In ‘Bente en Boudewijn’ belicht Wetstraatjournalist Christophe Deborsu het actuele vraagstuk over de toekomst van België. Blijven Wallonië en Vlaanderen verenigd of valt het land uiteen? In deze meeslepende roman bepaalt de lezer zelf het einde.
Christophe Deborsu vertelt het intrigerende liefdesverhaal van Bente, een Vlaams-nationaliste, en Boudewijn, een Waalse Belgisch gezinde. Hun relatie staat onder druk door de ouders van Bente, die sterke banden hebben met het Vlaams Belang. Onder hun invloed raken Bente en Boudewijn betrokken bij de ontvoering van N-VA-politicus Bart De Wever – een passage die zich afspeelt in 2026 en het land op zijn kop zet. Met deze historische fictie doet Deborsu nadenken over de toekomst van ons land.
De auteur laat afwisselend verschillende personages aan het woord en voorziet elk fragment van tijd en locatie. Deze diverse perspectieven geven de lezer een veelzijdige beleving van het verhaal en laten hem in de huid van elk personage kruipen. Door tijd en locatie te vermelden kan Deborsu moeiteloos door de tijd springen, wat de spanning in het verhaal houdt.
Het hoofdthema van de roman is actueler dan ooit. Het debat over de toekomst van België speelde een prominente rol tijdens de verkiezingen van juni 2024. Ook de ontvoering van De Wever trekt de aandacht, aangezien die in de echte wereld aan het begin staat van zijn ambtstermijn als Belgische premier.
Deborsu werpt echter een vernieuwende blik op dit eeuwenoude debat door de toekomst concreet te maken. Richting het einde van het boek moet de lezer een test invullen die bepaalt welk slot hij zal lezen. In het eerste einde, ‘De val van België’, splitst het land. In einde 2, ‘De wil van België’, blijft België verenigd. Deborsu daagt de lezer zo uit om na te denken over het debat.
Door de twee eindes te schrijven, erkent Deborsu dat hij niet weet welk pad het land zal bewandelen. Een glazen bol heeft Deborsu helaas niet, maar de toekomst van ons land is de moeite waard om over na te denken.