Antwerpen transformeert binnenkort met de heraanleg van de Frankrijklei, de renovatie van de Handelsbeurs en de nieuwe Gedempte Zuiderdokken. Tom Coppens, professor Ruimtelijke Ordening aan de Universiteit Antwerpen, en Frans Lauwers, kabinetschef van de Schepen van Stadsontwikkeling (N-VA) bespreken het belang van de Antwerpse stadsbouwmeester. Stadsplanner Seppe De Blust vertelt over de plannen om de Antwerpenaar in de toekomst vaker in contact te laten komen met ‘den Oudaan’ – ook zonder iets te mispeuteren.

De heraanleg van de Frankrijklei is gestart en is een eerste stap naar het toekomstige autoluwe Operaplein. De renovatie van de Handelsbeurs tot ontmoetingsruimte is eindelijk begonnen en volgens de nieuwe plannen worden de Gedempte Zuiderdokken het Central Park van Antwerpen. Ook de werken aan de Fierensblokken in de Nationalestraat starten binnenkort. Het historische gebouw blijft behouden, maar zal betaalbare appartementen huisvesten.

Tom Coppens, professor Ruimtelijke Ordening aan de Universiteit Antwerpen, en Frans Lauwers, kabinetschef van de Schepen van Stadsontwikkeling (N-VA) bespreken ondertussen wat het belang van de Antwerpse stadsbouwmeester moet zijn. Stadsplanner Seppe De Blust vertelt over de plannen om de Antwerpenaar in de toekomst vaker in contact te laten komen met ‘den Oudaan’ – ook zonder iets te mispeuteren.

Vlaanderen ♥ individuele eigendom

Een oneindige variëteit aan bouwstijlen typeert Antwerpen en bij uitbreiding Vlaanderen. Volgens architectuurhistoricus Francis Strauven wil elke eigenaar dat zijn woning er nadrukkelijk anders uitzien dan die van zijn buren. Al in de negentiende eeuw was het Vlaamse woonbeleid gericht op individueel eigendom. Een woning kopen werd zo goedkoop mogelijk gemaakt, waardoor iedereen kon kiezen wat voor huis hij wou bouwen. Bovendien wilde de overheid arbeiders een dak boven het hoofd bieden zodat ze niet in opstand kwamen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog kozen de Duitse bezetters lokale experten om die ruimtelijke ordening vorm te geven. In België werd dat de ingenieur-architect Raphaël Verwilghen. Voordien was bouwen aan weinig regels onderworpen en daar wou Verwilghen verandering in brengen. Maar zijn wetgeving die een sterke ruimtelijke ordening voorschreef, werd in 1944 alweer afgeschaft door de Belgische regering in Londen. Die meende dat Verwilghen en zijn medewerkers met hun plannen medewerking verleenden aan de vijand.

Omdat de Duitsers zijn plannen steeds meer naar hun hand wilden zetten, trok Verwilghen zich al tijdens de bezetting terug uit zijn functie. Hoewel hij  na de oorlog gezien werd als collaborateur werd zijn wetgeving uiteindelijk toch in grote lijnen overgenomen in de Stedenbouwwet van 1946. Na heel wat heen en weer getrek, waren er uiteindelijk duidelijke regels, maar ze werden nauwelijks toegepast omdat Verwilghen de plak niet meer zwaaide. Ambtenaren controleerden te laks en de bevolking behield de afkeer voor een sterk overheidsoptreden van voor de oorlog. Het gevolg: zowel voor als na de Wet op de Stedenbouw van 1946 bouwt de Belg hoe hij het wil.

© Cornelius Noll

Verschillende bouwstijlen op Vlerickveld vlakbij het Mechelseplein – al sinds de negentiende eeuw geeft de overheid eigenaars de vrijheid om te bouwen hoe ze willen.

Onze huidige ruimtelijke ordening is bijgevolg het resultaat van al die individuele woningen. In één straat zie je soms huizen uit vijf verschillende stijlperiodes. Dat wekt de verbazing van toeristen uit landen waar huizen meer op elkaar lijken. Nederlanders spreken bijvoorbeeld van ‘Belgische toestanden’ als ze door de Antwerpse straten lopen: één grote wanorde waar iedereen zelf beslist. Nederlandse steden zijn traditioneel mooi geordend en de huizen gelijkaardig. In Antwerpen was er geen stedenbouwkundig kader met als resultaat een kakofonie van stijlen of een klein architecturaal rampgebied.

Begin jaren negentig start onze overheid met inspanningen om de ontstane ruimtelijke wanorde te beperken. Illegale bebouwing wordt afgebroken, mooie kasseien moeten wijken voor verkeersdrempels en voorsorteerstroken. Bouwvergunningen zijn niet meer zo maar te verkrijgen.

