“Als het over armoede gaat, is men vaker geneigd om te stigmatiseren dan om te helpen” (Foto © Charlene Aerbydt)

Topvrouw van de Guimardstraat, Vlaams volksvertegenwoordiger, voorzitter van het Vlaams Vredesinstituut:  met Van Hecke kozen de Gentse christendemocraten een lijsttrekker met een uitgesproken sociaal profiel. “Gent zal enkel die warme stad blijven, als iedereen bij het beleid betrokken wordt.”

“Iedereen zou verontwaardigd moeten zijn dat in een stad als Gent nog altijd 250 kinderen dak – of thuisloos zijn.” Het mag duidelijk zijn: aan kracht heeft Van Heckes verontwaardiging nog niets ingeboet, al twijfelde ze aanvankelijk aan een nieuw politiek engagement.

“Na het onverwachte vertrek van onze vorige lijsttrekker Sarah Claerhout kwam de partij bij mij aankloppen. Eerst was ik wat terughoudend. Kiezen voor iemand van mijn leeftijd, zou als een wanhoopspoging gezien kunnen worden (lacht). Uiteindelijk merkte ik vrij snel dat de keuze voor mijn persoon unaniem werd gedragen binnen de partij en dus besloot ik de sprong te wagen.”

Op welke thema’s moet uw partij, die al dertig jaar in de oppositie zit, vooral inzetten tijdens de komende gemeenteraadsverkiezingen?

“Zelfs in een warme stad als Gent zag ik de polarisatie de laatste jaren alsmaar toenemen. Daarmee doel ik niet enkel op de felle discussies rond het Gentse circulatieplan, maar ook op de harde toon die wordt aangeslagen als het over armoede of multiculturalisme gaat. Met onze partij kiezen we duidelijk voor een andere manier van politiek bedrijven.”

Dat ideeën met elkaar botsen is niet noodzakelijk slecht voor het democratische debat.

“Uiteraard niet, maar wat mij erg tegen de borst stuit, is dat het overlegmodel zoek is. Er wordt vaak niet meer gehandeld om samen tot een oplossing te komen, maar wel om de eigen standpunten in de markt te zetten. Zeker als het over identiteit gaat, is alle redelijkheid zoek.”

Wie identiteit zegt, komt al gauw bij de hoofddoek uit. Elke Decruynaere, schepen van Onderwijs (Groen), vond aan het begin van de zomer dat alle secundaire stadsscholen de hoofddoek vanaf 1 september moesten toelaten, behalve als er gegronde redenen zijn om dat niet te doen. Ze legde dit wel voor zonder de gemeenteraad in te lichten, kreeg geen steun van haar coalitiepartner en het voorstel stierf een stille dood. Hoe kijkt u naar die ontwikkelingen?

“Er is een grondwettelijke vrijheid van religie. Er is enkel een verbod voor het dragen van religieuze symbolen mogelijk in individuele gevallen, wanneer je verantwoordt waarom dit verbod noodzakelijk is.”

“Het blijft één van mijn grootste ontgoochelingen dat ik vroeger in onze katholieke scholen het hoofddoekenverbod niet heb kunnen tegenhouden. Met een verbod houden we de segregatie in stand: moslimmeisjes worden ofwel tot thuisonderwijs gedwongen of ze worden geconcentreerd in bepaalde scholen.”

Mogen op school andere talen dan het Nederlands gesproken worden?

“Het is duidelijk: de taal waarin onderwijs wordt aangeboden, is het Nederlands. Ook de voertaal op de speelplaats is Nederlands. Maar waarom die heisa wanneer - buiten de schooltijd maar in de schoolgebouwen - Turkse ouders lessen Turks willen organiseren, omdat zij hun moedertaal en hun tradities willen doorgeven aan hun kinderen?”

“Vroeger stonden we er wel achter als iemand als André Demedts (Vlaams schrijver, directeur van Radio 2 Omroep West-Vlaanderen, overleden in 1992, red.), met de steun van Vlaanderen, een organisatie oprichtte om Vlaamse gastarbeiders in Noord-Frankrijk via culturele activiteiten de Nederlandse taal en cultuur te laten onderhouden. Wat is dan het verschil met Turkse ouders die willen dat hun kinderen de Turkse taal blijven beheersen?”

Hebt u ook op andere thema’s de polarisatie zien toenemen?

“Ook als het over armoede gaat, is men eerder geneigd om te culpabiliseren en te stigmatiseren dan die mensen uit de armoede te halen.”

Hoe zou uw partij mensen in armoede willen helpen?

“We willen graag verder bouwen op initiatieven zoals de rechtenverkenners, waarbij sociale medewerkers mensen in armoede helpen ontdekken of ze kunnen gebruikmaken van de ondersteunende rechten waarop zij zich kunnen beroepen.”

“Als je een degelijke dienstverlening wilt aanbieden, moet je mensen eerst correct informeren, zodat ze weten wat hun rechten zijn. Wie in armoede verkeert, heeft niet altijd een uitgebreid netwerk dat hen daarop kan wijzen. Want dikwijls zijn er drempels, zoals ambtelijk taalgebruik, schaamte, mobiliteit, enzovoort. Een laagdrempelige en aanbodgestuurde dienstverlening kan voor die mensen al heel wat betekenen.”

