(rekto:verso) Onze muziekcollecties waren nog nooit zo uitgebreid. Wil je bijvoorbeeld de volledige catalogus van de onlinemuziekdatabase Spotify beluisteren, dan ben je klaar op vijf augustus ... van het jaar 7480. Dat duurt me iets te lang, maar als plichtbewust musiconaut wou ik wel de 'iTunes-uitdaging' aangaan.'68,6 dagen' las ik onderaan mijn iTunes-programma. Een dikke twee maanden zou het dus duren om mijn volledige muziekcollectie af te spelen. Dat is vrij lang, maar misschien nog net haalbaar ... dacht ik.

Achteraf bekeken was het naïef om te denken dat zo'n ridicule missie gemakkelijk zou zijn, maar ik ben er toch aan begonnen. De regels waren eenvoudig: mijn draagbare mp3-speler (of laptop) moest gedurende 68 dagen onafgebroken die enorme afspeellijst van begin tot eind afratelen. Een beetje vals spelen moest wel: 's nachts mocht het volume tijdelijk op waarde '1' (bijna onhoorbaar), maar minstens twaalf uur per dag moest de muziek goed hoorbaar zijn op een gemiddeld volume.

Hoe overleef je twee maanden in de muziekjungle? Het antwoord staat in deze fragmenten uit mijn blog.

DAG 1: THE ANTLERS – ROLLED TOGETHER

Altijd beginnen bij het begin: mijn mama. Zij betaalde midden jaren 1970 540 Belgische frank voor een album dat nog steeds een van haar favorieten is. Eerst wekenlang sparen, dan zorgvuldig kiezen in de platenwinkel van het dorp, om uiteindelijk terug naar huis te gaan met Thick as a Brick van Jethro Tull onder de arm. Daarna had ze maanden tijd om songs, hoes en liner notes eindeloos te bestuderen. Dat nostalgische popritueel werd tot diep in de jaren 1990 door miljoenen tieners uitgevoerd. Een album was een echt luxeproduct. Het vinyl smolt tijdens de ontelbare luisterbeurten en werd een krachtig elixir voor lichaam en geest. Gewone jongens en meisjes kregen op schijnbaar doordeweekse dagen superkrachten toebedeeld en vochten tegen het kwaad.

Halverwege deze eerste dag iTunes-luisteren, besefte ik dat ik niet zozeer een superheld, maar wel een muziekslet ben geworden. Met te veel betekenisloze flirts op het palmares. Ik hoorde vandaag prachtige nummers die ik jaren geleden had gedownload, maar nog nooit eerder had beluisterd. Nog veel irritanter was al de rommel die ik hoorde. Zo was er bijvoorbeeld Burst Apart, een slaapverwekkend album van The Antlers. Geen idee hoe het in de lijst is terechtgekomen, maar ik moest wel alle tien de nummers uitzitten, waardoor ik zin kreeg om het hele project al op de eerste dag af te blazen. Wiens collectie is dit eigenlijk? Wie is het apathische downloadmonster dat al deze gestolen goederen op een hoop heeft gesmeten?

DAG 11: FUGAZI – BLUEPRINT

De verlokkingen van het wereldwijde web zijn talrijk en je doet zelf vrolijk mee. Illegaal downloaden, narcistisch bloggen, cyberstalking en eBay-fraude: het zijn allemaal ondeugden die een variant hebben in de fysieke wereld, maar toch lijkt het alsof in www-land de grens tussen goed en kwaad net iets vager is. Alles lijkt op een afstand te gebeuren en we krijgen het gevoel dat zaken als 'verantwoordelijkheid' en 'ethiek' daar niet van toepassing zijn. Is het niet gewoon een spelletje?

De website chatroulette. com laat je kennismaken met een willekeurige aardbewoner die net als jij voor de webcam zit. Het woordje 'chat' is natuurlijk een eufemisme voor 'elkaar uit de kleren praten', het uiteindelijke doel van de roulette. Het was op die site dat ik vandaag een 21-jarige Colombiana zover had gekregen om dingen voor de webcam te doen die in het strikt katholieke Zuid-Amerika allicht tot de taboesfeer behoren ... Dingen die op alle continenten tot de taboesfeer behoren, nu ik erover nadenk. Het was dus best gezellig, totdat mijn iTunes-lijst na het laatste nummer van Fuck Buttons overging naar het eerste van Fugazi. Het alfabet is onverbiddelijk.

