Reporter Maité Vandenbosch stelt zich vragen bij “de vreemde vanzelfsprekendheid waarmee mannen gynaecoloog kunnen worden.”
Onlangs kwam het nieuws naar buiten dat het parket in beroep gaat tegen de opschorting van de straf voor een student gynaecologie die schuldig werd bevonden aan verkrachting. De jonge man werd door de rechter omschreven als ‘getalenteerd en geëngageerd’. Alsof dat iets afdoet aan wat hij heeft gedaan. Het nieuws raakte me diep. Niet alleen omdat het over seksueel geweld gaat, maar ook omdat het blootlegt wat we zelden durven benoemen: de vreemde vanzelfsprekendheid waarmee mannen gynaecoloog kunnen worden.
Uit cijfers van Riziv van zowel 2015 als van vorig jaar blijkt dat een meerderheid van de vrouwen vraagt om een vrouwelijke gynaecoloog. Dat is geen detail. Dat is een signaal. Als de overgrote meerderheid van je patiënten zich niet comfortabel voelt bij een bepaalde groep zorgverleners, moet je je als samenleving afvragen of die groep wel op die plek thuishoort. Gynaecologie is een intiem, lichaamsgericht, en vaak emotioneel beladen specialisme. Waarom zou het dan niet vanzelfsprekend zijn dat vrouwen zich daar het meest veilig en begrepen voelen bij andere vrouwen?
Machtsdynamiek
Daar komt de machtsdynamiek bovenop. In een land als België waarin 42 procent van de vrouwen ooit een vorm van hands-on seksueel grensoverschrijdend gedrag meemaakt, moeten we kritischer kijken naar wie er macht uitoefent over het vrouwenlichaam, en op welke manier.
Een mannelijke gynaecoloog mag dan medisch onderlegd zijn, hij blijft opereren binnen een historisch geladen machtsstructuur waarin vrouwenlichamen vaak zijn gemedicaliseerd, gecontroleerd en geobjectiveerd
Een mannelijke gynaecoloog mag dan medisch onderlegd zijn, hij blijft opereren binnen een historisch geladen machtsstructuur waarin vrouwenlichamen vaak zijn gemedicaliseerd, gecontroleerd en geobjectiveerd. Dat hoeft niet te betekenen dat elke mannelijke gynaecoloog onveilig is. Maar het betekent wel dat de context nooit helemaal neutraal is. Dat sommige vrouwen spanning of wantrouwen voelen, is geen overgevoeligheid. Het is een realistische reflex in een wereld waar die spanning vaak gerechtvaardigd is.
Sommigen zullen zeggen: ‘Een arts is een arts’. Maar dat is een te simplistische gedachte. Een brein, een knie of een hart onderzoeken is niet hetzelfde als een vagina of een baarmoeder onderzoeken. In een gynaecologisch onderzoek geeft een vrouw zich letterlijk en figuurlijk bloot. Ze moet vertrouwen geven, vaak zonder dat ze dat vertrouwen echt kon opbouwen. Dat is niet zomaar ‘deel van de job’, dat is een kwetsbaarheid die fundamenteel anders is dan bij andere medische specialisaties.
“Niet alles wat kan, moet ook zomaar kunnen”
In België zijn 52 medische beroepstitels erkend. Eén daarvan is Gynaecologie-verloskunde. Dus waarom zou een man uit die 52 titels eentje kiezen die zich net in de vrouwelijke intieme anatomie specialiseert? Het is een ongemakkelijke vraag, maar het is er één die moet gesteld worden. Want als een man met ernst zegt: “Ik wil mij dagelijks professioneel bezighouden met het vrouwelijk lichaam”, dan wringt dat bij mij. De vraag: “Waarom wil jij dit?” zou een normale, kritische reflex moeten zijn.
We mogen de samenleving best af en toe zeggen dat niet alles voor iedereen is. Gelijke rechten betekent niet altijd gelijke uitkomsten, of gelijke functies. Zorg betekent plaatsmaken, luisteren naar de noden van de ander, ook als dat betekent dat je als man een bepaalde ruimte niet mag innemen. Misschien moeten we beginnen met het erkennen van dat ongemak. Niet alles wat kan, moet ook zomaar kunnen. Zeker niet als het over lichamen gaat, over grenzen, over vertrouwen. Zeker niet in een wereld waar zoveel vrouwen al geleerd hebben dat hun ‘nee’ niet altijd telt. Of waar hun ‘nee’ niet luid genoeg was. Laat de zorgsector dan op z’n minst een plek zijn waar hun ‘ja’ echt vrijwillig voelt, en hun ‘nee’ iets betekent.