"Als kleine jongen wou ik al bekend worden. Mijn zus kocht altijd de Joepie en ik droomde ervan om eens op de poster te staan. En nu is dat werkelijkheid geworden", zegt Deneyer.

"Mijn publiek bestaat vooral uit jonge meisjes, maar dat vind ik zeker niet slecht. Ik ben tevreden met alle fans." Deneyer heeft een trouw publiek. "In Genk stond de zaal niet vol, maar ik herkende wel veel bekende gezichten. Ik heb een groepje fans dat altijd samenkomt en elk concert van mij bijwoont."

Leerrijk

Tijdens zijn deelname aan Idool leerde Deneyer heel wat bij. "Niet alleen op muzikaal vlak, maar ik leerde bijvoorbeeld ook dat ik me op het podium anders moet gedragen dan thuis." De zanger is nu ook minder verlegen dan vroeger. "Ik kom los op het podium, maar zal niet beginnen te dansen. Ik doe het niet graag, maar kan het ook niet. Ik hou meer van een intiem optreden."

"Idool veranderde mijn leven. Soms is het heel hectisch, maar gelukkig word ik goed begeleid. Zo volg ik op school een aangepaste richting, waarbij ik drie maanden les krijgen en me daarna volledig op mijn muziek kan concentreren. "Of ik opnieuw zou deelnemen aan Idool? Geen idee. Het is een ervaring die ik heb meegemaakt en dat is al heel mooi", besluit Deneyer.

Backstage

Het Genkse Rondpunt 26 maakte indruk op de zanger. "Ik trad nog nooit eerder op in een jeugdcentrum. Ik had niet verwacht dat het zo groot zou zijn. Onderweg naar hier zochten we naar een klein gebouw, dus we waren wel even verbaasd toen we dit zagen", zegt hij. "Ook is alles hier goed georganiseerd. Op veel plekken waar ik kom hebben ze geen backstage, maar hier wel. Een pluspunt!"

Zelf gaat de zanger niet vaak naar jeugdhuizen. "Ik ga liever iets drinken met vrienden of met de andere Idoolkandidaten. Ook na de wedstrijd hebben we veel contact met elkaar, we zijn een hechte groep geworden."

© 2012 - StampMedia - Eva Grosemans, foto's: Pauline Poelmans


Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 17/02/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door Nieuws.be op 17/02/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Belang van Limburg - online op 17/02/2012