In de lente van 2009 richtten Stijn Preuveneers (23) en Bert Jacobs (23) de band '
The Strzebonsky Noizescene' op. Dit jaar wonnen ze de Limbolink wedstrijd en openden ze Genk On Stage (GOS) op zaterdag 25 juni. Ongeveer twintig mensen trotseerden het slechte weer en zakten af naar het optreden.

De jeep van The Strzebonsky Noizescene kreeg onderweg een platte band, maar de groep haalde hun optreden op het nippertje. "Ook de regen gooide roet in het eten. Eigenlijk hadden we nog minder volk verwacht. Dan hadden we iedereen op een pintje getrakteerd", zegt Jacobs.

De beginjaren

Preuveneers en Jacobs begonnen met jamsessies en evolueerden naar echte songs. "Zoek niet teveel achter onze teksten. Ze zijn geen afspiegeling van ons leven en helemaal niet diepzinnig. Onze muziek draait om het gevoel, de klank en het ritme", aldus Jacobs. Net zoals de groepsnaam. Het mocht bovendien geen gemakkelijke naam zijn. "Noizescene spreekt voor zich. Strzebonsky verzonnen we door willekeurige letters bij elkaar te gooien. Zo kwamen we uit bij een Poolse achternaam. In Genk wonen er enkele mensen die Strzebonsky heten", aldus Preuveneers.

Foo Fighters

Voorlopig is The Strzebonsky Noizescene nog niet bekend genoeg voor grote festivals. "We treden momenteel op in clubs en cafés. Klein en gezellig", vertelt het duo. Net zoals de meeste beginnende bands droomt de groep luidop. Een optreden op een festival als Pukkelpop zien ze bijvoorbeeld wel zitten. "Of met een Ford Transit op tournee door Frankrijk, waar een grote scene voor onze muziek is. En afsluiten in Parijs met de Foo Fighters in ons voorprogramma", aldus Jacobs.

"Maar eerst deze zomer gewoon nog spelen op Wijerrock en de nieuwe plaat voorbereiden die we in de winter gaan opnemen. Onze vorige plaat ‘I Think We’re On To Something’ kwam uit in februari en kreeg goede recensies van Studio Brussel en RifRaf. Daar mag dus best een vervolg op komen", denkt Preuveneers.

© 2011 - StampMedia – Ingrid Tokaruk, Foto's: Cynthia Milani en Robbert Van Nes


Dit artikel werd gepubliceerd door Het Belang van Limburg - online op 26/06/2011