BRUSSEL – Nog tot vrijdag loopt de vierde editie van Eye on Palestine in de Koninklijke Vlaamse Schouwburg. Het cultureel festival beoogt aan de hand van een brede waaier activiteiten een positief beeld van Palestina te schetsen en mensen te sensibiliseren. "We willen het oudbakken beeld van Palestina als getormenteerd door oorlog en terrorisme doorbreken", klinkt het.

Eye on Palestine, dat in Gent en Brussel doorgaat,  is een samenwerking tussen een resem vredesbewegingen en culturele organisaties: Pianofabriek, KVS, vzw Vrede, Victoria Deluxe, Masereelfonds, Oxfam, Menarg, al.arte.magazine en De Centrale. Sigrid Vertommen, assistente aan de Menarg: “We zijn begonnen als een filmfestival. In de loop der jaren hebben we het aanbod uitgebreid met gesprekken met filmmakers, muziekoptredens, theater, lezingen, masterclasses en video-art- en fotografietentoonstellingen.”

“We willen het oudbakken beeld van Palestina als getormenteerd door oorlog en terrorisme doorbreken”, legt Vertommen uit. “Palestina is veel meer dan dat. Het heeft heel wat interessante kunstenaars, muzikanten en theatermakers. Ons doel is Palestijnse kunst en cultuur in de Belgische scene te introduceren op een positieve manier. We bieden hen een platform aan in België zonder hen louter te bestempelen als Palestijnen. We verliezen het conflict daarbij niet uit het oog, maar willen het niet daartoe verengen. Uiteraard is het ook ons doel om te sensibiliseren. We kiezen bewust om dit niet heel expliciet te doen, maar door de ogen en verhalen van Palestijnen zelf.”

Op de goedgevulde openingsavond kon je een bezoek brengen aan een vernissage van Disarming Design, een Europees-Palestijnse samenwerkingsverband van ontwerpers. Zij verkochten een aantal Palestijnse producten. Daarnaast kon je de video-installaties Al-Jisser en This Mined Land of Ours bezichtigen. Er was ook een screening van de documentaire Apples of the Golan.

Toot ard

Blikvanger van de avond was Toot Ard (Arabisch voor aardbeien), een reggae/ska-band uit Majdal Shams in de betwiste Golanhoogvlakte. In 1967 veroverde Israël het grootste deel van de Golan op Syrië. In 1981 annexeerde Israël het gebied. De band bestaat uit de broers Rami (drummer) en Hasan (zanger en toetsenist) Nakhleh, Shady Awidet (gitarist), Amr Mdah (saxofonist) en bassist Yezan Abrahim. Hasan stelt dat zij, in tegenstelling tot andere artiesten in Israël/Palestina, niet erg activistisch zijn. ”Wij delen onze persoonlijke ervaringen. Soms hebben die natuurlijk achterliggende politieke oorzaken, maar wij zingen niet op directe wijze over de politieke situatie.”

“Ik ben meer anarchistisch,” vervolgt Nakhleh, ”in die zin dat ik niet strijd voor een staat en dergelijke. Ik wil noch een Palestijnse, noch een Israëlische staat. Politici langs beide kanten doen weinig goeds. Wat voor mij telt zijn mensenrechten. Ik weiger zowel uit principe als door sociale druk het Israëlische burgerschap te aanvaarden, net als de meeste inwoners van de Golan. Hierdoor heb ik dezelfde plichten, maar niet dezelfde rechten als Israëli’s. Ik moet bijvoorbeeld belastingen betalen, maar heb veel minder bewegingsvrijheid.”

"Missing identity"

“Ze wissen eigenlijk je identiteit. Wij hebben een permanente verblijfskaart, maar geen nationaliteit”, legt Nakhleh uit. “Daarom hebben we een gevoel van missing identity, van behoren tot een thuisland. Wij kregen nooit de toestemming om Syrië te bezoeken. Ik weet niet of ik me Syrisch, Palestijns of Arabisch moet voelen. Het hangt af van welke dag het is”, lacht Nakhleh.

Welke moeilijkheden ze hierdoor ondervinden op muzikaal vlak? “Het is erg moeilijk om optredens te organiseren”, stelt Nakhleh vast. “We weigeren deel te nemen aan concerten die gefinancierd worden door de Israëlische autoriteiten. We moeten veel energie steken in de creatie van een eigen netwerk van artiesten. We moeten locaties voor optredens zoeken of inrichten en een publiek aanwerven. Bovendien kunnen we niet reizen naar onze buurlanden behalve Egypte en Jordanië. Dat verhindert mogelijke samenwerkingsprojecten en buitenlandse concerten. Zo blijven we in kleine zalen voor een klein publiek spelen. Dat maakt het erg moeilijk om ons verder te ontwikkelen.”

© 2014 – StampMedia – Seppe Malfait


Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 01/04/2014
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 01/04/2014