© WIkimedia

Op 25 maart 2015 vielen de eerste bommen van de Saudische coalitie neer op Jemen. Het begin van een uitzichtloze oorlog die tekenend zal zijn voor alle Jemenieten. Vijf jaar later gaan de gevechten onverminderd verder, ondanks de vele vredesakkoorden die eerder op touw werden gezet. De menselijke tol is hoog en het lijkt een tunnel zonder einde, zeker nu ook COVID-19 voet aan grond krijgt in Jemen.

Waarom loopt het zo fout in Jemen? Brengen de vredesakkoorden zo weinig soelaas? En is COVID-19 een kans voor een solide staakt-het-vuren? Met deze vragen wendde ik me tot drie experts: Dr. Moosa Elayah, Jemenitische docent aan de universiteit Nijmegen, Chams Eddine Zaougui, columnist over het Midden-Oosten voor De Standaard en Catherine De Bock, verantwoordelijke voor humanitaire beleidsbeïnvloeding bij Oxfam-Solidariteit. 

Waarom loopt het zo spaak in Jemen? 

Zaougui: In Jemen hebben de littekens zich op elkaar gestapeld. Om de wortels van het conflict in zijn huidige omvang te begrijpen, kan men niet anders dan terugkeren in de geschiedenis. De koloniale ontwikkelingen in de 19de eeuw  waren noodlottig voor Jemen. Het Europees imperialisme zadelde het land op met een aantal nadelen die telkens opgerakeld werden over de jaren. De Britten, die controle hadden over het zuidelijke Aden, en de Ottomanen, die schuil hielden in de noordelijke bergen, zaaiden vooral verdeeldheid onder de lokale bevolking. Een groot gevoel van wantrouwen heerste tegenover elkaar maar ook ten aanzien van de staat. Het waren de eerste barsten die de samenleving ernstig heeft verminkt.

Dr. Elayah: Doorheen de jaren nam die apartheid almaar toe, waardoor Jemen werd opgedeeld in twee staten: de noordelijke Jemenitische republiek en de zuidelijke Democratische Volksrepubliek. Die opsplitsing was kenschetsend voor de Jemenitische cultuur. In zekere mate ontvouwt dit de actuele spanningen en verschillen die zich vandaag afspelen tussen de Houthi’s en de zuidelijke afscheidingsbeweging Al-Hirak. Zo is de ideologie van de noorderlingen geïnspireerd op de Arabisch nationalistische principes, terwijl de zuiderlingen veeleer een socialistisch marxistische ideologie hanteerden. 

Heeft men die kloof ooit kunnen dichten? 

Zaougui: Eind jaren '60 werd het juk van de Europese bezetters min of meer afgeschud, maar sindsdien heeft Jemen die koloniale erfenis nooit kunnen rechttrekken. De belofte van dekolonisatie werd niet ingelost, integendeel. De voorafgaande tactieken die koloniale machten hanteerden, zoals verdeel- en-heersstrategieën, werden gewoonweg overgenomen door de nieuwe gezaghebbers.

In 1990 werd Jemen eengemaakt. Ali Abdullah Saleh, die in 1978 aan de macht kwam in Noord-Jemen, bekleedde de positie van president in de nieuwe republiek. De eenmaking bracht echter weinig voorspoed voor de Jemenitische bevolking. Onder de romantische, opgezwollen en nationalistische retoriek van ‘eigen volk en eigen land eerst’, ging  de toenmalige president Saleh verder op het elan van de koloniale voorgangers. 

Vanaf het begin wilde hij de tentakels van zijn macht verspreiden over het Arabisch schiereiland. Meermaals werd het politieke eigenbelang boven het maatschappelijke belang gezet. Zo vloeide de unificatie niet zozeer voort uit de redenering dat de toenmalige president begaan was met het lot van het hele land, of dat hij de beide volkeren wilde verenigen. Wel was het een strategische zet, omdat zich in het zuiden van het land de belangrijkste olievelden situeren. 

Wat betekende die machtsvergroting voor de Jemenieten? 

Dr. Elayah: Corruptie in Jemen was, en is nog steeds, wijdverspreid. Van kleine patronage-netwerken op alle niveaus in de staatshiërarchie (patronage is een sociaal verdelingssysteem waarbij de hoogste politieke regionen gunsten verlenen aan mensen in ruil voor steun, diensten of eerbetoon, red.) tot grootschalig nepotisme en zelfverrijking in de hoogste politieke klasse. Daarmee werden minderheidsgroepen jarenlang onderdrukt door het staatsapparaat, wat zorgde voor talrijke interne spanningen onder de stammen. 