Na de intro van Bad Mouth had ze er genoeg van. Ze deed een zijden kamerjasje aan en vroeg me: ‘Waarom zoek je zo'n roeperig sfeertje in muziek? Europeis very rich! Waarom dan dat negatieve en agressieve lawaai?’Ik gaf haar een geïmproviseerd symposium over de legendarische rockband Fugazi en vertelde haar dat rockmuziek al decennialang een levenslustige uiting van ongenoegen was geweest. Daarna viel ik even stil en zei tenslotte: ‘Zelfs de hogere middenklasse mag wel eens luidop zeggen dat de wereld geen paradijs is ... Blank en rijk zijn, is soms ook ingewikkeld. ’Misschien zat mijn aftandse Batman-onderbroek er voor iets tussen, maar mijn betoog maakte niet veel indruk en de kamerjas ging niet meer terug op de blauwe plastic stoel.

Ik begrijp haar reactie ergens wel. Muziek zoals die van Fugazi klinkt gewoon niet langer als een soundtrack bij sociale verschuivingen; daarvoor is onze wereld te veel versneld. Maatschappelijke discussies worden ogenblikkelijk in de sociale media gevoerd en een trager medium zoals een muziekopname kan totaal niet met die snelheid concurreren. In deze eeuw komt een song die iets probeert te zeggen over een concrete gebeurtenis altijd te laat. Een voorbeeld: toen Dylan zich begin jaren 1960 afvroeg Who Killed Davey Moore?, stapte hij middenin het publieke debat over het tolereren van geweld als entertainment. Bokser Davey Moore was dan al maanden tevoren bezweken aan de gevolgen van hersenschade, maar Dylans lied bleef nog een hele tijd relevant, omdat er geen andere uitlaatkleppen waren voor de publieke verontwaardiging.

Maar wanneer een jonge muzikant op 23 augustus 2011 – vijf dagen na de noodlottige Pukkelpopstorm – een zelfgeschreven song over de ramp op YouTube zet, dan klinkt die al gedateerd. Op vijf dagen tijd hadden organisatoren, muzikanten, burgers, opiniemakers en politici al waanzinnig veel reacties gecommuniceerd, en waren we de 'dramahype' alweer beu op het moment dat die jongen klaar was met z'n liedje.

DAG 12: GANG GANG DANCE - VACUUM

Op dag 12 krijg ik een paar nummers doorgestuurd via mijn Colombiaanse 'vriendin'. Een kennis van haar maakt in een schuur in Barranquilla zonnige chillwave, die niet eens zo onverdienstelijk klinkt. Het wordt alleen na een paar minuten een beetje voorspelbaar en braaf ... en halverwege het tweede nummer ronduit saai. Is het toeval dat het pastelkleurige chillwave-genre de soundtrack levert bij een imploderende muziekindustrie en een bar economisch klimaat? Of is het de muzikale echo van een sector en een publiek die het liefst op veilig spelen?

DAG 30: NEUTRAL MILK HOTEL – KING OF CARROT FLOWERS PART 1

Ik mijd al een paar dagen sociaal contact. Het valt me zwaar om naast de lijst nog andere prikkels erbij te nemen, daarom zeg ik steeds meer afspraken af. Het is eenzaam in iTunes-land.

DAG 39: ROBERT FRIPP & BRIAN ENO - THE HEAVENLY MUSIC CORPORATION (REVERSED)

Vandaag begrijp ik al beter waarom het beluisteren van die iTunes-lijst ook een soort van confrontatie met mezelf is geworden. Ik doorbladerde toevallig het populaire tijdschrift De Huisarts en las:

‘Naar muziek luisteren is een complex proces, waaraan zowel cognitieve als emotionele componenten te pas komen. Recente studies met beeldvorming van de hersenen tonen aan dat de neuronale activiteit bij iemand die naar muziek luistert, zich ver buiten de auditieve cortex uitbreidt: muziek stimuleert een netwerk van frontale, temporale, pariëtale en subcorticale zones die niet alleen betrokken zijn bij het muziekhoren sensu stricto, maar ook bij de aandacht, de semantiek, het geheugen en de motorische functies. Daarnaast worden ook limbische en paralimbische zones geactiveerd, die betrokken zijn bij het verwerken van emotionele stimuli.'

Muziek is dus structureel verbonden met ons geheugen en onze emoties. Het is een soort generale repetitie voor ons gevoelsleven en een krachtige drager van herinneringen. Als je die theorie verder doortrekt, dan zouden we onszelf ook moeten kunnen manipuleren via muziek. Zowel in negatieve als in positieve zin. Waren het niet Metallica en Drowning Pool die door de Amerikanen in hun Humvees werden grijsgedraaid, terwijl ze Irak aan flarden schoten?Er is niets dodelijks aan die muziek op zich natuurlijk, maar het lijkt wel vanzelfsprekend dat de soldaten hun 'bevrijdende' taken combineerden met dat soort nihilistische machomuziek, en niet met de Vespers van Monteverdi.

