Voor Jan Wouter Van Gestel, beter bekend als Tout Va Bien, loopt de carrière gesmeerd. Hij won ‘De Nieuwe Lichting’ van Studio Brussel en nam onlangs zijn eerste plaat ‘Kepler Star’ op.

Hoewel hij nog nooit op een podium stond, deed Van Gestel in 2013 mee aan ‘De Nieuwe Lichting’ van Studio Brussel. Als winnaar stond hij een jaar later op Pukkelpop, en dit jaar volgt zijn vuurdoop op Rock Werchter. Nu komt hij met zijn eerste album op de proppen ‘Kepler Star’, dat in Los Angeles werd opgenomen. Weinigen zetten meer stappen op zo’n korte tijd.

Hoe is het allemaal begonnen?

“Ik heb altijd gezongen. Toen ik vijf was, zong ik tot mensen er gek van werden. Het was een manier om me bezig te houden. Ik ben streng opgevoed, dus tijdens de week was er van computer of televisie geen sprake, maar dat is een zegen geweest. Daardoor heb ik een heel sterk visueel geheugen ontwikkeld. Er stond gelukkig wel een piano, de hele tijd boeken lezen was me wat teveel. Ik begon te tokkelen op de piano en leerde mijn eigen songs schrijven. Op mijn vijftiende begon ik in het Engels, en van het een kwam het ander.”

Hoe zou je jouw muziek omschrijven?

“Ik hoor vaak dat mijn muziek heel wijds klinkt. Zowel mijn vader als grootvader waren kapitein. Door hun verhalen kreeg ik het beeld van de grootsheid van de zee. Ik heb een visueel geheugen en schrijf vanuit beelden. Het zorgt voor bombastische taferelen in mijn hoofd. Vandaar dat mijn muziek zo wijds klinkt, denk ik.”

Wanneer besloot je om mee te doen aan ‘De Nieuwe Lichting’?

“Op mijn negentiende, omdat ik voldoende bagage wilde hebben voor ik met mijn muziek naar buiten kwam. Over een gebroken hart schrijven, gaat niet als je dat nog nooit hebt gehad. Voor de Nieuwe Lichting moest ik op korte tijd een naam kiezen, dat werd de sarcastische Tout Va Bien.”

Hoe komt jouw muziek tot stand?

“Als ik piano speel, komen er beelden in mij op. Dan zing ik fonetisch en een soort van fake Engels. Nadien is het een kwestie om op die klanken woorden op te plakken. Er volgt dan snel een tekst, wat me meestal verbaast. Sommige nummers schrijf ik op een uur tijd. Bij andere nummer vind ik niet meteen de juiste tweede strofe. Dan kan het acht maanden duren eer de tekst is afgewerkt.”

De naam van je debuutplaat is ‘Kepler Star’. Waar komt die precies vandaan?

“Van mijn producer, Arne Van Petegem, hoorde ik dat er een NASA-soundcloud uitkwam. Op die manier werden ruimtegeluiden voor het eerst vrijgegeven. Vlak voor ik naar LA vertrok om mijn plaat op te nemen, daagde hij daagde me uit nog twee nummers te schrijven. We beluisterden de NASA-geluiden, tot ik een beep hoorde, het geluid van de stervende Kepler-ster. Ik zocht de betekenis ervan op en vond de symboliek errond heel mooi. Ze roept veel gelijkenissen op met ons leven. De ster is eigenlijk al gestorven met een ongelofelijke explosie. De signalen van die explosie zijn voor ons nog steeds waarneembaar. Dat geluid stak ik in de song ‘Kepler Star’. Hoewel de ster er niet meer is, geeft ze nog signalen af.”

Vind je die symboliek terug in het dagelijkse leven?

“De jeugd: je kan er nog herinneringen aan ophalen, maar eigenlijk komt het nooit meer terug. Ik herhaal in een bepaald nummer vaak ‘I just can’t forget’. Hoe ouder je wordt, hoe meer complexiteit er in je leven komt. Daarom moet je dingen kunnen loslaten, anders wordt het leven te complex.”

“Dingen loslaten is moeilijk, maar tegelijk heb je de neiging om verder te gaan met het leven. Als ik thuis ben in Mechelen kriebelt het na twee weken al om weer weg te gaan. Dan wil ik een vliegtuig opstappen, vertrekken, maar als ik dan weg ben, begint de heimwee toch terug te komen.”

Je album werd opgenomen in Los Angeles, waarschijnlijk niet evident voor een jonge muzikant?

“Ik ben een heel intuïtief persoon en voelde dat ik mijn album in LA moest opnemen. Voor het label was dat natuurlijk financieel niet haalbaar. In België moet je altijd je voeten op de grond houden, maar ik luisterde niet en boekte impulsief een reis voor drie maanden. Het was mijn eigen verantwoordelijkheid en betaalde alles zelf, maar als ik daar dan toch was, kon het label me maar beter met de juiste mensen in contact brengen.”

Met Arne Van Petegem had je eindelijk een producer gevonden waar het mee klikte?

“Ja, ik leerde hem kennen in juni en we maakten samen ‘This Fight’. In september stuurden we het nummer naar de radio en schreven we verder aan nieuwe nummers, want eind oktober vertrok ik al naar LA. Arne wist me te zeggen dat hij er al twintig keer had opgenomen en er met Death Cab for Cutie en Jimmy Eat World tourde. Dankzij zijn connecties kon ik voor een prijsje in de WAX-studio mijn album opnemen. Een studio waar ook The Velvet Underground en Neil Young hebben gewerkt. Er hing een speciale energie.”

Wat zijn je doelstellingen voor de toekomst?

“Mijn doel is om te schrijven met veel andere artiesten. Het een droom om muziek te spelen met artiesten die ik bewonder. Ik wil mensen leren kennen en de wereld ontdekken en hoop mijn muziek naar het buitenland te brengen. Het is belangrijk om ervaringen te kunnen opslaan en mee te nemen als bagage. Het ultieme doel is doen wat ik graag doe, en achteraf tevreden zijn van het resultaat.” 

© 2015 – StampMedia – Yob Hillewaert; foto: Milou Verstappen


Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 30/04/2015
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 30/04/2015