De plannen van de KU Leuven om studenten die te slecht scoren in hun eerste jaar te weigeren voor een herinschrijving zitten in de laatste fase en kennen een breed draagvlak. Dat weet het Leuvense studentenblad Veto. "We willen studenten sneller laten heroriënteren, op het moment dat hun slaagkansen quasi onbestaande zijn."

Het voorstel om slecht scorende studenten te weigeren kwam oorspronkelijk vanuit de rechtenfaculteit. Ondertussen werkte de werkgroep Onderwijs- en Examenreglement (OER) een voorstel uit voor de hele KU Leuven. Concreet zou men studenten weigeren als die na de herexamens van het eerste jaar minder dan 20 of 30% Cumulatieve Studie-efficiëntie (CSE) halen. Dat percentage geeft de verhouding weer tussen het aantal studiepunten dat je opnam en het aantal studiepunten waarvoor je slaagde.

Een CSE van 30 procent komt neer op het behalen van 18 studiepunten, ongeveer drie of vier vakken. Haal je dat niet, dan word je voor een jaar geweerd uit die opleiding. Vicerector Onderwijsbeleid Didier Pollefeyt is alvast overtuigd van het nut. “Er zijn veel te lage slaagcijfers in alle bacheloropleidingen. We willen studenten sneller laten heroriënteren, op het moment dat hun slaagkansen quasi onbestaande zijn. Bovendien hebben we harde empirische evidentie: van deze groep kunnen we met grote waarschijnlijkheid zeggen dat ze geen diploma zullen halen.”

Geldverlies

Pollefeyt baseert zich op cijfers die verzameld werden door zijn diensten. Die schetsen een hallucinant beeld. Ongeveer een vierde van de eerstejaars zit onder de 30 procent CSE. Van degenen die zich herinschrijven, haalt uiteindelijk 6,5 procent een bachelordiploma. Voor degenen die onder de 20 procent zaten, is dat zelfs 5,6 procent.

Concreet komt het er op neer dat 7 van 252 studenten onder de 20 procent hun diploma in die richting haalden, en 13 op 345 bij CSE onder de 30 procent. Haal je meer dan 30% dan schieten je diplomakansen de lucht in: bij 40 procent CSE haalt al 16 procent van de heringeschrevenen uiteindelijk zijn bachelordiploma.

De algemene vergadering (AV) van de Studentenraad KU Leuven besloot vrijdagavond het voorstel te steunen en te gaan voor een beperking van 30 procent. Marijke Vanderschot, mandataris in de Onderwijsraad voor de Studentenraad KU Leuven en lid van de werkgroep OER, legt uit: “We hebben de cijfers voorgelegd en de AV vond zo’n grens redelijk. Enkele faculteiten gingen voor 20 procent omdat 30 procent hen te streng leek, maar zij waren in de minderheid. De grens is duidelijk gekozen: boven de 30 procent zijn er te veel mensen die uiteindelijk wel een diploma in die richting zouden behalen.”

Of de maatregel financiële voordelen zal hebben, valt af te wachten. Door het systeem van onderwijsfinanciëring, waarbij universiteiten geld krijgen voor elk studiepunt opgenomen door eerstejaars, verliest de KU Leuven mogelijk het geld van de gebuisde eerstejaars die vroeger een jaartje mochten bissen. Pollefeyt: “We verliezen mogelijk geld door deze maatregel. Maar we gaan volop voor kwaliteit. Omdat we minder moeten investeren in studenten die het niet kunnen halen, kunnen we tijd en middelen herinvesteren in studenten die het wel zouden halen.”

Weinig weerstand

Waar het voorstel van de rechtenfaculteit vorig academiejaar nog op hevige tegenkanting stuitte, lijkt de kritiek in het licht van de cijfers nu te verstommen. Pollefeyt: “Er is een breed draagvlak voor deze maatregel. We hebben liever dat studenten vooruitgang boeken door succeservaringen dan dat ze voortdurend verder afzakken in het watervalsysteem. We hebben de grens gelegd op dat punt dat zoveel mogelijk winst en zo weinig mogelijk verlies met zich meebrengt.”

Bovendien hoeft het daar niet te eindigen voor diegene die vroeger uiteindelijk wel een diploma had gehaald, aldus Pollefeyt. “We hopen dat een aantal studenten alerter zullen studeren, en dat die groep van zes procent minder risico’s gaat nemen. Zo zullen we dat procent naar beneden kunnen halen. Het is ook niet zo dat we mensen definitief gaan uitsluiten. In tweede instantie kunnen ze via zalmtrajecten en schakelprogramma’s eventueel later een universiteitsdiploma halen.” Er komen uitzonderingen voor studenten die wegens overmacht, zoals ziekte of een overlijden, niet aan de benodigde studiepunten raken.

Bij de studenten viel weinig kritiek te merken op het voorstel tot een bindend studieadvies. Vanderschot: “De cijfers spraken voor zich. Met deze maatregel kunnen onsuccesvolle studenten zich tijdig heroriënteren, en eventueel later een diploma in die richting behalen als ze terugkomen of terug instromen. Het is te eenvoudig om te zeggen dat we mensen hun diploma afnemen. Het is ook een sterk symbolische maatregel die eerstejaars hopelijk zal aanmoedigen harder te werken, waardoor er meer mensen over die grens van 30 procent CSE zullen raken.”

Johan Verberkcmoes is één van de vicedecanen die deze week in de onderwijsraad moet beslissen over het voorstel. “We houden vast aan de openheid van ons onderwijs, maar het is nodig dat deze maatregelen tenminste onderzocht worden. Een duidelijke studieduurvertraging is zichtbaar, en heel veel studenten buizen in het eerste jaar.” Toch wil Verberckmoes niet gezegd hebben dat het voorstel er ook ongewijzigd komt. “Het debat moet aangegaan worden. Er zijn ook mogelijkheden om bijvoorbeeld iets te doen na het tweede jaar. Alles moet naast elkaar gelegd worden.”

© 2014 – Korneel De Schamp van Veto