Vlaanderen vertrouwt op het buikgevoel bij de uitstippeling van het beleid rond allochtonen bij sportclubs. Over het aantal sportende jongeren van andere origine in Vlaanderen bestaan immers geen cijfers. Het departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media verwijt de Vlaamse sportorganisatie Bloso dat ze het gebrek aan statistieken aangrijpt om weinig tot niets rond het thema te doen.

Dhr. Pieter De Clercq werk niet voor het Kennisknooppunt Interculturaliseren, maar voor het departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media.

"Op dit ogenblik zijn er geen cijfers", zegt Pieter De Clercq van het departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media. De organisatie verzamelt informatie over projecten die verschillende culturen met elkaar in contact brengen, en geeft die door aan jeugdverenigingen en sportclubs. "We meten niet, omdat dit te veel tijd in beslag neemt. Een zelfscan bij verschillende Vlaamse sportclubs gaf aan dat weinig mensen van diverse afkomst de weg vinden naar sportclubs. Er is dus wel degelijk een probleem.” De Clercq geeft toe dat het departement intuïtief te werk gaat. "Als ons gevoel zegt dat er een probleem is, pakken we dat liever nu meteen aan. Exacte gegevens willen we zeker, maar voorlopig werken we vanuit het buikgevoel."

Bloso bij de pakken

Soms wordt er handig gebruik gemaakt van dit beleid zonder cijfers. “Bloso neemt weinig initiatieven omdat de nood niet cijfermatig bewezen zou zijn”, legt De Clercq uit. "Zonder exacte gegevens, is er voor Bloso geen probleem."

Bloso vindt de beschuldiging onterecht. "Wij proberen wel andere culturen te betrekken in onze activiteiten", zegt Hervé Van der Aerschot van de Bloso-afdeling Promotie en Inspectie. "Wat het departement beweert, is niet juist". Bloso organiseert elk jaar twee sportevenementen gericht op de integratie van mensen van andere afkomst: Sportmozaïek en Sportmix. Zo brengt Sportmozaïek dit jaar sporten uit verschillende culturen samen op 4 juli in Hofstade. Tijdens Sportmix op 22 en 23 oktober in Genk vertegenwoordigen jongeren hun eigen nationaliteit in sportwedstrijden. De twee initiatieven worden sinds 2007 jaarlijks georganiseerd. Andere initiatieven specifiek gericht op jonge sporters van andere origine zijn er niet.

Allochtoon is niet gelijk aan allochtoon

De Vlaamse sportadministratie, Bloso en de koepelorganisatie van de Vlaamse sportfederaties wijten het gebrek aan cijfers aan privacyproblemen. In Vlaamse statistieken wordt steeds naar de nationaliteit en nooit naar de herkomst van de respondent gevraagd. "Wij kunnen niet zomaar vragen aan de leden van de Vlaamse sportclubs of ze van andere origine zijn of niet", licht De Clercq toe. Van der Aerschot bevestigt. Bloso peilt bij de deelnemers van de sportkampen naar hun afkomst, maar aangezien antwoorden vrijblijvend is, zijn de resultaten onbruikbaar.

Een andere hinderpaal is de definitie van 'allochtoon'. Ook hier ligt het departement CJSM overhoop met Bloso. De sportorganisatie ziet een 'allochtoon' als iemand die geen Belg is. Voor het departement van minister Anciaux kan een 'allochtoon' ook een nieuwe Belg zijn, iemand met buitenlandse roots die intussen de Belgische nationaliteit heeft verworven of als Belg is geboren. Migranten en kansengroepen van de tweede of derde generatie worden daardoor ook geteld.

"Als we niet over hetzelfde spreken, kunnen we onmogelijk tot exacte cijfers komen", legt Pieter De Clercq uit.

Over het aantal jonge sporters van andere herkomst is er dus geen duidelijkheid. Geen enkele betrokkene heeft een globaal beeld. Navraag bij het Kennisknooppunt Interculturaliseren, Bloso, het BOIC (Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité), de Vlaamse Sporfederatie, de sportdienst van de stad Antwerpen en Buurtsport leverde niets op. Bij organisaties die wel cijfers hadden, zoals Buurtsport, ging het steeds om beperkte gegevens over de eigen leden.

Pessimisme

Pieter De Clercq is pessimistisch over de toekomst. Zijn dienst wacht op de regionale verkiezingen van 7 juni en de vorming van een nieuwe regering. Een grondig kwantitatief onderzoek naar de situatie is nog steeds niet besteld, hoewel de nood hoog is. De hete aardappel wordt naar de volgende minister doorgeschoven. "Minister Anciaux hecht veel belang aan interculturaliseren, maar ik vrees dat de volgende minister hier geen prioriteit van zal maken."

© 2009 – StampMedia – Thomas De Ridder & Haik Guevorkian


Dit artikel werd gepubliceerd door Gazet van Antwerpen - online op 10/04/2009
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Belang van Limburg - online op 10/04/2009