'Disneyficatie' van de Meir

De Meir is een typevoorbeeld van een straat met verschillende bouwstijlen, maar er is er een tegenbeweging op gang die terug gaat naar de originele architectuur. De gevel van Galleria Inno lijkt weer op de originele uit 1901. McDonald’s koos voor zijn tweede vestiging op de Meir voor een gevel en interieur die zo goed mogelijk lijken op de bouwplannen uit 1852. Tom Coppens, professor Ruimtelijke Ordening aan de Universiteit Antwerpen legt uit: “Die trend is al lang bezig en gebeurt in heel Europa: de 'disneyficatie' van de binnenstad. Winkels gaan erfgoed gebruiken om meer kopers aan te trekken en een goed functionerende winkelstraat gaat zich gedragen zoals een shoppingcenter. Historische gevels worden dus hersteld omwille van hun commerciële meerwaarde.” Marketeers zouden zo’n gevel “een echte blikvanger” noemen.

© Cornelius Noll

Uiteenlopende architectuur op de hoek van Tabaksvest en Blauwtorenplein – toeristen uit Nederland die vooral gelijkaardige huizen gewend zijn, noemen het ‘Belgische toestanden’.

Coppens heeft meer sympathie voor de herbestemming van de Boerentoren, in 1931 de eerste wolkenkrabber in Europa. “In principe gaat het om het opvullen van leegstaande bedrijfsruimte. De start-ups die zich er hebben gevestigd zijn een goede oplossing. Er werd ook een hele campagne rond gevoerd.” KBC stelt vandaag zestien van de zesentwintig verdiepen ter beschikking van startende bedrijven. Meer dan negentig start-ups maken van de Boerentoren een soort verticale Silicon Valley.

Het autovriendelijk beleid van het huidige bestuur kan op minder academische steun rekenen. Coppens: “Dat is een keuze waarbij veel stedenbouwkundigen zich vragen stellen. Nieuwe parkeergebouwen, buurtparkings en de ‘oorlogsverklaring’ aan de fietsers via straatpamfletten breken met de visie van het vorige bestuur. Ook op Europees vlak is het een redelijk achterhaalde visie om de wagen zo ver binnen te trekken in de stad." Peter Rees, voormalig stadsplanner van Londen, deelt zijn mening. “Alles in Antwerpen is op maximaal een half uur wandelen. Waarom staan er dan zoveel wagens op straat geparkeerd? Doe die weg en leg er een fietspad aan”,  stelde hij vorig jaar tijdens een bezoek aan onze stad.

Stadsbouwmeester: onafhankelijk, maar politiek benoemd

Wanneer een nieuw stadsbestuur aan de macht komt, wil het zich gedeeltelijk afzetten tegen de keuzes van haar voorgangers. Dat doet de stadsplanning, een langetermijnoefening bij uitstek, niet goed volgens Rees. Hij pleit voor een sterke stadsbouwmeester. Dat is een onafhankelijke ambtenaar die de belangen van de politiek moet verzoenen met die van de burgers, bouwpromotors en architecten. Hij zoekt naar een gezamenlijke oplossing die de lokale belangenstrijd overstijgt.

Vier stadsbouwmeesters in de laatste twee jaar zijn niet los te zien van de veranderingen in het Antwerpse bestuur. Sp.a moest in 2012 haar plaats als grootste partij afstaan aan N-VA. Stadsontwikkeling was het stokpaardje van sp.a burgemeester Janssens, resulterend in een sterk betrokken stadsbouwmeester Kristiaan Borret. Té betrokken zelfs volgens critici, waaronder N-VA die Borret in 2014 onverwachts aan de deur zet.

© Cornelius Noll

Politietoren Oudaan - Onze-Lieve-Vrouwekathedraal - KBC-toren of ‘Boerentoren’. De nieuwe stadsbouwmeester Christian Rapp is voorstaander van meer hoogbouw in Antwerpen.

Nieuw bestuur, nieuwe accenten

Na een overgangsfase in 2015 onder leiding van Bob Van Reeth en Christophe Grafe, is nu de gerenommeerde Duitse architect Christian Rapp stadsbouwmeester. “Het was onze bedoeling om iemand te kiezen met internationale ervaring en uitstraling. Dat is belangrijk voor de stad”, zegt Frans Lauwers, kabinetschef van de Antwerpse schepen voor Stadsontwikkeling Rob Van de Velde (N-VA).

Rapp combineert zijn nieuw Antwerps mandaat met dat van gasthoogleraar aan de TU Eindhoven, de leiding van zijn Amsterdams architectenbureau Rapp + Rapp en een zetel in de Welvaartscommissie van de stad Potsdam in Duitsland. Het is (op de voornaam na) een sterk contrast met Kristiaan Borret, die naast bouwheer enkel gastprofessor aan de Universiteit van Gent was. “Borret zat heel nauw op zijn dossiers en deed mee aan de voorbereiding ervan. Hij gaf al in de vroege fase advies”, zegt professor Ruimtelijke Ordening Coppens. “De vorige stadsbouwmeester was niet meer onafhankelijk”, is het besluit van Lauwers.