Toen Zaireeka van The Flaming Lips in de lijst passeerde, dacht ik terug aan een feestje bij me thuis. Ik moest die dag wel vrienden uitnodigen, want zonder hun hulp kon ik het album onmogelijk beluisteren. Zaireeka is uitgebracht op vier aparte cd's die simultaan moeten worden afgespeeld. Ik vroeg dus om laptops en cd-spelers mee te brengen, opdat we alles tegelijk zouden kunnen opzetten. Echt vlotjes ging het niet: een van de laptops bleek een fractie trager af te spelen, waardoor we constant moesten bijsturen. The Flaming Lips leerden ons via dat experiment een andere vorm van muziekconsumptie kennen, die veel socialer is dan de hyperindividuele opzet van de iPod en iTunes. Luisteraars moeten sowieso samen naar dat album luisteren en iedereen zal door de omstandigheden altijd een unieke versie van Zaireeka horen. Onze versie was alvast memorabel. Of zoals het opschrift van dat ene Flaming Lips-T-shirt het mooi samenvatte: 'Let's go to Mars, not Iraq'.

DAG 68 (EN 69) : ZOMBIES – TIME OF THE SEASON (ALTERNATIVE MIX)

Aan de kassa van de Aldi: minder hollywoodiaans had mijn muzikale odyssee niet kunnen eindigen. Net toen ik een diepvriespizza en een kilo tomaten op de kassaband had gelegd, waren alle 68,6 dagen van mijn lawaaierige winter plots voorbij. Na Time of the Season wilde ik eerst en vooral de klok volledig rond slapen in een zalige, absolute stilte.

Het was een dolle rit. En dan heb ik het niet alleen over mijn persoonlijke iTunes-avontuur, maar over al meer dan tien jaar leven met de mp3-bezetting. Het internet gaf ons vleugels om te ontsnappen aan de kapitalistische minotaurus, maar net zoals Icarus kwamen we te dicht bij de zon. Vrijwel elke film of serie kan je vanavond gratis bekijken en elke discografie gratis beluisteren. Een doordachte keuze hoef je dus niet meer te maken, maar toch wanen we ons goed geïnformeerde specialisten.

Ik heb een glimp opgevangen van een toekomst waarin we allemaal gekluisterd zitten aan ons eigen schermpje met onze eigen koptelefoon, gevangen in onze eigen afspeellijst. Ik heb geen zin om die dystopie apathisch af te wachten. Het is tijd voor iets nieuws. Ik ben niet de enige die er zo over denkt. Denk maar aan slow food, aan twintigers die hun eigen sjaals breien, aan onze nationale obsessie met ‘de koers’, zelfs aan het fenomeen Bart De Wever ... We zijn op allerlei manieren op zoek naar authenticiteit, ver weg van de digitale wereld.

In onze muziekbeleving komt dat tot uiting in een florerende concert- en festivalcultuur, maar ook in de populariteit van het zélf musiceren. Zo'n typisch fenomeen van de laatste jaren: ouders die het bandje van zoon- of dochterlief ondersteunen en begeleiden naar allerlei rockwedstrijden. Het kadert allemaal binnen dezelfde drang om onze muzikale passies te delen met gelijkgestemden. Daarom ben ik ook optimistisch over de toekomst van popmuziek, maar er blijft wel één essentieel aspect in het verdomhoekje zitten: de professionele opname. We blijven het logisch vinden om prachtige albums als gratis wegwerpprullen te gebruiken.

Toegegeven, ik kan me enkel nog een wereld voorstellen waarin ik binnen drie muisklikken de nieuwe Zammuto, Sleigh Bells of Dirty Three kan checken, maar ik moet daarnaast ook opnieuw in een tragere versnelling leren denken. Ik nodig u dan ook uit om samen met mij nog eens rustig kennis te maken met een plaat. De jachtige oppervlakkigheid voorbij. Herontdek vinyl, maak een mixcassette voor uw vrienden, en vind op zolder uw lavalamp terug tijdens de zoektocht naar een functionerende cassettespeler. Koop een ironische kerstboom in juli en leg er een zorgvuldig uitgekozen cd voor uw mama onder. Ze zal content zijn.

© 2012 - rekto:verso - Roel Joosen
Roel Joosen is muziekjournalist