De Sioux-indianen in Noord-Dakota verzetten zich tegen de bouw van de Dakota Access Pipeline. Die moet dagelijks 570 000 ton olie van Noord-Dakota naar Illinois voeren. Bij de actievoerders gaat het niet alleen om de bescherming van het drinkwater van 170 000 stamleden. “Ook onze aloude Sioux-begraafplaatsen worden door de bulldozers niet ontzien”, zegt Marilyn Black Elk. Zij bracht in België de zaak onder de aandacht.



De Dakota Access Pipeline zal de staten Noord-Dakota, Zuid-Dakota, Iowa en Illinois doorkruisen, een traject van 1.886 km onder de rivier Missouri. Door de pijpleiding zou olie uit fracking stromen. Fracking is een proces waarbij onder grote druk van water, zand en chemicaliën olie of gas uit schaliegesteente wordt gewonnen. Dat een gedeelte van de gebruikte chemicaliën en vloeistoffen in het gesteente achterblijft, zorgt voor grote verontwaardiging bij milieuactivisten.



Bij de ontginning vindt de eerste verontreiniging van de bodem plaats. De vrees is dat lekken uit de Dakotapijplijn ook het water van de Missouri-rivier zouden aantasten. Een terechte vrees, want volgens de PHMSA - een Amerikaans federaal agentschap dat het naleven van de milieuwetgeving van oliepijpleidingen nagaat – werden sinds 2010 meer dan 3.300 lekken en scheurtjes in pijpleidingen gemeld.

 

Ook internationaal verzet



Het verzet tegen de Dakotapijplijn zet de Sioux weer op de kaart. Deze inheemse bevolkingsgroep trachtte de afgelopen maanden de bouw van de pijpleiding naast hun reservaat Standing Rock tegen te houden. Oorspronkelijk stonden de stamleden alleen, maar ondertussen genieten ze de steun van een internationaal gezelschap van milieuactivisten, andere inheemse stammen en blanke Amerikanen.



Allen werpen ze zich op als water protectors, al vindt Marilyn Black Elk dat de zaak ruimer moet worden gezien. “Bezwaren tegen de oliepijplijn werden al enkele jaren geleden geuit, toen LaDonna Brave Bull Allard, de stichter van Standing Rock, ter ore kwam dat de pijplijn door de plaats zou lopen waar haar zoon begraven werd, een heilige begraafplaats voor de plaatselijke Lakota-gemeenschap.”



Zo wordt het algauw duidelijk dat niet enkel milieuargumenten de bouw van pijplijn bemoeilijken, maar ook het respect voor lokale tradities en cultuur. De bloedige geschiedenis blijft daarbij niet aan onaangeroerd. “Echo’s uit het verleden duiken weer op. De nakende landonteigening doet vele stamleden, zoals LaDonna Brave Bull Allard, terugdenken aan 1864, toen bij een confrontatie tussen de Sioux en het Amerikaanse leger hun betovergrootouders het leven lieten”, verduidelijkt Black Elk.



Om hun grieven over te maken, vroegen de stamleden overleg met de betrokken partijen: Energy Transfer Partners, de bouwonderneming en het US Army Corps of Engineers, het geniekorps van het Amerikaanse leger, dat als bemiddelaar zou optreden. ‘Uiteindelijk stuurde het US ACE zijn kat naar de zitting”, reageert Black Elk verbijsterd. “Achteraf werden onze grieven aan het geniekorps overgemaakt, maar er kwam nog geen reactie.”



De pijplijn werd dus niet omgeleid. Ironisch genoeg kwam een deel van de pijpleiding vlak naast Standing Rock te liggen, nadat ze vanuit Bismarck werd omgeleid... Na protest van de inwoners van de hoofdstad van Noord-Dakota.

 

Buitensporig geweld



Duizenden lokale en internationale activisten zijn ondertussen ter plaatse om de bouw van de pijplijn een halt toe te roepen. De demonstranten hebben altijd het vreedzame karakter van hun betogingen benadrukt, al werd de jongste tijd op de sociale media vaak melding gemaakt van buitensporig politiegeweld. Politie –en privébewakingsagenten vuren rubberen kogels af, gebruiken wapenstokken of laten honden op de activisten los.



De Verenigde Naties en Amnesty International stuurden om die reden waarnemers ter plaatse om de zaak te onderzoeken. Op 28 september 2016 werd een brief overgemaakt aan sheriff Kyle Kirchmeier van Morton County. Daarin vroeg Amnesty International het geweld van privéagenten te onderzoeken, blokkades te verwijderen en het recht op vreedzaam protest te waarborgen.

 

Richting afstel?



Het is nog maar de vraag of het verzet van de actievoerders de bouw van de omstreden pijplijn zal stoppen. Het US ACE, dat eerder de Sioux in de kou liet staan, heeft aangekondigd te willen onderzoeken of de pijplijn niet nog eens kan worden omgeleid. De bouwvergunning voor Energy Transfer Partners werd al tweemaal opgeschort, maar de aannemer heeft de werkzaamheden nog niet gestaakt. De federale rechtbank had immers eerder beslist dat de aanleg niet stilgelegd moest worden.



Ondertussen heeft de grootste Noorse bank DNB haar aandeel in het project verkocht. De bank is slechts een van de vele multinationals en banken, zoals Goldman Sachs, HSBC en ING, die samen 3,8 miljard dollar in het bouwproject investeerden.



In iedere agenda staat 5 december met stip genoteerd. Het Army Corps of Engineers zou dan op vraag van de Amerikaanse overheid Standing Rock ontruimen.



Koesteren de Sioux nog hoop dat alles ten goede zal keren, zoals met het Keystone XL project gebeurde? “Iedereen weet dat Donald Trump aandeelhouder van Energy Transfer Partners is en dat het bouwbedrijf op zijn beurt diens kiescampagne financieel steunde”, vertelt Black Elk gelaten. Toch koestert de fiere oma nog een sprankeltje hoop. “Wij hebben enkel onze stem als verzetsmiddel. Niet langer wij, maar onze kleinkinderen staan op de eerste rij. Daardoor klinkt onze stem luider dan ooit”, besluit de activiste hoopvol.

Op zondag 4 december om 15u organiseert AgapeBelgium een vreedzame manifestatie aan de Amerikaanse ambassade in Brussel. (Kunstlaan)



© 2016 – StampMedia – Niels D’Haene


Dit artikel werd gepubliceerd door Newsmonkey.be op 30/11/2016

Dit artikel werd gepubliceerd door DeWereldMorgen.be op 02/12/2016

Dit artikel werd gepubliceerd door Knack - online op 30/11/2016