Rapp werkt maar twee dagen per week in Antwerpen. “Maar hij kan beroep doen op zijn dienst en volgt de dossiers ook van thuis uit”, zegt Lauwers. Volgens Coppens wou het vorige bestuur de dossiers zo veel mogelijk door de stadsdiensten laten voorbereiden: “Het nieuwe bestuur wil op dat vlak meer ruimte laten voor private ontwikkelaars.” Het staat vast dat Rapp minder uitvoerig bezig zal zijn met Stadsontwikkeling. “Dat hoeft ook niet. Hij moet vooral de lijnen uitzetten en een langetermijnvisie voor de stad helpen ontwikkelen”, zegt Lauwers. Rapp zal ook individuele projecten behandelen, maar niet elk stedenbouwkundig dossier.

Qua visie is Christian Rapp niet al te ver verwijderd van Rob Van de Velde, schepen voor Stadsontwikkeling (N-VA). Beiden zijn voorstanders van meer hoogbouw in Antwerpen. Rapp noemt de Antwerpse hoogbouwwetgeving “redelijk conservatief”. Volgens hem is de fiets in de binnenstad het ideale transportmiddel, geparkeerde wagens moeten “van straat verdwijnen”. Wil hij dat auto’s het stadscentrum zo veel mogelijk vermijden, of eerder dat ze gewoon uit het zicht verdwijnen in ondergrondse of private parkings? De toekomst zal het uitwijzen.

‘We Kopen den Oudaan’ gaat een stap verder

De Politietoren (‘den Oudaan’ in de volksmond) wordt in september verkocht en krijgt daarna een nieuwe functie. Bureau voor sociaal-ruimtelijk onderzoek Ndvr en vrienden pleiten voor een invulling waar Antwerpenaren rechtstreeks iets aan hebben. Seppe de Blust, socioloog en stadsplanner bij Ndvr: “In het stadscentrum is er vooral nood aan goedkope vierkante meters. Flexibele kantoren voor startende ondernemers, atelierruimtes of sociale voorzieningen kunnen nu enkel buiten of aan de rand van de stad een plaats vinden. De Oudaan kan daar verandering in brengen. Wij werken aan een model om juist dat te bereiken.”

© Cornelius Noll

Oudaan: de verkoop werd van eind mei opgeschoven naar begin september. Pas wanneer de lokale politie vertrekt, mag de koper beginnen renoveren. Dat is ten vroegste eind 2018.

Het idee van ‘We kopen samen den Oudaan’ begon als crowdfundingproject. “Bij een koopbedrag van minstens tien en een half miljoen euro bleek dat niet de beste strategie. Daarom zijn we nu op zoek naar investeerders om onze plannen te realiseren”, zegt De Blust. Toch verdwijnen de Antwerpenaren niet helemaal uit beeld. Eens het gebouw gekocht is, kunnen de gebruikers van het gebouw eigenaar worden door mee in een coöperatie te stappen. Dat is een organisatie zonder winstoogmerk die gericht is op het bouwen, beheren en verhuren van betaalbare woonruimte.

“De verkoopprocedure van de Oudaan is puur gericht op de hoogste bieding. Dat laat weinig ruimte voor innovatie”, zet De Blust voort. Frans Lauwers, kabinetschef van de Antwerpse schepen voor Stadsontwikkeling Rob Van de Velde (N-VA), is niet akkoord. “Het gaat niet alleen over geld. De keuze is ook afhankelijk van het ingediende plan, of we dat goed vinden als stad en of dat plan een meerwaarde kan bieden voor de stad”. Dus de hoogste bieder haalt de buit niet noodzakelijk binnen? In een mail corrigeert Lauwers zijn antwoord: “De toewijzing zal inderdaad enkel gebeuren op basis van het hoogste bod. Maar de koper moet ook een masterplan opmaken met zijn visie over het gebouw. Bij de opmaak van dat plan is de stad uiteraard nog betrokken.”

Omdat de politie de Oudaan verlaat, is de stad ook op zoek naar een aannemer voor de bouw van een nieuw politiehoofdkantoor. Lauwers: “De kandidaten voor het nieuwe gebouw hebben de optie om ook een bod uit te brengen op de Oudaan, al is dat niet verplicht. Maar als de ene het wel doet en de andere niet, heeft die eerste al een streepje voor.” De verkoopbundel van stedelijk vastgoedbedrijf AG Vespa stelt echter iets anders: kandidaten voor de bouw van het nieuwe hoofdkantoor zijn verplicht om een bod uit te brengen. Zo is bevoordeling al vanaf het begin uitgesloten, en kan AG Vespa rekenen op kapitaalkrachtige kandidaat-kopers voor de Oudaan. Het nieuwe hoofdkantoor van 40.000 m² zal meer dan tweehonderd miljoen euro kosten. Al vloeit er maar één tiende van dat bedrag naar de gekozen bouwpromotor, het blijft meer als genoeg voor de aankoop van de oude Politietoren in de Oudaan.

© 2016 - StampMedia/AP Hogeschool (Den Triangel) - Cornelius Noll