© wikimedia

Terwijl de drie koningen hun vertrouwen in elkaar herstellen na een bommetje over de abortuswet, heeft SP.A-voorzitter Conner Rousseau voorwaarden op tafel gelegd om in een federale regering te stappen. Ondertussen zit België al meer dan een jaar en een maand te wachten op die regering. Die is nu meer dan ooit nodig om het land door moeilijke en woelige tijden te loodsen. Er ligt heel wat werk op de plank en de vraag die heel wat mensen bezig houdt, is of de politiek haar verantwoordelijkheid zal nemen om het land vooruit te helpen.

De socialistische tandem Rousseau en Magnette voerde een drietal weken geleden gesprekken met de verschillende partijvoorzitters, op Peter Mertens (PVDA) en Tom Van Grieken (Vlaams Belang) na. Een tijdje leek een federale regering eindelijk in de maak, maar het voorstel van de socialisten werd weggekaapt door de huidige minderheidsregering bestaande uit de liberale familie en de Vlaamse christendemocraten. Zij werken nu aan andere pistes: o.a. een Zweedse minderheidsregering (met de N-VA, red.) behoort tot de mogelijkheden.

Veel uitdagingen

Op sociaal-economisch vlak zijn er heel wat uitdagingen om de economie terug boven water te helpen, ook het nijpende begrotingstekort is ook een zorgenkindje. De Belgische staatskas is aan het leeglopen. Een volwaardige regering is nodig om het bloed te stelpen. Bovendien ligt er op vlak van klimaat ook nog heel veel werk voor de boeg.

De socialisten stelden in hun ‘nota’ een minderheidsregering voor, naar Deens model. Men zou per beleidsthema een soort van wisselmeerderheid vormen. Professor Stefaan Walgrave (Universiteit Antwerpen) noemde zo’n meerderheid in de Afspraak een zeer democratische formule, maar had zijn bedenkingen bij de haalbaarheid: zal het wel altijd lukken? De partijen in de oppositie zullen dan ongetwijfeld zwaar doorwegen op het beleid. De vraag is dan of ze bereid zullen zijn om de ene keer wel hun steun te verlenen, terwijl ze die de andere keer intrekken. Er is geen vertrouwen en er zijn geen verplichtingen, de pilaren van een goed regeerakkoord. Dat maakt zo’n minderheidsregering heel onbetrouwbaar.

Radicale partijen en tegengestelde visies bemoeilijken het proces

Waarom laat die regeringsvorming zo lang op zich wachten? Daar zorgen de radicale partijen voor. De schrik om afgerekend te worden in 2024 leeft bij alle partijen. De N-VA wil koste wat kost mee regeren en daar is Magnette (PS-voorzitter) goed van op de hoogte. De partij vreest in de oppositie te zitten naast het Vlaams Belang. Door het radicalisme van die partij zou de N-VA wellicht vergeten worden en naar de achtergrond verschuiven. Magnette is op zijn beurt dan weer afwachtend uit vrees voor de radicaal-linkse basis binnen de socialistische vakbond (lees: druk van de PVDA).

Daarnaast verschillen de visies en accenten ook. De Franstalige socialisten zien het relancebeleid vooral als meer uitgaven om bovenop de crisis te geraken. Voor de liberalen zijn efficiëntie en lagere belastingen dan weer een breekpunt. De zorg ligt ook heel gevoelig: de linkerzijde van het politieke spectrum wil vooral herfederaliseren, terwijl de rechterzijde pleit voor een verdere federalisering van die bevoegdheid. Meer autonomie voor Vlaanderen dus.  

Tenslotte bemoeilijkt  de positie van de liberalen de regeringsvorming ook. Open VLD en MR onderhandelen alleen als ze beide een zitje aan tafel krijgen. Het felbegeerde ‘samen uit, samen thuis’ principe. De CD&V op haar beurt wil niet plooien voor een regeringsvorming zonder de N-VA omdat zij het onverantwoord vindt zonder Vlaamse meerderheid in een regering te stappen.

Wat vooral duidelijk is, is dat er weinig lessen zijn getrokken uit de Corona-crisis. Wie vermoedde dat er eindelijk iets zou bewegen in de Wetstraat, komt bedrogen uit. De particratie en het eigenbelang overstijgen lijken opnieuw de burgerbelangen te overstijgen. Daardoor keren mensen de huidige politiek meer en meer de rug toe. Een regering kan daarvoor een oplossing zijn. Alleen lijken de huidige partijen zich daar weinig van aan te trekken.

Nieuwe verkiezingen?

De kiezer heeft de kaarten weliswaar niet makkelijk geschud, maar dat neemt niet weg dat politici hun verantwoordelijkheid zouden moeten opnemen. Dat is uiteindelijk één van de kerntaken van de politici. Er zijn al heel wat mogelijke pistes afgetast, maar die eindigen telkens op een dood spoor. Nu zullen de politici kleur moeten bekennen: hoe belangrijk achten zij een regering om een deftig relancebeleid te voeren? Als het onbelangrijk blijkt, dan zullen vervroegde verkiezingen waarschijnlijk een uitweg moeten bieden. Of zorgen Rousseau’s voorwaarden dit keer voor een doorbraak?

vorige volgende