© Hanne Swennen

Openbaar vervoer en publieke gebouwen in Vlaanderen zijn niet altijd even goed aangepast aan de noden van mensen met een beperking. Geen of een te steil hellend vlak voor rolstoelgebruikers, te smalle doorgangen, geen tekst in braille beschikbaar voor blinde mensen, beperkte visuele informatie voor dove mensen: de Vlaamse infrastructuur heeft nog een lange weg af te leggen.

Freya Deboutte (23) uit Aarschot heeft een visuele beperking en zit van kleins af aan in een rolstoel. Ze engageert zich als vrijwilliger voor verschillende belangenorganisaties. Als ambassadeur bij Onafhankelijk Leven vzw probeert ze mensen bewust te maken van alle problemen die mensen met een beperking ervaren. In Vlaanderen kan het volgens Freya veel beter op vlak van toegankelijkheid voor hen. “Omdat ik veel krijg van de maatschappij, wil ik iets teruggeven door vrijwilligerswerk te doen”, zegt ze. Naast ambassadeur bij Onafhankelijk Leven is ze ook vrijwilliger bij de werkgroep diversiteit van de Vlaamse Jeugdraad, die de Vlaamse regering adviseert en suggesties tot verbetering geeft. “Ik wil een aanspreekpunt zijn voor verschillende doelgroepen.”

Lift enkel bereikbaar via de trap

Alle openbare gebouwen moeten aan specifieke criteria voldoen om toegankelijk te zijn voor mensen met een beperking. “Bij nieuwbouw valt het vaak mee, maar oudere gebouwen zijn vaak niet aangepast waardoor ze niet toegankelijk genoeg zijn voor mensen met een beperking,” aldus Freya. Gebouwen die aan de criteria voldoen krijgen subsidies, maar volgens haar wordt er niet genoeg nagedacht over de infrastructuur: “Eenmaal de subsidies binnen zijn, denken ze niet verder na over andere mogelijkheden om de toegankelijkheid te verbeteren. Ze falen vaak in hun opzet en proberen niet genoeg uit.” Zo vertelt Freya dat er in een Leuvense parking wel een lift is, maar die enkel bereikbaar is via de trap. Liften hebben vaak ook geen braille op hun knoppen waardoor het voor blinden en slechtzienden moeilijker is om de juiste knoppen te vinden. “Er zijn initiatieven, maar je moet er blijven achter zitten, want anders lijkt het alsof er geen nood is aan verandering.”

Film niet zelf kiezen

“Uitgaan in oude cafés is moeilijk omdat die vaak geen rolstoelplaat hebben, maar ik ben gestopt met altijd op voorhand op te zoeken waar ik makkelijk binnen kan. Ik zie het dan als mogelijkheid om het probleem aan te kaarten bij de eigenaar in de hoop dat er iets verandert.” Ook zijn niet alle cinemazalen rolstoelvriendelijk waardoor de filmkeuze op voorhand al beslist wordt, ongeacht de persoonlijke voorkeur. “Vaak is er dan ook een veel te steil, hellend vlak”, voegt Freya toe.

Autorijden is voor veel mensen met een beperking niet vanzelfsprekend, daarom gebruiken ze vaak het openbaar vervoer. “Het gaat de goede richting uit”, zegt Freya, “Maar in vergelijking met het buitenland is er in Vlaanderen nog veel ruimte voor verbetering.” De buschauffeur moet het rolstoelplatform handmatig opentrekken, terwijl er in andere landen, bijvoorbeeld Spanje, bussen rijden waarbij het platform automatisch opengaat. “Als hier op voorhand was over nagedacht, zou alles automatisch kunnen zoals nu in het buitenland al het geval is”.

De Lijn en de NMBS vragen dat mensen met een beperking goed op voorhand hun rit reserveren om de gepaste assistentie te verlenen. “In sommige stations is er zelfs geen assistentie. In andere plaatsen moet ik mijn trein 3 uur op voorhand aanvragen en 20 minuten vroeger komen,” zegt Freya. “In andere landen kan je gewoon op een knop duwen en zelfstandig de trein opgaan.” Als rolstoelgebruiker moet je bij De Lijn minstens 24 uur op voorhand (bij voorkeur 48 uur) reserveren. “Aan elke korte rit, gaat een grote planning vooraf.” Volgens Freya is het dan nog steeds mogelijk dat je een bus hebt die niet rolstoeltoegankelijk is of er simpelweg geen plaats meer is. “Ik had alles aangevraagd en ze hebben mij gewoon laten staan”.

Niet gehandicapt genoeg

In Vlaanderen bestaan er diensten voor aangepast vervoer. Gebruikers vragen hun rit aan en betalen vaste opstapkosten en een bepaald bedrag per kilometer. Ze worden dan opgehaald en naar hun bestemming gebracht. “Het is als het ware een taxi voor mensen met een handicap.” Het is makkelijker en comfortabeler maar nog niet ideaal. “Een rit kan erg duur zijn, zelfs al bestaan er initiatieven zoals de Minder Mobielen Centrale die vanuit de regering de eerste 50 kilometer subsidieert.”

Voor blinden en slechtzienden bestaat er een gps die luidop zegt waar je je bevindt. Het apparaat kan makkelijk 800 euro kosten. Het wordt echter enkel terugbetaald voor mensen die minstens 90% zichtvermindering hebben en waarvan de ogen zelf de oorzaak van de beperking vormen. Freya voegt toe : “Ik was niet gehandicapt genoeg om daar recht op te hebben omdat de oorzaak van mijn visuele beperking vanuit mijn hersenen komt.”

In het algemeen vindt Freya dat er goede ideeën en initiatieven zijn om openbaar vervoer en gebouwen voor iedereen toegankelijk te maken. Maar een idee wordt vaak minder goed uitgevoerd waardoor het voor mensen met een beperking niet praktisch is. “We weten dat het een grote investering is om dingen aan te passen, maar als er vooraf beter over nagedacht was, zagen we nu al de positieve gevolgen ervan”, zegt Freya. Als ambassadeur spoort Freya aan: “Denk buiten je bubbel en ga in dialoog”.


Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 26/11/2018

Dit artikel werd gepubliceerd door Zizo op 06/12/2018

vorige volgende