(Supo.be) Wim Helsen en Bruno Vanden Broecke verschuilen zich in ‘Gij die mij niet ziet’ achter een wolk van absurdisme. Anderhalf uur lachen met de zieligheid van een ander.

Een verhaal over twee werklozen die hopeloos verliefd zijn op een onbestaande vrouw. Groeiend enthousiasme en een opwindende fantasie, die het publiek in de wereld van de personages Leopold en Victor sleept: dát is ‘Gij die mij niet ziet’, de eerste voorstelling van cabaretier Wim Helsen en acteur Bruno Vanden Broecke. “Het draait niet rond succes, plezier staat centraal.” Met die woorden verlaat Vanden Broecke ons gesprek na hun try-out in CC Mechelen. Geen sprake van druk, nochtans zijn de verwachtingen hooggespannen.

Op de planken zag het er nooit geforceerd uit, alles komt natuurlijk over.

Helsen: “We zijn vooral bezig met de energie die we in het stuk steken. Naarmate ‘Gij die mij niet ziet’ vordert, gaat die energie soms een andere richting uit en dat bepaalt ook hoe we een scène spelen. Door dat te onderzoeken en veel te oefenen krijg ik een houvast, dan speel ik met meer plezier.”
Vanden Broecke: “Dat plezier vertaalt zich naar het publiek.”
Helsen: “Dit was een open, lachgraag publiek. In zulke gevallen spelen we heel open, waardoor de pijnlijke momenten iets pijnlijker worden. Op bepaalde dagen reageert het publiek minder enthousiast. Maar zolang we ons vrij voelen in het spel maakt dat niet echt uit.”

Geven die positieve stralen uit het publiek meer vertrouwen?

Vanden Broecke: “We gaan er niet van uit dat iedereen alles even grappig moet vinden. ‘Gij die mij niet ziet’ is geen puur humoristisch stuk, maar een lach is meestal een gevoel van herkenning. Op dat punt weten we dat het publiek ons volgt.”
Helsen: “Vooral als een zin geen humor bevat, maar er toch mee wordt gelachen: dat doet deugd.”

Er wordt veel afgelachen, maar het blijft een triestig verhaal van twee vrienden die hopeloos verliefd zijn op een onbestaande vrouw.

Vanden Broecke: “Eigenlijk is het echt héél triestig. Twee gasten die iets proberen op te bouwen. Bange wezels.”

Die pijnlijke momenten worden beantwoord met gelach, alsof niemand beseft dat er meer achter zit.

Helsen: “Ik denk dat het publiek al te goed beseft dat het verhaal een dubbele bodem heeft. Maar jij weet bijvoorbeeld niet wat een ander denkt. Misschien weten de toeschouwers best dat het triest is, maar lachen ze er toch mee. Als er voordien is gelachen, komt iets pijnlijks veel harder aan. We hebben deze voorstelling al eens serieus gespeeld. Dan merk je dat alles afvlakt.”
Vanden Broecke: “Het is uit het leven gegrepen. De diepte van het plezier staat gelijk met de hoogte van het plezier dat je met iemand beleefd hebt. Je zal altijd ongelukkig zijn als een goede vriend er niet meer is.”
Helsen: “Als je verdriet kan laten binnenkomen, dan is het vermogen om blijdschap te voelen ook veel groter.”

Het stuk draait rond vriendschap. Is een goede vriendschapsband noodzakelijk om samen een stuk te brengen?

Vanden Broecke: “Ik denk dat het perfect mogelijk is om samen te spelen wanneer je niet met mekaar bevriend bent. Maar het helpt als je goed overeenkomt en bijvoorbeeld dezelfde smaak hebt. We voelden ons tot elkaar aangetrokken door onze wederzijdse appreciatie. Wim kende mijn werk, en andersom. Op een bepaalde manier voel je toch verwantschap, zonder dat je elkaar kent.”
Helsen: “Toen ik Bruno op het podium zag, gaf het mij de zin om mee te spelen. Het draait rond de samenwerking. Er zijn altijd onderwerpen waarin we van mening verschillen, en daar mag je niet voor wijken. Tot heden doen we dat goed.” (Bruno highfivet Wim)

Dit stuk moet een klassieker worden die binnen een aantal jaren nog wordt gespeeld?

Helsen: “Ja, dat is het oorspronkelijke doel. Zo hebben we dat destijds opgeschreven maar dat klinkt misschien pretentieus. Het risico op falen is groter naarmate je ambities hoger liggen.”

Wanneer zijn jullie voldaan?

Helsen: “Hoewel het nog beter kan en zal worden, ben ik nu al voldaan. Ik vond dit écht een goede voorstelling. Dat komt dankzij jou en de rest van het publiek. Zij bepalen alles.”

Gebeurt het soms dat het publiek tegenvalt, maar dat jullie tevreden terugkijken op een voorstelling?

Helsen: “Nooit.”
Vanden Broecke: “Het is een driehoek: Wim en ik die het stuk brengen, de energie van de zaal, en wat er tijdens het spelen gebeurt. Bij een goed toneelstuk komt er iets op gang, meer bepaald wederzijds begrip. Het is kunstmatig hè, twee mannen die een tekst brengen die ze uit het hoofd kennen. Spelen met het publiek zorgt ervoor dat je die driehoek krijgt.”

Is theater leuker dan film of tv?

Vanden Broecke: “Er kan een goede sfeer overheersen op een filmset, maar de samenhorigheid is quasi onbestaande in vergelijking met deze ervaring.”
Helsen: “Bij theater komen mensen samen om op hetzelfde moment te beleven, vergelijk het met een voetbalmatch. Voetbal kan saai zijn, de supporters beseffen dat, maar toch trekken ze naar het stadion om alles tegelijkertijd te beleven. Het geeft bij theater echt veel voldoening, want het is keer op keer spannend. Kwetsbaar ook.”

Jullie krijgen allebei een bepaald label opgeplakt. Wim door zijn absurde humor en Bruno staat bekend voor zijn humoristische types. Stoort dat in het dagelijkse leven?

Vanden Broecke: “Ik vind dat plezant. Het moet binnen de perken blijven natuurlijk.”
Helsen: “Tenzij dat ze u Sammy Tanghe noemen. Je vindt dat toch niet meer leuk, hè?”
Vanden Broecke: “Ach, dat valt mee. Ik heb nog nooit spijt gehad van een rol. Hans De Munter, die jarenlang een verkrachter speelde in Thuis, vertelde mij ooit dat hij een kwartier voor sluitingstijd naar de supermarkt ging omdat hij overdag werd uitgejouwd voor verkrachter. Dat is gewoon geen leven. Er zijn blijkbaar nog steeds mensen die geen onderscheid kunnen maken tussen feit en fictie.”

‘Gij die mij niet ziet’ gaat in première op 4 november in de Koninklijke Vlaamse Schouwburg in Brussel. De voorstelling loopt van 9 tot 19 november. Meer info: www.kvs.be.

© 2011 - StampMedia/Lessius - Tekst: Elmo Lê-van, foto: Kenzo De Bruyn.
Dit artikel verscheen eerder op Supo.be en kadert in een samenwerking tussen StampMedia en Lessius Mechelen.


Dit artikel werd gepubliceerd door Belg.be op 10/10/2011