De sjiitische minderheidsgroep, de Houthi-beweging, die ontstond in de jaren '90 als een jongerenverbond, streefde in zijn betoog naar meer zelfbeschikking en officiële erkenning van hun cultuur in de Jemenitische samenleving. Steevast gaf de groepering luidde kritiek op het bewind van de overheid, die tot hun groot ongenoegen politieke banden wilde aanscherpen met Saoedi-Arabië. Maar aan de Houthi-stem werd amper gehoor gegeven, wat de aanloop gaf tot een militaire mobilisatie en zo uitmondde in een staatsgreep in 2014. 

Zaougui: De calculaties die leiders maken, zijn meestal politiek egoïstisch en opportunistisch. Als gezaghebbers niet denken in termen van de samenleving of in functie van inclusie en pluraliteit, dan is dit een voedingsbodem voor onrust. In Jemen lagen de lonten klaar om te ontploffen.

Ondanks de Stockholm-akkoorden, die in 2018 werden geïnitieerd door de Verenigde Naties, gaat het geweld aan de frontlinies onverminderd verder. Waarom brengen die vredesonderhandelingen zo weinig soelaas? 

De Bock: Vrede is een proces van lange weg, wat ook met de Stockholm-akkoorden duidelijk werd. Het was een eerste, hoopvolle stap dat de twee regeringen van Jemen – de internationaal erkende regering van president Hadi in het zuiden en het rebellenkabinet van de Houthi’s in de hoofdstad Sanaa - afreisden naar de Zweedse hoofdstad. Na niet minder dan elf weken bemiddelen werd op 13 december 2018 een staakt-het-vuren afgesloten en een consensus bereikt over de belangrijkste haven van Hodeida. Maar zoveel jaar later blijft het geweld aanhouden, wat toch een teleurstelling is. Sinds maart 2020 zijn er nieuwe escalaties in de gouvernementen Al Jawf en Ma’rib waardoor 40.000 Jemenieten op de vlucht moeten slaan. 

Zaougui: De realiteit aan de gevechtslinies dringt zich op: slechts een kleine opflakkering is nodig om het geweld terug te doen oplaaien. In een oorlog waar zodanig veel verschillende spelers bij betrokken zijn, loopt het bijzonder moeizaam om een solide staakt-het-vuren te realiseren als men elkaar al jarenlang niet vertrouwt. Na al die jaren zitten de strijdende partijen verstrengeld in een aanslepend conflict, waar dusdanig veel eigen belangen mee gemoeid zijn. Dat maakt het des te moeilijker te ontwarren. 

© WIkimedia

Is er gebrek aan politieke wil van de strijdende partijen om dit conflict op te lossen? 

Dr. Elayah: Oorlog voeren is business. Omwille van de veel bestaande patronage-netwerken is het in het belang van sommige partijen om humanitaire hulpbronnen tegen te houden. Elke groepering regelt de buitenlandse hulp die onder haar controlegebied valt. Maar toegang tot hulp hangt af van de politieke loyaliteit van die maatschappelijke organisaties. Daarom worden hulpgoederen vaak verkocht op de zwarte markt, met als groot gevolg dat ze niet tot de meest precaire bevolkingsgroepen raakt.  

Zaougui: Ondanks dat Jemen verstrikt raakt in een humanitaire puinhoop, proberen belanghebbenden nog steeds de macht naar zich toe te trekken en het beste eruit halen. Al vijf jaar lang houden de Houthi’s stand tegen het militaire overwicht van een rist soennitische Golfstaten, met Saudi-Arabië op kop. Een positie die men niet al te graag opgeeft.

Ook voor de Saudische coalitie is een nederlaag in Jemen een doorn in het oog. Zij steunen het regime van president Abdu Rabu Mansour Hadi, die zwaar onder vuur ligt van de sjiitische Houthi-rebellen. Zij krijgen de facto steun van het sjiitische bewind in Iran. De Saudi’s willen een Iraanse vazalstaat in de zuidflank te allen prijze vermijden en het expansiedrang van de Iraniërs via de Houthi's in Jemen indammen. Daarmee is het schiereiland het slagveld van regionale grootmachten in het Midden-Oosten. 

