(ExtraSport) De lente is opnieuw van de partij. De dagen worden langer, de zon komt meer en meer piepen, de bloemen beginnen te bloeien en de mensen worden vrolijker. En oh ja, de wielerkaravaan trekt door ons land!

Het voorjaar staat in België symbool voor een dolle wielermaand. Wij landgenoten ontwaken uit onze winterslaap en trekken massaal de straat op om onze favorieten toe te juichen.  Op woensdag trok de karavaan van Roeselare naar Waregem voor Dwars door Vlaanderen. Nick Nuyens won met enig machtsvertoon de eerste koers van een veelbelovend tienluik. Dit weekend staan er opnieuw twee knallers op het programma. Met op zaterdag de E3-Prijs Harelbeke en op zondag Gent-Wevelgem mogen de renners zich verwachten aan een stevige opwarming alvorens Vlaanderens Mooiste en Parijs-Roubaix aan te vatten. Tussen deze twee kleppers door wordt de Scheldeprijs Schoten gereden, die vorig jaar werd gewonnen door de Amerikaanse Gentenaar Tyler Farrar. Drie dagen na Parijs-Roubaix rijdt het peloton over de hellingen van de Brabantse Pijl, de semi-klassieker die traditioneel de zondag voor de Ronde van Vlaanderen werd gereden, maar sinds vorig jaar is verhuisd naar de woensdag voor de Amstel Gold Race. De heuvelklassiekers worden afgesloten met de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik.

Koersgekke natie

Als u al dit lekkers leest, kunt u niet anders dan reikhalzend likkebaarden. Nergens ter wereld valt er zoveel spektakel te zien in één maand tijd, als op onze Vlaamse wegen. Dit impliceert meteen onze enorme traditie aan winnaars en onze koersliefde. Want laat ons duidelijk zijn, België is een koersgekke natie. Nergens ziet u zoveel volk langs de wegen staan als in de Ronde van Vlaanderen. Niet voor niets wordt er zelfs een hele serie aan deze prachtige klassieker gespendeerd. Het Vlaamse koersgebeuren is een heus festijn. Waar de lente bol staat van de feesten en rituelen (denkt u maar aan de rooms-katholieke vastenperiode en de Dag van de Arbeid) is dit in Vlaanderen niet anders met de wielerklassiekers.

De mensen komen massaal naar buiten en kleuren het straatbeeld. De kampeerstoeltjes worden opgesteld, de Vlaamse en Belgische vlaggen worden boven gehaald, de bakken bier worden aangekocht, spandoeken worden beschilderd en de mobiele radio’s worden voorzien van nieuwe batterijen. Wielertoeristen halen nog eenmaal alles uit de kast om toch maar die verdomd dekselse helling op te fietsen. De ene bereikt al wat vlugger de top dan de andere. Eens die top bereikt, wordt er meteen rechtsomkeer gemaakt en daalt men af tot wanneer men denkt het ultieme plekje te hebben gevonden langs de kant van de weg om wat later een glimp op te vangen van de echte gladiatoren. Alvorens het peloton komt aangestormd, is het ijzig kalm. De mensen slaan een praatje met elkaar of lezen voor de tweede maal die dag de krant. Af en toe wordt er eens naïef omgekeken of ze toch nog niet te zien zijn in de verte.

Rodaniaaaaa

Plots wordt de stilte doorbroken door molenwiekende helikopters. De mensen weten en voelen het. De helden gaan over enkele luttele minuten voorbijrazen. De massa broedt op een gigantisch ei. De spanning is te snijden. Van die ijzige stilte is helemaal niets meer te merken, want in de verte kan je het al horen: “Rodaniaaaaa!” En daar komen ze dan. In nog geen minuut zoeven de renners voorbij, en ze worden vooruit geschreeuwd door een uitgelaten massa. De hel barst los en de passage lijkt wel op een Babylonische spraakverwarring. Maar eens de laatste volgwagen lijkt gepasseerd, waait er opnieuw een ijzige kalmte. De massa heeft zijn ‘eens-even-losgaan-moment’ gehad en kraamt haar boeltje op. Wielertoeristen trekken verder en op de achtergrond hoor je zeggen: “Maria, haast u naar binnen en zet die tv maar aan!”

© 2011 - ExtraSport - Matthias De Vlieger
Dit artikel verscheen eerder op ExtraSport.be en kadert in een samenwerking tussen StampMedia en ExtraSport.