Internet en nieuwe media worden voor alle sectoren steeds belangrijker. Ook voor het jeugdwerk. Dankzij internet verloopt de communicatie sneller en hulpverleners doen via sociaalnetwerksites.

"Jongeren zijn erg actief op het internet. Voor jeugdwerkers is dat een handig middel om te communiceren met hun achterban", vertelt Kristof D'hanens van JeugdWerkNet vzw, het platform voor jeugdwerk en informatie op het internet. Jeugdwerknet bracht begin april Internet voor jeugdwerkersuit, een boek met praktische tips over de omgang met onder andere nieuwe media en software.

"Jeugdwerkers hebben vaak geen technische achtergrond", licht D'hanens toe. Internettoepassingen zijn minder vanzelfsprekend voor hen dan voor de jongere generatie. Via MediaPedia, een online helpdesk voor jeugdwerkers, kunnen ze zich informeren. Al moeten ze zich niet schamen om uitleg te vragen aan jongeren zelf."

Virtueel straathoekwerk

Het Jongeren Advies Centrum (JAC) in Diest gebruikt sociaalnetwerksites als Facebook en Netlog al langer voor online hulpverlening. "Jongeren moeten je vertrouwen voor ze met problemen komen. Via Facebook leren ze het JAC en de medewerkers kennen op een laagdrempelige manier. Zo doen we aan virtueel straathoekwerk", legt JAC-medewerker Eli Beelen uit.

Taboe

Sociale media en chatsystemen vergemakkelijken de stap naar hulpverlening. Het JAC gebruikt al enkele jaren een eigen chat. Daar komen verschillende thema's aan bod, van vragen over studentenwerk tot gesprekken over zelfdoding of zelfbeschadiging. "Jongeren halen taboeonderwerpen sneller aan op de chat dan in een face-to-facegesprek", verklaart Beelen.

"Online hulpverlening werkt preventief", vertelt Beelen. "Jongeren die op het JAC langskomen, zijn naar ons doorverwezen of kennen zelf heel goed hun probleem. De chat is een vroeger stadium, waarbij we nog moeten achterhalen wat er scheelt."

De mobiele toer

"Een goed voorbeeld van een succesverhaal is de campagne 'I love my jeugdhuis' van Formaat, de federatie van jeugdhuizen en jongerencentra in Vlaanderen", aldus Kristof D'hanens. "Ze speelden het slim. Met de website en een Facebookpagina bereiken ze niet alleen lokale bezoekers en medewerkers, maar een breder publiek."

D'hanens ziet een toekomst in mobiel internet. "Jeugdwerknet richtte al een mobiele website op met een databank van spelletjes voor jeugdwerkers. Ze voegen die zelf toe en kunnen ze zo onderling uitwisselen. Binnen vijf jaar gaan we volgens mij volledig de mobiele toer op. Dat wordt enorm praktisch voor het jeugdwerk."

© 2011 - StampMedia - Liesbeth Merckx


Dit artikel werd gepubliceerd door JeugdWerkNet op 09/05/2011
Dit artikel werd gepubliceerd door Radiovisie.eu op 10/05/2011