“Die dienstverlening kan ook op de werkvloer doorgetrokken worden. Zo begeleidt het Gentse project Weerwerk kansarmen in hun sociale tewerkstelling, zodat die later hopelijk kunnen doorgroeien naar de reguliere arbeidsmarkt.”

Hoe evalueert uw partij de afgelopen legislatuur?

“In Gent is er relatief goed bestuurd, maar na dertig jaar bestuur, merk je stilaan de arrogantie van de macht. Tegenspraak wordt niet langer geduld. Dat uit zich in mijn stad onder meer in de kwaliteit van de inspraak. Wil je je burgers bij het beleid betrekken, dan luister je actief naar hun zorgen en werk je daarna een voorstel uit waarvoor je een draagvlak tracht te vinden. Finaal koppel je dan terug naar hen, om te zien of je ideeën de praktijktest doorstaan. “

En dat is in Gent te weinig gebeurd? Nochtans bestaat er al iets als een burgerkabinet.

“Het grote probleem met de huidige vorm van participatie is dat je enkel de mondige burgers bereikt. Om zo veel mogelijk mensen bij het beleid te betrekken, pleit ik ervoor om een participatieambtenaar aan te stellen die kan nagaan welke participatiekanalen aangeboord kunnen worden. In elk geval moet, in samenwerking met onze middenveldorganisaties, een plan opgesteld worden, waardoor niet enkel de stem van de blanke, welgestelde middenklasser de doorslag geeft. Dat is vaak het geval bij recente  burgerbewegingen."

Als het gaat over inspraak, dan komen we onvermijdelijk uit bij het circulatieplan.

“Het mag duidelijk zijn dat wij achter de doelstellingen van het circulatieplan staan. Wat ik wel jammer vind: men had aanpassingen kunnen voorkomen door vooraf de opmerkingen van individuen en belangengroepen ernstig te nemen.”

“Zo hebben we vastgesteld dat de knip aan de Bargiebrug de mensen van de Brugse Poort praktisch de toegang tot het centrum ontzegt. In dit deel van de stad wonen veel mensen met een migratie-achtergrond. De knip is met andere woorden zeer ongelukkig gekozen, omdat je mensen de indruk geeft er niet helemaal bij te horen. Nochtans is het zeer eenvoudig om de knip honderd meter zuidelijker te leggen. Ook handelaars of inwoners in de rand van de stad heeft men in het harnas gejaagd door hen vooraf onvoldoende te betrekken.”

Uw partij is in haar verkiezingsprogramma ook opvallend hard voor het Gentse woonbeleid. Op de sociale huurmarkt is de wachtlijst niet bij te houden, terwijl op de private woonmarkt de prijzen de pan uit swingen.

“Men moet de verschillende problemen in de woningnood uit elkaar halen. Soms zie je dat eigenaars net genoeg geld hebben om hun eigendom te kopen, maar niet om het te laten voldoen aan de laatste kwaliteitsnormen. Die eigenaars zouden we vanuit het stadsbestuur financieel kunnen bijstaan. Zo doen we iets aan de kwaliteit van onze woningen.”

“Een ander probleem zijn de hoge huurprijzen. Projectontwikkelaars zouden moeten aangespoord worden om, via fiscale voordelen bijvoorbeeld, met hun bouwprojecten te beantwoorden aan meerdere woonnoden, zodat alleenstaanden, gezinnen en sociale huurders in elkaars buurt kunnen wonen. Alleen op die manier kan een sociaal weefsel ontstaan waarbij de betrokkenheid van iedereen eenzaamheid, onveiligheid en onverschilligheid tegengaat.” 

Volgens Tom De Meester (PVDA) dient het Gentse stadsontwikkelingsbedrijf Sogent enkel de belangen van de superrijken. De mix lijkt er niet meteen te komen.

“Dat lijkt me ongenuanceerd, zo scherp wil ik het niet stellen.”

En wat met de bijna tienduizend mensen op de sociale wachtlijst?

“Een deel van het probleem ligt bij de leegstand van oudere huizen die gerenoveerd moeten worden. Dat kost een pak geld. Anderzijds kan je als stadsbestuur ook je prioriteit leggen bij het bouwen van nieuwe woningen. In elk geval is een goed evenwicht tussen renovatie en nieuwbouw aangewezen.”

“Wat in verschillende partijprogramma’s over het hoofd wordt gezien, is dat er in Gent nog te veel mensen dak- of thuisloos zijn. Ik ben in Gent nog altijd betrokken bij een vzw die generatiearmen begeleidt. Van de 150 jongeren die we begeleiden, is 85 procent dak – of thuisloos. Het versterken van de werking en de toegankelijkheid van de nood- en nachtopvang kan daarbij niet genoeg benadrukt worden.”

Tot slot: wat na de verkiezingen?

“Als we na dertig jaar oppositie gevraagd worden om mee te besturen, zullen we ervoor zorgen dat onze partijstandpunten op de politieke agenda komen te staan, onafhankelijk van onze coalitiepartners.”


Dit artikel werd gepubliceerd door (Doorbraak.be) op (10/09/2018)

vorige volgende