijn hals. Oké, nu weet ik wel dat de ketting om een rolgordijn op te trekken er precies als een sieraad uitziet, maar als klein meisje dacht ik op dat moment werkelijk dat ik de mooiste ketting van de wereld om mijn hals had hangen.

Ik stond nog op het trapje, maar wilde naar de spiegel in de gang lopen om mezelf te bewonderen. Natuurlijk kon ik niet weg omdat de ketting rondom mijn hals ook nog boven in de muur vastzat. Ik bewoog wat naar links. Een raar voorgevoel overspoelde mij. Ik was al bijna zeker dat ik ging vallen. Het trapje wankelde en gleed onder mijn voeten vandaan. Ik probeerde mijn evenwicht te behouden, maar het was al te laat.

Ik zakte omlaag. De ketting spande zich om mijn hals. De adem werd me afgesneden. Alleen mijn grote teen kon de grond nog raken. Dat was te weinig om me uit deze situatie te bevrijden. Adem. Lucht. Zuurstof. Zo simpel, normaal, maar nu onmogelijk. De geluiden om me heen werden steeds zwakker. Het werd zwart voor mijn ogen. Was dit werkelijk het einde?

Redding

Het beeld van de keukenstoel komt terug. Lucht stroomt weer mijn longen in. Wat een zalig gevoel. Mama staat over mij gebogen en vraagt of ik oké ben en of ik nergens pijn heb. Ik geef mama een dikke knuffel. Ze wrijft over de striemen in mijn nek. “Wat een geluk dat ik net de keuken binnenkwam, zodat ik je kon bevrijden”, zegt ze opgelucht. “Als ik 10 seconden later was geweest, dan was mijn ergste nachtmerrie uitgekomen.”

vorige volgende