'Wat doen jullie voor een betere positie van moslimvrouwen op de arbeidsmarkt?' Die vraag stelde Mustafa Özbilgin aan zowel seculiere als religieuze instellingen. De Turkse professor onderzocht de situaties in Pakistan en Turkije, maar heeft ook een mening over Vlaanderen.

“Vrouwen worden overal gebruikt als een middel voor een beter imago. Maar niemand kan echt bewijzen dat dat zij gelijkwaardig behandeld worden. Het is nog altijd overal een mannenwereld.” Mustafa Özbilgin ondersteunt deze uitspraak met cijfers uit studies over Pakistan en Turkije.

Banksector

Pakistan en Turkije hebben veel gemeen. Beide landen zijn niet-Arabisch, hebben een moslimmeerderheid, werden gekoloniseerd en kennen een grote vorm van genderongelijkheid. Het verschil zit in de wetgeving: die van Turkije is gebaseerd op seculiere beginselen zoals de scheiding van Kerk en Staat, terwijl Pakistan de sharia als fundament heeft. De economische activiteit van vrouwen in Turkije en Pakistan is respectievelijk 51,2 % en 36,7%.

Turkije lijkt op het eerste zicht een land waar vrouwen een gelijkwaardige positie in het werkveld hebben. Özbilgin legt uit: “Het viel mij op dat in Turkije vrouwen sterk vertegenwoordigd zijn in de bankensector en de aandelenmarkt. Maar toen merkte ik dat enkel in de hoge en middenklasse de toestand van vrouwen vooruitgang heeft gekend. Als we kijken naar de landbouwsector, zien we zeer weinig vrouwen, terwijl net daar de grootste werkgelegenheid is.”

Menstruatie

Verklaring daarvoor is volgens zijn studie dat de feministische beweging in Turkije weinig oog heeft gehad voor de positie van vrouwen in de lagere sociale klassen. Özbilgin hekelt het beleid van de Turkse politici. “Om vrouwen te beschermen komen ze af met rare voorstellen”, vertelt hij. “Zo is er nu een regel die zegt dat vrouwen recht hebben op vijf dagen verlof tijdens hun menstruatie. Welke werkgever gaat dan nog makkelijk een vrouw aannemen als zij elke maand vijf dagen afwezig is?”

Verder vindt hij ook dat Turkije een obsessie heeft met het verleden. Als vrijzinnige begrijpt hij dat het land haar seculier karakter wil beschermen. “Mijn vraag is: welke vooruitgang biedt dat aan vrouwen?” Hij vervolgt: “Door vrouwen met een hoofddoek niet toe te laten op universiteiten, kunnen zij ook nog eens door religieuzen gebruikt worden als slachtoffer van het secularisme.”

Culturele hindernissen

Pakistan blijft ook niet gespaard van Özbilgins kritiek als het gaat over participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt. “In dat land is er vooruitgang geboekt door een vrouwenbeweging, maar dit heeft duidelijk zijn grenzen”, vertelt Özbilgin. “De wetgeving staat niet in de weg dat culturele gebruiken een hindernis blijven voor Pakistaanse vrouwen.” Als voorbeeld noemt hij de ‘purdah’, een culturele traditie die vrouwen contact verbiedt met mannen buiten de familie. “Dit gebruik wordt voorgesteld als een onderdeel van de islam en krijgt zo een legitimatie.”

De professor benadrukt wel dat hij het zinloos vindt om te discussiëren over wat wel of niet van de islam is, of wat nu de juiste interpretatie is van deze religie. “Belangrijk is dat in de praktijk een gelijkheid tussen de geslachten tot uiting komt”, legt hij uit. Daarbij vindt hij dat de strijd tegen genderongelijkheid los moet zijn van een ideologie. Özbilgin: “Alle ideologiën, maakt niet uit of ze seculier of religieus zijn, worden gedomineerd door mannen.”

Vlaanderen

Die laatste vaststelling vindt hij ook terug in West-Europa, waaronder in Vlaanderen. “Telkens er een debat is die vrouwen aangaat en hun rechten, zien we dat het voornamelijk mannen zijn die het debat voeren. De stem van de vrouwen waarover het gaat, komt meestal weinig aan bod”, aldus de professor.

Meryem Almaci van de partij Groen! en panellid tijdens het gesprek na de lezing, linkt de analyse van Mustafa Özbilgin aan de mogelijkheden voor vrouwen op de Belgische arbeidsmarkt. “Vrouwen worden nog altijd op allerlei manieren gediscrimineerd”, aldus Almaci. “Die discriminatie bestaat soms ook door de dominante context die het toelaat. Iemand met een hoofddoek kan makkelijk gediscrimineerd worden. Een vrouw weigeren omdat ze blauwe ogen heeft, is daarentegen iets waar iedereen het over eens is dat dat niet kan.”

Vooruitgang

Maar Özbilgin is ervan overtuigd dat verandering op komst is, zowel wat betreft de participatie van moslimvrouwen op de arbeidsmarkt als hun zichtbaarheid in de rest van het openbare domein. “Dertig jaar geleden zou ik hier tijdens een lezing geen enkele moslimvrouw aantreffen met een hoofddoek”, zegt hij. “Nu zie ik er drie. Het is een langzame vooruitgang maar een groot verschil.”

Mustafa Özbilgin is professor in Human Resource Management aan de universiteit van East Anglia. Tijdens een lezing op 23 februari in de Uhasselt presenteerde hij zijn onderzoek. Nadien volgde een panelgesprek met Sarah Bracke (KUL, godsdienstsociologie en cultuur), Els Flour (voorzitter VOK), Meryem Almaci (federaal parlementslid van Groen!) en Patrizia Zanoni (Uhasselt, directeur SEIN).

© 2010 – StampMedia – Hasna Ankal


Dit artikel werd gepubliceerd door MO* - online op 26/02/2010
Dit artikel werd gepubliceerd door Gündem - online op 26/02/2010