(Erasmix) Sociale media zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Wie tegenwoordig niet actief is op Facebook of Twitter is niet mee. Dat geldt ook voor journalisten. Vraag is hoe zij hun functie als journalist kunnen combineren met een persoonlijk onlineaccount. Tijdens een 'Mediacafé' van deBuren en het Fonds Pascal Decroos gaven journalisten Alexander Pleijter (De Nieuwe Reporter), Dean Wright (voormalig hoofdredacteur van het Amerikaanse nieuwskanaal MSNBC) en freelancer Olaf Koens hun professionele mening.

Job kwijt door Twitter

Thema van het mediadebat: 'Twitter kan je je job kosten'. Geen hypothetische stelling, maar een feit. Freelancer en fervent twitteraar Olaf Koens bv. is een opdrachtgever kwijt door zijn Twitteractiviteiten. Een andere werkgever moedigt die activiteiten dan weer aan. En dat is nu precies de moeilijkheid. Want hoe weet een journalist wat online kan en wat niet?

Verschillende professionals hebben het over een code die bepaalt wat journalisten op hun profiel zetten en wat niet. De sprekers van de avond noemen het liever ‘richtlijnen’. Die kunnen de journalist aanmoedigen om onafhankelijkheid, integriteit en respect voor de opdrachtgever of het bedrijf te bewaren. Maar zelfs zonder die richtlijnen zouden journalisten professioneel genoeg moeten zijn om met zulke zaken rekening te houden.

Niet te persoonlijk

Daar wringt nu net het schoentje. Is een Facebook- of Twitteraccount niet privé? Mogen journalisten dan niet, net als zovele anderen, hun gevoelens en meningen op het web blootleggen? Toch wel, maar ze moeten beseffen dat ze een bekende persoon blijven en dat hun persoonlijke tweets nog steeds bepalend kunnen zijn om een nieuwe job te krijgen. 'Bij journalisten die "als persoon" vertellen hoe ze dronken struikelden over hun deurmat, zou ik beginnen te twijfelen aan hun persoonlijkheid en daardoor ook aan hun werk', vat Dean Wright het fijntjes samen.

Als je al let op wat je typt op het wereldwijde web, mag je dan nog wel fan worden van groepen op Facebook? Nog zo’n ingewikkelde kwestie die afhangt van veel factoren. Een sportjournalist moet geen lid worden van de Anderlecht-fanpage. Op Twitter kan je dan weer wel een ploeg ‘followen’, want dan volg je gewoon hun doen en laten. En wat met bevriend worden met bekende sportmannen of politici? De sprekers van dienst verschillen op dat vlak fel van mening. De Nederlander ziet hier geen graten in, de Amerikaan vindt dit absoluut not done. Zelfs al ben je bevriend met zo iemand in het echte leven, als journalist hoef je dat niet openbaar te maken. Volgens Wright is het een maatschappelijk probleem om online te willen uitpakken met je aantal vrienden en contacten.

Valse naam

Journalisten kunnen het zich dus moeilijk veroorloven om te persoonlijk te worden op het internet. Is een vals account dan de oplossing? Hoe spannend en grappig een alias ook lijkt, het is geen optie. En volgens de aanwezige mediakenners bovendien kinderachtig. Mensen toestemming laten vragen om je te volgen op Twitter, is redelijk zinloos aangezien je net zoveel mogelijk mensen wilt bereiken als nieuwsmaker en verspreider.

Voor alle (toekomstige) journalisten geldt: hou je privéleven privé en volbreng je journalistieke taken in het openbaar. Misschien maak je door je professionalisme wel kans op de job van je leven. The big boss is watching you online.

Volg twitter.com/deBuren voor informatie over de mediacafés

© 2011 - Erasmix - Deborah Schollaert