Zolang het eigenbelang van de conflicterende partijen niet ondergeschikt wordt gemaakt aan het belang van alle Jemenieten, lijkt vrede nog ver weg. In zekere zin begint het Jemenitische conflict almaar meer te lijken op de Vietnamoorlog: een strijd van onomkeerbare weg met grote verliezen, waar niemand als winnaar zal uitkomen. 

Is er nood aan een nieuwe benadering? 

Dr. Elayah: Zeker en vast. Een doeltreffende benadering die focust op sociale inbedding, regionale mechanismen en inclusie, zodat de opvolging hiervan een groter draagvlak krijgt in de toekomst. Het vertrouwen in elkaar is verdwenen en daar moet men terug op inzetten. Net als het aan de kaak stellen van de patronage-netwerken en de corrupte overheidsinstellingen. Dat is de eerste stap richting een solide staakt-het-vuren. 

Zaougui: Een volgende stap is dat alle conflicterende partijen zich tot op zekere hoogte moeten schikken naar het hogere belang van Jemen. Of met andere woorden gezegd: het bekomen van een modus vivendi waar iedereen mee kan leven ongeacht de bestaande verschillen. Een toenadering waarin de focus ligt op het wegnemen van het zwaarste leed bij de bevolking. Enerzijds het vrijwaren van de humanitaire hulp, want die raakt geregeld niet tot de irreguliere netwerken, en anderzijds een halt roepen tot het bombarderen van scholen en ziekenhuizen. 

De Bock: Verder is het van groot belang dat de vredesbesprekingen een weerspiegeling zijn van de hele samenleving. Tijdens de Stockholm-akkoorden zaten enkel de Houthi’s en de erkende regering aan de onderhandelingstafel. De stem van de Jemenieten, zeker die van de jongeren en de vrouwen, werden helemaal niet vertolkt tijdens de besprekingen. Hoewel zij de impact van de situatie het meeste voelen. Jonge mannen grijpen veeleer naar wapens omdat ze daar meer voordeel in zien dan het volgen van onderwijs. Het uitzichtloze conflict kaapt de toekomst van deze jongeren en dat is een groot probleem. 

Dr. Elayah: Jemen stevent in rotvaart af op een confrontatie tussen het soennitische Saudi-Arabië en het sjiitische Iran. Het is ondenkbaar geworden om aan een onderhandelingstafel te zitten, met als doel de Jemenitische oorlog te ontknopen, als deze regionale grootmachten afwezig zijn. Naast de Jemenitische partijen moeten ook zij verantwoordelijk worden gesteld voor de inmenging in dit ontwricht conflict.

De Bock: De internationale gemeenschap kan politieke druk zetten om dit te faciliteren, zoals het stoppen van de wapenhandel met Saoedi-Arabië. België is lid van de VN-Veiligheidsraad, dus ook wij kunnen daar een rol in spelen. 

Antonio Guterres, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, riep recent op tot een wijdverspreide wapenstilstand nu het coronavirus de wereld in haar greep houdt. Op 9 april 2020 verkondigde Saoedi-Arabië een staakt-het-vuren voor twee weken aan. Kan het coronavirus het geweld een halt toeroepen in Jemen?

De Bock: Het kan een kans bieden. Maar of het coronavirus het geweld werkelijk het zwijgen kan opleggen, daar sta ik nogal sceptisch tegenover. Want net na de aankondiging van de secretaris-generaal van de VN werd een vrouwengevangenis gebombardeerd. Dat is de realiteit die zich op het terrein afspeelt. 

Wat wel positief is, is dat de overheid reeds maatregelen trof, zoals het sluiten van scholen en vlieghavens. In 2017 zagen we nog een cholera-epidemie, een snel uitgebroken crisis die meer dan twee miljoen Jemenieten besmette. De oorlog vernielde talrijke waterinstallaties waardoor toegang tot water enorm beperkt is. Bijna 17 miljoen mensen hebben hierdoor geen toegang meer tot proper water en bovendien zijn de helft van de gezondheidsinstellingen niet operationeel. Als covid-19 welig tiert in Jemen, zou dat een catastrofe betekenen. 

Zaougui: De strijd tegen corona is een metaforische oorlog van ondergeschikt belang. Ik vrees dat Saoedi-Arabië zich meer zorgen maakt om covid-19 in eigen land dan in Jemen. Het kan een mogelijkheid zijn om het conflict te de-escaleren, maar een onderbreking van het geweld is geen duurzame oplossing. 


Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 15/04/2020

vorige volgende