(Apache) Wie zei er dat het niet goed gaat met de journalistiek? Het Franse Mediapart rondt de grens van 100.000 abonnees en De Correspondent gaat verder op de succesvolle weg die Rob Wijnberg vorig jaar insloeg. Of hoe mooi en hoopgevend het huwelijk tussen digitaal en onafhankelijkheid kan zijn, ook na de wittebroodsweken.

‘Mediapart ça ne marchera jamais’. De woorden van  de Franse zakenman Alain Minc, ooit een invloedrijk man achter de schermen bij Le Monde en later adviseur van ex-president Nicolas Sarkozy, liepen vorige week als een rode draad door een speciale ‘Live’ uitzending van Mediapart. De Franse nieuwssite met focus op onderzoeksjournalistiek ging een avond lang in debat met haar lezers. De krant – Mediapart noemt zich heel bewust ‘un journal’ – gaf volledige inzage in de boeken. De oprichters debatteerden met hun lezers over de toekomst, over de weg die de voorbije jaren met vallen en opstaan werd afgelegd en over de tegenkanting vanuit media en politiek.

Weggelachen

Mediapart verzette de voorbije jaren de bakens in de eerste plaats op inhoudelijk vlak. Onder meer met het uitbrengen van de zaak Bettancourt, de duistere financiering van de electorale campagnes van Nicolas Sarkozy en onthullingen over de Zwitserse bankrekening van de (intussen afgetreden PS-minister) Jérôme Cahuzac, maar vooral met een uitgebalanceerde aanvoer van goed uitgewerkte nieuwsverhalen.

Naast hun harde nieuwsverhalen is er ook het economisch verhaal achter de nieuwssite. Dat leest als een sprookje. Opgericht door een aantal gerenommeerde journalisten in 2007, op een moment dat digitaal nog niet eens in zijn kinderschoenen stond, werd Mediapart weggelachen. Niet enkel door de hierboven geciteerde Alain Minc trouwens. Naar aanleiding van het ronden van de kaap van 100.000 abonnees publiceerde Mediapart een indrukwekkend lijstje met denigrerende uitspraken van politici, mediamensen en andere prominenten die de voorbije jaren ‘slachtoffer’ werden van een onderzoek gepubliceerd op de online krant:

Isabelle Balkany (RPR): “Ik hoop uit de grond van mijn hart dat Mediapart mislukt”
Alain Finkielkraut (filosoof en politiek commentator): “De nieuwssite Mediapart geeft me zin om van planeet te veranderen”
Jean-François Copé (Sarkozyst): “Ze gebruiken methoden, vergeef me de vergelijking, uit de jaren ’30″
Dominique Paillé (UMP): “Mediapart is een schande voor de journalistiek. Edwy Plenel heeft bloed aan de handen, of toch iets dat er op lijkt.”
Ziad Takieddine (wapenlobbyist): “U bent het vuilste onder de vuiligheid”
Alain Minc: “Als Mediapart echt het model voor een onafhankelijke pers wordt, dan maak ik me zorgen voor de Franse democratie. Ik bezweer u, mijn ervaring leert me dat Mediapart nooit zal lukken.”

2,5 miljoen euro

Helemaal onbegrijpelijk was de originele scepsis tegenover de ambitieuze plannen van de initiatiefnemers achter Mediapart niet. De krant wilde na drie jaar 50.000 abonnees halen en break-even draaien. Weinigen achtten dat mogelijk. Het geld bij elkaar brengen was dan ook geen sinecure. Maar vooral dankzij de ‘vrienden van Mediapart’ die geloofden in het project kon de site toch opstarten in 2007. Intussen telt Mediapart 100.000 abonnees. Twee keer meer dan de initiatiefnemers in hun ‘wilde dromen’ voorop stelden. Een investeringsfonds dat na twee jaar werking een miljoen euro op tafel legde en zo voor een noodzakelijke kapitaalverhoging zorgde, wordt komende lente ‘uitgekocht’. Om de 22 procent aandelen, aangekocht voor een miljoen euro, terug te kopen wordt nu 2,5 miljoen euro betaald (Mediapart is vandaag dus ruim 11 miljoen euro waard). Maar het geld interesseert de initiatiefnemers niet. Met de uitkoop wil Mediapart in de eerste plaats haar nieuwe baseline verder gestalte geven: ‘seuls nos lecteurs peuvent nous acheter’.

Vandaag stelt Mediapart 50 mensen te werk: 35 journalisten en 15 mensen die zich bezig houden met het technische luik van de site, de abonnementenwerving en de marketing. Redactiechef François Bonnet en directeur Marie-Hélène Smiejan schrijven het succes vooral toe aan het geslaagde huwelijk tussen het digitale en de absolute onafhankelijkheid. In tegenstelling tot wat het geval is bij klassieke papieren kranten gaat het gros van het geld naar journalistiek, niet naar papier, drukpersen en distributie. Dat maakt dat advertentie-inkomsten niet nodig zijn en de krant draait op lezers. Enkel aan de lezer is bijgevolg verantwoording verschuldigd. Dat zorgt er meteen ook voor dat die lezers een veel sterkere band hebben met ‘hun krant’. Mediapart betrekt hen ook heel expliciet, onder meer via debatten, fora, levendige blogs en ‘live’ uitzendingen. Voor het gros van de abonnees is Mediapart bijgevolg veel meer dan enkel een krant. Dat lukt enkel door de lezers niet als advertentievoer te zien. Iets waarop het klassieke businessmodel van kranten vandaag wel draait.

De Correspondent

Ook De Correspondent mikt heel duidelijk op ‘leden’ in plaats van ‘lezers’. De term ligt in Nederland juridisch lastig, maar drukt wel goed uit dat ook de volgers van De Correspondent meer zijn dan gewoon mensen die een artikel lezen. Na een zeer succesvolle crowdfunding startte het initiatief  van Rob Wijnberg vorig jaar in september. Intussen telt De Correspondent 34.000 leden en de cruciale hernieuwing van de jaarabonnementen lijkt behoorlijk succesvol te verlopen.

Inhoudelijk zijn er wel behoorlijk grote verschillen tussen Mediapart en De Correspondent. Waar de Franse krant het beste van ‘oude journalistiek’ aan ‘moderne technologie’ koppelt, profileert De Correspondent zich veel scherper rond de invulling van het woord nieuws. De baseline is niet voor niets ‘uw medicijn tegen de waan van de dag’.

De Correspondent is geen klassieke opiniesite, maar kiest er wel uitdrukkelijk voor haar journalisten stelling te laten nemen, na grondig onderzoek van een thema. Zo zet Wijnberg eerder zijn journalisten (of ‘correspondenten’) in de markt. Mediapart zet haar merk vooraan.

Allebei doen ze dat met succes en in beide gevallen levert dat soms fantastische journalistiek op. Old school en new school. Maar misschien is de belangrijkste realisatie van Mediapart en De Correspondent wel dat ze opnieuw een plek hebben gecreëerd waar journalistiek kan gedijen. Dat er opnieuw hoop is dat een kapot businessmodel niet het einde van de journalistiek hoeft te betekenen.

© 2014 – Apache – Tom Cochez