(De Wereld Morgen) "We zijn nu al tien jaar bezig met jongeren in armoede, maar we bijten onze tanden stuk op een overheid die geen oog voor ons heeft." Het verdict van de Antwerpse vzw Betonne Jeugd is hard. Net als enkele andere jeugdarmoedeorganisaties vrezen ze dan ook het slachtoffer te worden van een beleid dat haaks staat op hun dagelijkse realiteit. Kortlopende projectsubsidies en hokjesdenken dreigen hen de das om te doen.

De frustratie is groot bij de (vrijwillige) begeleiders Kristof Daems, Famke Scheldeman en Thomas Neefs. Een aanzienlijk deel van hun moeizaam opgebouwde subsidiegelden zal wellicht niet verzilverd worden. En dat ondanks het feit dat ze overal lof krijgen voor het feit dat ze dankzij hun inzet bijzondere resultaten boeken met moeilijk bereikbare jongeren. De doelgroep waarmee ze werken valt immers overal uit de boot en wordt vaak beschouwd als een verloren zaak.

Kansarme jongeren bengelen op alle fronten onderaan de sociale ladder. Hun ouders hebben het moeilijk, ze wonen in barre omstandigheden, krijgen vaak te maken met geweld en verslavingsproblematieken, ze worden gepest op school, hebben gezondheidsproblemen, komen in het BUSO terecht en vinden ook geen vaste plek op de arbeidsmarkt.

Eigenwaarde opkrikken

Miserie troef dus. Maar bij Betonne Jeugd vinden deze jongeren niet alleen een veilige en stabiele haven, ze leren er ook greep te krijgen op hun leven. “Betonne Jeugd is echt van hen,” vertelt Thomas Neefs. “We werken van onderuit, met wie en hoe ze zijn. We zijn hen in de loop der jaren steeds meer gaan betrekken bij de werking. Ze zitten mee in de Raad van Bestuur en ze voeren overal waar we komen zelf het woord.”

“Ze ontdekken hier dat ze wél capaciteiten hebben,” bevestigt Kristof Daems. “Vorig jaar zijn we zelfs met hen naar Straatsburg getrokken waar ze politici uitleg gaven over hun situatie.”

Maar het is precies in die politici dat de jeugdwerkers teleurgesteld zijn. De zoektocht naar fondsen en ondersteuning is namelijk een hobbelig parcours dat bovendien de verkeerde kant op gaat.

De vzw begon in 2003 als een geïmproviseerde niet-gesubsidieerde jeugdwerking voor jongeren die geen aansluiting vonden bij traditionele jeugdorganisaties. In 2010 werd ze door de Vlaamse overheid echter erkend als ‘Proeftuinproject’. Hierdoor konden ze ook aanspraak maken op subsidies van de Stad Antwerpen en Neefs en Daems werden deeltijds tewerkgesteld. De bedoeling was dat ze hierdoor konden doorgroeien naar een structureel gesubsidieerde werking, alleen dreigt het nu uit te draaien op het tegenovergestelde.

Terug naar af

De subsidie loopt binnenkort immers af. De pot wordt overgeheveld naar de lokale overheden die zelf kiezen hoe ze het besteden. En het ziet er niet naar uit dat de Stad Antwerpen vanaf 2014 genoeg zal geven om de begeleiders in dienst te houden.

Veel energie om opnieuw elders tijdelijke projecten aan te vragen hebben de begeleiders niet. “We lopen ons te pletter op de bureaucratie,” zucht Neefs. “Het systeem voorziet vooral in kortlopende projecten terwijl net die vertrouwensband en continuïteit van belang zijn.”

Famke Scheldeman vult aan dat heel wat van die projecten eigenlijk alweer moeten stoppen voor ze goed en wel begonnen zijn. “Je moet van de overheid ook steeds concrete doelen stellen. En die geven veelal blijk van weinig voeling met het veld. Je moet de jongeren dan bijvoorbeeld naar tewerkstelling toeleiden. Alleen is dat in se niet zo moeilijk. De uitdaging bestaat er precies in om hen aan het werk te houden. En dan schieten kortlopende subsidies meteen al tekort.”

