Een man gebeten door literatuur en taal, zo kan je Tom Naegels wel noemen. Hij is auteur, columnist en ombudsman bij De Standaard en journalist. Naegels schreef zijn eerste boek toen hij negen jaar oud was. Als student koos Naegels voor de opleiding Taalkunde aan de Antwerpse universiteit.

Op negenjarige leeftijd schreef je al een boek 'Riolen van Bagdad'. Wist je toen al dat je schrijver wou worden?
"Als je negen jaar bent, ben je nog te jong om dat te weten. Ik vond het vooral leuk. Toen ik vijftien jaar was, schreef ik opnieuw een boek en besefte ik dat ik schrijver wilde worden. Ik had eigenlijk nooit de intentie journalist te worden. Ik wou schrijver worden, maar daar kan je uiteraard niet van leven. Ik was veel bezig met taal en ik was goed in Nederlands en Engels. Ik was ook geïnteresseerd in literatuur. Toch koos ik dat niet, omdat me het te wetenschappelijk en theoretisch leek. Een opleiding Taalkunde sprak me meer aan."

Je studeerde eerst Taalkunde aan de universiteit van Antwerpen, daarna in Londen. Was er een verschil tussen het studentenleven in Antwerpen en Londen?
"Toen ik aan de universiteit studeerde, woonde ik in Antwerpen. Ik zat dus niet op kot en ging ook niet zo vaak weg. Ondanks dat er in Londen geen td’s waren, ging ik toch regelmatig uit. Eerst en vooral omdat ik er niemand kende en uitgaan is de beste manier om vrienden te maken. Ten tweede was de opleiding daar ontzettend gemakkelijk. Het was van veel lager niveau dan in Antwerpen. Om een voorbeeld te geven, internationale studenten werden automatisch ingedeeld in de taalopleiding van hun moedertaal. Zo zat ik samen met allemaal Belgische en Nederlandse studenten. Uiteraard is dat dan gemakkelijk omdat we al Nederlands kennen."

Hoe beleefde jij je studententijd?
"Ik moet toegeven dat ik een ernstige student was. Ik studeerde veel en graag en voornamelijk om de inhoud. Mijn sociaal leven is ook niet echt veranderd tijdens mijn studententijd in Antwerpen. Het merendeel van mijn vrienden kende ik al daarvoor. We gingen wel eens iets drinken, maar het is niet zo dat ik me echt in het studentenleven stortte."

Was een studentenvereniging iets voor jou?
"Ik heb er nooit echt van gehouden. Ik vond het altijd heel archaïsch en voorbijgestreefd. Toen waren dat vooral studenten Rechten en Economie die tijdens een doop paradeerden met hun lintje. Ze focusten zich vooral op succes en rijkdom en zaten al uit te rekenen hoeveel ze later hoopten te verdienen. Wij, als studenten Taalkunde, hebben altijd een beetje wantrouwen tegenover hen gehad. Het klikte nooit tussen ons."

Wat is je het meest bijgebleven van je studententijd?
"Eigenlijk heb ik veel leuke momenten gehad. Ik studeerde heel graag, dus ik ging nooit met tegenzin naar de colleges. Misschien het feit dat ik toen mijn eerste lief heb leren kennen."

© 2011 – StampMedia/Plantijn - Lynn Symons