Onze EVS-vrijwilliger Chiara Bonardo uit Italië zocht in België de – je kan het al raden – Italiaanse gemeenschap op en bundelde die ontmoetingen in volgende reeks. Vandaag kom Radio Internazionale aan bod, de enige radio in Vlaanderen die niet in het Nederlands uitzendt.

Radio Internazionale is een vaste waarde voor de Italiaanse gemeenschap in Genk, al sinds het radiostation werd gesticht in de jaren tachtig. Het bood één van de weinige vormen van entertainment die de Limburgse Italianen in hun moedertaal konden beluisteren. “We wilden een stukje van Italië binnenbrengen in de Genkse huiskamers.”

Naast het gebouwtje waar Radio Internazionale gevestigd is, wappert een grote Italiaanse vlag. Het radiostation deelt dit gebouw met de Italiaanse Katholieke missie, en priester Don Gregorio Aiello is zelfs voorzitter van het station. Posters van Eros Ramazotti en Laura Pausini versieren de muren.

Dit multiculturele radiostation weerspiegelt de ziel van Genk, een stad die veel van zijn sfeer te danken heeft aan haar mijnverleden en de vele nationaliteiten die er te vinden zijn. Maar bovenal is Radio Internazionale een persdienst en entertainmentkanaal voor de vele Italiaanse Belgen in Genk, veelal kinderen en kleinkinderen van Italianen die hier in de mijnen kwamen werken vanaf de jaren vijftig.

“Radio Internazionale is een instituut in de regio”, vertelt evenementorganisator Eddie Guldorf van cultureel centrum C-Mine. “Elke ochtend rond elf uur lezen ze de overlijdensberichten voor op de radio, en als je op dat moment op bezoek bent bij Italianen, zullen ze meteen de conversatie stopzetten en luisteren. Het is fantastisch hoe het kanaal de mensen samenbrengt.” Luciano Ercole, Carmelo Muto en Vincenzo Bongiorno, drie executieve partners van de radio, vertellen mij over de geschiedenis van het station en hoe die verweven is met de geschiedenis van de stad Genk.

Hoe is Radio Internazionale begonnen?

Luciano: Ik heb het station met een partner gesticht in 1982. Vandaag zijn we met een team van ongeveer twintig, inclusief presentatoren en medewerkers, maar toen we in ’82 begonnen waren we een piraatstation, zonder licenties. In die tijd kon je dat zomaar, een frequentie kapen en een radiostation beginnen. Toen dat te veel gebeurde, kwamen er allerlei regels. Er waren toen vijf Italiaanse radiostations in de regio: wij konden als enige overleven.

Carmelo: Voor mij is Radio Internazionale echt erfgoed. Mijn vader was bij de stichters, en als kind kwam ik hem al helpen. We werken hier allemaal recht vanuit ons hart.

Is Radio Internazionale alleen voor Italianen, of komen er ook andere nationaliteiten aan bod?

Luciano: We proberen vooral de Italianen tevreden te stellen, maar we hebben ook Spanjaarden, Polen, Grieken,… Daarom heten we ook ‘Internazionale’.

Carmelo: Ons hoofdkenmerk is dat we in allerlei andere talen uitzenden, maar niet in het Vlaams. We zijn het enige station in Vlaanderen dat daar toestemming voor heeft.

Vanwaar kwam het idee om in Genk een Italiaanse radio te starten?

Luciano: In die tijd waren er in Italië al veel private radiostations. Als muzikant wilde ik hier graag hetzelfde beginnen, met hulp van de Italiaanse gemeenschap. In het begin was ons station meteen een groot succes, omdat er daarbuiten geen Italiaanse radiostations of televisiezenders waren – pas in de jaren negentig kon je hier RAI  (Italiaanse tv-zender, nvdr.) ontvangen. Na drie maanden nodigden de priesters van de Italiaanse missie ons al uit om het station hier te vestigen. Zij zagen ook dat het de gemeenschap samenbracht, zeker de Italianen die (nog) geen Vlaams spraken. 

Zijn de mensen met Italiaanse roots hier nog sterk verbonden met de Italiaanse cultuur?

Luciano: Jazeker. Sommigen die hier geboren zijn, durven geen Italiaans te spreken omdat ze de taal niet perfect beheersen, maar ze houden van de Italiaanse stijl, de muziek, en ze luisteren naar onze zender. Voor Belgische Italianen is Radio Internazionale ook een manier om hun Italiaans te oefenen, dat is voor ons een belangrijke functie.

Hoe heeft de grote Italiaanse aanwezigheid hier invloed uitgeoefend op de Genkse cultuur?

Vincenzo: Mijn grootmoeder vertelde vroeger altijd dat ze bij de dokter, de apotheek, de supermarkten, allemaal Italiaans begonnen te leren, omdat ze zo meer geld konden verdienen! En we hebben ook zeker de culinaire tradities beïnvloed. Door de Italianen hier kon je producten vinden in de winkels die je daarvoor niet kon kopen. En natuurlijk hebben de mijnen deze regio omgevormd van landbouwgebied naar industriële zone.

Hadden jullie families moeilijkheden met integratie hier?

Carmelo: Ik ben hier geboren in 1963. Op school werden we altijd met de vinger gewezen als ‘de Italianen’. Dat was moeilijk voor mij, want de Vlamingen beschouwden mij als Italiaan, maar in Italië werd ik gezien als Belg. Als jongen wist ik niet goed waar ik nu thuishoorde, maar rond de jaren tachtig begon de sfeer wat te veranderen.

Luciano: Vandaag worden we met veel meer respect bekeken. We hebben goede relaties met het stadsbestuur, dankzij de Italiaanse generaties voor ons die van zich hebben laten horen.

Carmelo: En dankzij de Belgen natuurlijk, die stilaan begonnen in te zien dat ze geen schrik moesten hebben van de Italianen.

© 2016 – StampMedia – Chiara Bonardo; vertaling: Maya Witters


Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 21/12/2016