"Het moet gedaan zijn met die brieven de hele tijd". Op die manier komt Freya binnen in het jobkot deze week. Ze klopte aan met de vraag naar werk, maar zit in de problemen met haar woonplaats. Ze heeft achterstallige huur door een aantal moeilijke maanden en er wordt gedreigd met uithuiszetting.

Freya komt via de meisjeswerking bij het jobkot terecht nadat ze ondersteuning vroeg op gebied van werk. De meisjeswerkster kwam samen met haar op bezoek bij het jobkot. Ze is al een tijdje weg van huis, waar het helemaal niet boterde tussen haar en haar moeder.

Freya liep weg van huis toen ze 17 jaar was en sindsdien is haar leven heel onstabiel. Ze vindt dat zelf ook problematisch. Bij het jobkot komt ze nu al een aantal keer langs en het contact loopt goed. Freya komt ook afspraken na en is gemotiveerd om iets aan haar situatie te doen. Ze heeft een uitkering, maar daar komt ze soms niet mee rond. Ze heeft ook al een aantal jobs achter de rug, maar meestal gaat het over kortstondige en tijdelijke betrekkingen.

Freya heeft haar school niet afgemaakt en heeft geen diploma van het secundair. De trajectbegeleiders hebben een goed contact met haar. Ze komt voor de trajectbegeleiders heel fragiel over. Ze bekijken nu met haar hoe ze haar financiële situatie beter kunnen opvolgen en hoe ze ook een job kan vinden die ze zelf ook leuk vindt. Vandaag kreeg ze opnieuw een aanmaning voor achterstallige betalingen.

Besparingen

Het verhaal van Freya is er maar één die typerend is voor veel jongeren op de overgang van schoolleeftijd naar volwassenen leeftijd. Haar problemen zijn de problemen van velen, die al vroeg aanwezig zijn maar niet altijd worden voorzien van adequate ondersteuning. Maar handen uit de mouwen… dat doet JOBKOT van VZW JONG. Maar besparingen leggen ons JOBKOT stil.

Veel jongeren die bereikt worden in het jeugdwelzijnswerk vinden moeilijk aansluiting op de arbeidsmarkt. Enerzijds is die markt moeilijk toegankelijk en komen jongeren heel vaak terecht in tijdelijke en weinig aantrekkelijke jobs, anderzijds kampen bepaalde groepen jongeren met bijkomende problemen die aandacht vereisen. Vooral door te luisteren naar het verhaal en de vragen van de jongeren zelf, wordt hulp op maat voorzien.

Bepaalde zaken zijn immers essentieel om de leefkwaliteit van jongeren te vergroten en op die manier ook de stap te zetten naar de arbeidsmarkt. Het gaat daarbij over randvoorwaarden zoals goede huisvesting, basisinkomen, kinderopvang, papierwinkel in orde houden … Maar evenzeer over sociale grondrechten die veel jongeren ontberen.

Daarom is het ook een maatschappelijke plicht in te zetten op dit soort aanbod. En dat gebeurt helaas niet structureel genoeg. We merken daarbij dat het korte termijn denken primeert. En dat botst ons inziens met de succesverhalen die we kunnen voorschotelen vanuit onze werkingen.

Faalangst

Iedereen heeft de buik vol over de ernst van de jongerenwerkloosheid en dito sociale problemen. De cijfers zijn schrijnend. Maar, over wie gaan die cijfers eigenlijk? Wie wordt er oververtegenwoordigd in deze cijfers?

Als we weten dat maatschappelijk kwetsbare jongeren dikwijls een problematisch onderwijsparcours kennen en dat jongeren die geen kwalificatie hebben heel moeilijk aan een behoorlijke job geraken, dan is het duidelijk dat 'werkloos zijn' een niet zo eenvoudig en eenduidig begrip is. Dat tonen de cijfers helaas onvoldoende of zelfs niet.

Jongeren in kwetsbare posities raken vaak van de regen in de drop en hebben hierdoor ook bijzonder veel faalangst in de omgang met de arbeidsmarkt. Waar is er ruimte voor “hun” kant van het verhaal? En vooral: leren we daar iets uit ?

Vieze smaak in de mond

De hoge werkloosheidscijfers zijn een structureel gegeven eigen aan de inrichting van de markt en de talloze drempels om daar je plaats in te vinden. Vaak krijgen we bij het voorstellen van de gegevens een vreemd gevoel van omkering. Toenemend worden we geconfronteerd met het discours alsof de grote groep werkloze jongeren het vooral aan zichzelf te danken heeft dat ze in die positie vertoeven. Structurele factoren en maatschappelijk drempels heten nu “sociologische onzin”. ‘Werkloos zijn’ heeft maatschappelijk een vieze smaak in de mond. Jongeren worden daarbij vaak gebombardeerd met individuele schuldretoriek en voelen zich in veel gevallen tot tweederangsburgers gebombardeerd.

Breder plaatje

Projecten als JOBKOT houden daarom ook altijd een maatschappijkritisch betoog in. Het bredere plaatje wordt gemaakt, zodat er eerst ruimte ontstaat voor de jongeren zelf. De manier van werken impliceert een “handreiking naar maatschappelijke instituties en dienstverleners” zoals bv. de VDAB om mee te denken over een beter aanbod naar jongeren toe.

Al zien we dat dit niet altijd en structureel leidt tot verandering binnen diezelfde dienstverlening. Er wordt trouwens ook intern bij bv. de VDAB onderkend dat de aanpak soms helemaal niet strookt met de noden die er zijn. Zo schiet het pleidooi voor meer marktgerichte studiekeuze of vroegdetectie volledig haar doel voorbij als er niet sterker ingezet wordt op randvoorwaarden of welzijn. Zo ook bij de Tenders. Bovendien om jongeren bij te sturen, competentiegerichte trajecten (overigens vaak van zeer korte duur) en omscholing van jongeren: bijna elke van deze maatregelen laat een benadering zien die heel individueel ingevuld wordt. Structureel is er blijkbaar niets aan de hand. Het falen van het ruimer arbeidsmarktbeleid blijft buiten beeld.

Korte-termijn-denken

Heren en dames Politici, onze jongeren vinden werk of het vinden van werk écht wel heel belangrijk! In hun verhalen bij JOBKOT is dat een constante. Maar ze hebben bijkomende ondersteuning nodig.

Door de lage drempel en het opbouwen van een vertrouwensrelatie met jongeren, slaagt het jeugdwelzijnswerk erin om jongeren te helpen op hun maat. Dit soort aanpak vergt echter tijd: om terug contacten te leggen, zaken op orde te krijgen, en de gepaste ondersteuning te vinden.

Korte termijnoplossingen leiden immers onherroepelijk tot nieuw falen en leggen de schuld te vaak bij de jongere. We betreuren dat initiatieven die een langer en duurzamer (arbeids)perspectief in zich dragen voor maatschappelijk kwetsbare groepen in tijden van besparing (en bijkomend : de wet op de overheidsopdrachten) de eerste slachtoffers zijn. We willen dan ook uitdrukkelijk vragen aan de beleidsmakers om de juiste prioriteit te leggen.

 VZW Jong