Subsidiespitstechnologie

Daarnaast ontstaan er met die projectgelden ook allerlei plichten en verwachtingen. “We moeten een hele administratie bijhouden, rapportjes en verslagen maken en daarnaast weten ze ook ons voortdurend te vinden als ze vragen hebben over armoede en jongeren,” zegt Neefs. “Je moet plots boekhouder, coördinator, communicator en jeugdbegeleider zijn in één keer.” Bovendien leven de begeleiders in voortdurende onzekerheid over of ze het komende jaar nog werk zullen hebben.

Jan Deduytsche, coördinator van het Steunpunt Uit De Marge, vertelt dat vooral kleine organisaties te lijden hebben onder het projectmatige karakter van het beleid. “Ze beschikken niet over de nodige mankracht om in te zetten op wat je echt subsidiespitstechnologie kan noem noemen: in de gaten houden wanneer er oproepen gelanceerd worden, intensief projecten en dossiers schrijven enzovoort.” Schaalvergroting is geen antwoord want juist die kleine organisaties liggen vaak aan de basis van herbronning en vernieuwing.

Verkokering

En dan zijn er nog de hokjes waar alles in moet passen. Organisaties als Betonne Jeugd dreigen beleidsmatig tussen wal en schip terecht te komen omdat ze enerzijds niet voor alle activiteiten als jeugdwerk erkend worden en anderzijds toch ook niet onder Welzijn vallen.

Kristof Daems vertelt dat Betonne Jeugd hun kinderwerking zou willen uitbreiden. “De oudere jongeren willen graag mee begeleiden. Alleen tipte het kabinet van Ingrid Lieten ons onlangs dat we misschien aanspraak kunnen maken op projectsubsidies als we intergenerationeel aan de slag gaan. Dat slaat toch nergens op. We willen een mensenwerking zijn, geen jongerenwerking. En daarbij, nu eens leggen ze vanuit het beleid de nadruk op tewerkstelling, binnenkort is er weer iets anders van belang.”

Structurele noden

Het Netwerk tegen Armoede en Uit de Marge, die de werking ondersteunen, merken bijgevolg dat het in de praktijk uiterst moeilijk blijft om structureel een werking met kinderen en jongeren in armoede uit te bouwen.

“Kijk,” besluit Famke Scheldeman, “om voor onze jongeren te kunnen doen wat moet, hebben we gewoon nood aan twee structureel voltijds betaalde krachten. Beleidsmakers weten ook hoe waardevol eerstelijnswerk als dat van ons is, dus het is eigenlijk echt tijd dat onze nood gelenigd wordt.”

“We werken maatschappelijk gezien enorm preventief. We halen kansarme jongeren uit hun isolement en zorgen voor empowerment. En dan moet je weten dat we nog maar het topje van de ijsberg bereiken.”

Lieten

Wanneer we de kwestie voorleggen op het kabinet van Ingrid Lieten bevestigt adjunct-kabinetschef armoedebeleid Magda De Meyer de appreciatie voor Betonne Jeugd. “We vinden dat een fantastische organisatie en ik vind het heel jammer dat we hun project dit jaar niet hebben kunnen verlengen. We kregen veel meer aanvragen binnen dan het jaar daarvoor en we wilden ook nieuwe initiatieven kunnen steunen.”

Op de vraag waarom er enkel projectmatig en niet structureel gewerkt wordt antwoordt De Meyer dat ze haar hoop richt op de begroting van de Vlaamse Regering voor 2014. “We willen zeker een structurele verankering voor dit soort werkingen. We weten maar al te goed dat het slecht is om van het ene naar het andere project te hoppen. Alleen is het nu dus kwestie van dat binnen te halen. Jeugd in armoede is één van de beleidsprioriteiten van deze regering dus we hopen dat ze ons hierin zullen volgen.”

Geen benul

In september of oktober valt de beslissing voor de begroting van 2014. Intussen kijken ook de andere proeftuinprojecten zoals T’Hope in Roeselare, Den Tube in Leuven en Recht-Op uit Antwerpen aan tegen een fiks verminderde toelage.

Thomas Neefs van Betonne Jeugd zocht alvast noodgedwongen een andere job, maar hij blijft actief als vrijwilliger. Wellicht wordt de werking teruggeschroefd tot één activiteit op vrijdagavond. “We stoppen niet, maar we zijn heel teleurgesteld in politici die niet correct in ons investeren. Ze hebben geen benul van de mensen waarvoor ze beleid maken.”

(cc) 2013 - De Wereld Morgen - Ciska Hoet