Een duizendtal Antwerpse jongeren jonger dan 25 moet rondkomen met een leefloon. Volgens het OCMW is dat aantal nog nooit zo hoog geweest. In een nieuwe wetgeving werd de wachttijd verlengd van negen maanden naar een jaar. "Je moet zolang mogelijk thuis blijven wonen, geduld hebben en positief blijven denken", klinkt het bij enkele jonge leefloners.

In Antwerpen vroegen in 2013 ongeveer 960 jongeren, jonger dan 25, een leefloon aan. Dat is een stijging van 12 procent ten opzichte van het jaar daarvoor. Wie leefloon zegt, weet meteen dat het een uithangbord voor armoede is. Dominic (28) en Sidney (22) weten er alles van. Zij konden gelukkig terecht bij jeugdwerking Betonne Jeugd. Daarvoor legden ze een zware weg af.

Leefloon = overleven

Dominic verliet het secundair onderwijs toen hij achttien was, zonder diploma. Hij volgde een leercontract aan de koksschool. “Ik zat in een moeilijke thuissituatie. Dus ben ik toen alleen gaan wonen. Daarna lukte me het ook niet meer om nog te studeren”, vertelt hij.

Na twee maanden op straat te hebben geleefd, ging hij samenwonen met zijn vriendin. Helaas werden ze uit hun appartement gezet toen ze de huur niet meer konden betalen. “Toen ben ik voor het eerst naar het OCMW gestapt om een leefloon en een huurwaarborg aan te vragen. Ik heb daar toen ook om werk gevraagd, maar het enige wat ze hadden was zendmasten plaatsen of werken in een Marokkaans restaurant. Ik sta open voor andere culturen, maar ik heb een opleiding gevolgd voor de Franse keuken, dus dat heb ik afgewezen”, zegt hij.

In 2012 zat Dominic nog altijd in geldnood. Hij vertelt over hoe hij in de gevangenis heeft gezeten en zijn uitkering levenslang geschorst werd wegens het niet nakomen van de voorwaarden. Uiteindelijk kwam hij terecht bij de sociale werkplaats Manus, in Antwerpen Zuid. Daar kon hij aan het werk als klusser in het magazijn op basis van Artikel 60. “Ik had daar een vast contract kunnen krijgen als magazijnier, maar blijkbaar moest je vijf jaar werkloos geweest zijn om in aanmerking te komen. Ik kan me niet voorstellen hoe je erin kunt slagen om vijf jaar geen werk te hebben”, zegt hij.

Weinig steun van OCMW

Ook Sidney had te kampen met een moeilijke thuissituatie. Zijn hoogst behaalde diploma is van het lager onderwijs. Ook hij stond, net als Dominic, op straat omdat hij thuis niet meer terecht kon. Studeren lukte niet meer en hij vroeg een leefloon aan. Net als Dominic leefde hij dakloos op straat, twee jaar lang.

“Ik heb gelukkig maar één maand moeten wachten op de goedkeuring van het OCMW. Als ik hoor hoe lang anderen moeten wachten, dan vraag ik me af hoe ze dat volhouden”, zucht hij. Door zijn leven op straat werd werk vinden onmogelijk. Bij zijn zoektocht naar een woning werd hij ook constant afgewezen wegens zijn jonge leeftijd en gebrek aan een vast inkomen. “Het OCMW heeft nergens mee geholpen. Niet met het zoeken naar werk, niet met een woning. Ze hebben me ook veel te weinig geïnformeerd. Als ik toen wist wat ik nu uit ervaring heb geleerd, stond ik nu veel verder”, zegt Sidney.

Dominic kijkt met gemengde gevoelens terug op de  geboden hulp. “Ik heb zes verschillende maatschappelijke werkers gehad. Je krijgt van het OCMW altijd wel je eerste kans opnieuw. Maar ik vind dat ze je meer als een mens en minder als een nummer moeten behandelen.”

Levenslessen

Door hun ervaringen hebben ze ook belangrijke levenslessen geleerd. “De gouden regel is: blijf van de drugs af. Raak zelfs geen joint aan. Als ik dat had gedaan, zat ik nu niet op straat. Je moet ook veel geduld hebben en positief blijven denken. Als je geen geduld hebt, blijf je met de problemen zitten”, weet Sidney.

“Je moet zolang mogelijk thuis blijven wonen”, vindt Dominic. “Ondertussen kun je gaan werken en een deftige spaarpot opbouwen. Wanneer je vijfentwintig bent kan je dan alleen gaan wonen. Tegen dan heb je ook geld om een tweedehands auto aan te schaffen. Zo vermijdt je het spinnenweb dat het OCMW is”, raadt hij aan.

© 2014 – StampMedia – Stef Vananderoye


Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 26/03/2014
Dit artikel werd gepubliceerd door Apen.be op 26/03/2014
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 26/03/2014