In Rome is een nieuwe herder gevonden. Maar of de (vooral jonge) schaapjes nog bereid zijn te volgen, in welke mate ze zich kunnen identificeren met hun leider en of er zelfs nog plaats is voor geloof in een gerationaliseerde omgeving, zijn pertinente vragen.

Walter Ceyssens en Samuel Overloop, twee jonge jezuïeten, waren vanaf het eerste moment diep onder de indruk van paus Franciscus I. “Hij is een sterk symbolische figuur die de essentie van het geloof met eenvoudige handelingen goed weet te communiceren. Nu al zien we dat hij voor een stijlbreuk zorgt”, klinkt het eensgezind. Zijn vorming als jezuïet is volgens hen een troef om opnieuw schwung in de rooms-katholieke kerk te brengen. “Hij is opgeleid om complexe knopen te ontwarren. Paus Franciscus I zal vooral ijveren voor meer solidariteit: de armen zijn onze hoogste bekommernis.” Een bijkomende troefkaart is dat paus Franciscus I zich als religieus denker niet zonder meer met de hiërarchische structuur van de kerk identificeert. “Jezuïeten worden slechts bij hoge uitzondering bisschop. Dat ligt niet in het verlengde van onze carrière. Daarom verwachten we dat hij tegendraads zal blijven optreden.”

In dialoog met traditie

Hoewel de instroom daalt, menen Ceyssens en Overloop dat het christendom in West-Europa zal overleven. “Maar dan wel als bewuste keuze: mensen zullen zoeken naar een kwaliteitsvolle manier om geloof te beleven. Zelfs in een gerationaliseerde samenleving vallen zinsvragen immers in het ijle zonder duiding. De zoektocht naar een verklarende traditie zal voortbestaan”, denkt Ceyssens. Beide leerkrachten zijn bijgevolg tegenstander van een algemeen levensbeschouwelijk onderwijsvak. “Dat zou een ontzettende afvlakking zijn. Hoe kan je tot diepgang komen als je verschillende levensbeschouwingen oppervlakkig behandelt? Jongeren leren het meest door de dialoog met een uitgespitte traditie aan te gaan. In confrontatie met het rooms-katholieke geloof helpen we ze om levensbeschouwelijk te groeien”, meent Overloop.

De jezuïetenbroeders stellen vast dat het zoeken naar 'zin' de afgelopen tien jaar is toegenomen. “De huidige generatie is veel minder gefocust op carrière maken en geld verdienen. In een samenleving die autonomie hoog in het vaandel draagt, willen ze zich opnieuw meer met anderen verbonden voelen. De jongeren speuren naar authenticiteit en stabiliteit.” Ceyssens en Overloop zijn er dus van overtuigd dat het rooms-katholicisme haar core business niet hoeft te veranderen. “Het zou onverstandig zijn om overhaast aan de grillen van de maatschappij tegemoet te komen”, zegt Overloop.

Het celibaat is slechts een regel

Toch wijzen de twee jonge jezuïeten erop dat de kerk over haar toekomst nadenkt. “De priester als voorganger in de liturgie is een essentieel element, het celibaat is dat niet. Het is slechts een regel, een discipline die op dit moment gevraagd wordt”, legt Ceyssens uit. Samuel Overloop kiest als jezuïet expliciet voor een celibatair leven, maar acht het niet onmogelijk dat die regel opgeheven wordt. “Op dit ogenblik overheersen de praktische bezwaren, maar toch zou het best kunnen dat paus Franciscus I het verplichte celibaat opheft.” Beiden staan open voor een dialoog over het vrouwelijke priesterschap en zijn geenszins voorvechters van de kinderdoop. “De volwassenendoop is in opmars, net omdat er weloverwogen voor het rooms-katholicisme gekozen wordt.”

Ze hopen dat paus Franciscus I als profeet de geschiedenisboeken zal ingaan. “We wensen dat hij voor veel mensen betekenisvol kan zijn, dat hij een eenvoudige kerk met een nederige God verkondigt.” Zijn invloed reikt blijkbaar al tot in Vlaanderen. “Enkele dagen na de pausverkiezing stapte monseigneur Bonny spontaan naar een invalide bejaarde achterin de kerk. De aandacht van paus Franciscus I voor de zwakkeren in onze maatschappij lijkt niet in dovemansoren gevallen te zijn”, aldus Ceyssens.

© 2013 – StampMedia – Laurens Soenen