© Wikipedia

Wat doet Jinnih Beels (sp.a) als schepen van Jeugd? Hoe begon ze haar carrière? Hoe ziet haar werkdag er vandaag uit? En wat is haar mening over preteaching? Een interview.

“Ik ben mijn carrière begonnen als politiecommissaris”, begint Jinnih Beels haar verhaal. “Drie jaar geleden zette ik de stap naar de politiek. Eén jaar ben ik ondertussen schepen voor Jeugd en Onderwijs. Ik heb altijd hard geloofd in wat ik doe en ben ook omringd door heel capabele mensen. Mijn team versterkt mij en door hen straal ik naar de buitenwereld toe. Ik kan zeggen dat ik vandaag Jinnih Beels ben door de mensen rondom mij en door de situaties die ik meegemaakt heb in mijn leven.”

U heeft naast criminologie ook een andere studie gedaan: intercultureel management. Waarom?

“Na mijn studie criminologie heb ik als rijkswachter gewerkt. Nadien kwam ik terecht bij de lokale politie van Stad Antwerpen, als politiecommissaris. Antwerpen is een heel diverse stad met veel verrijkende cultuur. Op een bepaald moment had ik het gevoel dat ik moest leren omgaan met zulke diverse zaken. Ik wilde meer te weten komen en mij verdiepen in verschillende culturen. Daarom volgde ik eerst een postgraduaat intercultureel management aan de KU Leuven en nadien aan het CIMIC in Mechelen.”

"Ondanks de meningsverschillen tussen onze partij en die van Bart De Wever kan ik heel goed samenwerken met hem."

Wat zijn tot nu toe de mijlpalen in uw carrière?

“Eén van de mijlpalen was vooral: in de politiek stappen. Ik werd meteen lijsttrekker voor sp.a Antwerpen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen. Het was voor mij een hele vuurdoop om met mijn onderhandelingsteam samen te zitten met andere partijen. Ondanks de meningsverschillen tussen onze partij en die van Bart De Wever kan ik heel goed samenwerken met hem.”

“Ten tweede ben ik heel trots op mijn kabinet. Ik heb begin vorig jaar een heel nieuw kabinet moeten samenstellen. Door mijn voormalige job als politiecommissaris had ik gelukkig wel een visie over hoe ik een team moest vormen. Ik ben ontzettend trots op het feit dat ik samen met mijn team een kabinet heb kunnen opbouwen.”

“Ik ben in deze corona-tijden ook trots op het jeugdwerk in onze stad. Een heleboel jongeren vervelen zich omdat ze thuis bijvoorbeeld geen tuin hebben. Ze hebben niet de ruimte of luxe waar anderen wel over beschikken. Wij hebben tal van jeugdwerkers die zich, ondanks de risico’s, toch hard inzetten om de crisis voor jongeren zo draaglijk mogelijk te maken. Het is als stad heel fijn om te zien dat er achter de schermen en in alle stilte zo hard gewerkt wordt.”

“Ik heb altijd een grote liefde gehad voor jongeren. De jeugd is onze toekomst. Zij moeten lawaai maken om te vechten voor gelijke rechten."

Vanwaar komt uw passie voor onderwijs en jeugd?

“Ik heb altijd een grote liefde gehad voor jongeren. De jeugd is onze toekomst. Zij moeten lawaai maken om te vechten voor gelijke rechten. Ikzelf ben van een heel arm land naar hier gekomen. In mijn eerste studiejaar had ik een leerkracht die heel hard in mij geloofde. Ik wil op mijn beurt veel voor jongeren doen en hen hetzelfde gevoel bezorgen. Het heeft vooral te maken met mijn verleden in India.”

Hoe verloopt uw werkdag als schepen?

Sinds de Coronacrisis is het motto: blijf in uw kot. Ik vind dat ik het goede voorbeeld moet geven, zeker naar de jongeren toe. Ik verricht al mijn werk dus vanuit ‘mijn kot’. Mijn werkdag is nu heel gestructureerd. Ik sta op, ontbijt, zet mijn zoon aan het werk en daarna begin ik aan al mijn vergaderingen, online uiteraard. Af en toe moet ik mij wel verplaatsen naar mijn kabinet, omdat er zaken zijn die je nu eenmaal niet virtueel kan doen. Ik probeer dagelijks ook een uurtje te lopen of met de hond te wandelen.”

“Voor corona-tijden verliep mijn werkdag héél anders. Ik ben weinig aanwezig op mijn kabinet en ben vooral op stap. Zo bezoek ik veel scholen. Ik probeer elke week toch minstens naar één school te gaan. Ik praat met directies, leerlingen en de leerkrachten om te zien hoe alles verloopt en waar er eventueel zaken mislopen. Ik bezoek ook jeugdorganisaties om te zien hoe alles daar verloopt.”

“Ik ga ook dikwijls naar Brussel om vergaderingen bij te wonen. Bijvoorbeeld voor de veiligheidscommissie of voor het Nationaal Partijbureau. Ook wanneer er nieuwe projecten worden opgestart, ben ik er graag bij. Af en toe ben ik gastspreker op bepaalde evenementen. Mijn werkdag eindigt doorgaans tussen 22u en 23u, maar dat vind ik zeker niet erg.”

“Af en toe zijn er ook dienstreizen. Zo ben ik onlangs naar Barcelona getrokken om te kijken hoe het daar zit met uitvalcijfers in het onderwijs. Een op vijf jongeren in Antwerpen verlaat de school zonder diploma. Een uitdaging die ook in Barcelona erg actueel is. Tijdens deze reis kon ik zien welke best practices wij daar eventueel konden meenemen naar onze stad. Heel leerrijk.”

"Wat mij stoort is dat politiek niet altijd bezig is met het algemeen belang, maar eerder met het eigenbelang."

Ziet u uzelf binnen tien jaar nog in de politiek?

“Toen ik in de politiek begon, heb ik mezelf voorgenomen dat ik er voor maximaal twee termijnen zou blijven. Of ik daar in zal slagen, weet ik niet. Je weet nooit wat verkiezingen brengen. Maar goed, er is nooit een juiste reden om te stoppen, wel altijd een juist moment. Ik ben een strijder in hart en nieren en wil me sowieso blijven inzetten voor de samenleving.”

Zou u na de politiek opnieuw aan de slag willen als politiecommissaris?

“Neen. Ik ben niet iemand die achteruit kijkt. Ik ga vooruit. Ik heb zeker nog ambities. Ik zou heel graag nog eens iets anders willen proberen, want afwisseling is altijd aangenaam.”

“Deze fase van preteaching mag niet doorslaggevend zijn als dat voor de ouders, leerkrachten en scholen een fase van experimenteren is."

Even naar de huidige situatie. Er is discussie over preteaching in corona-tijden. Wat is uw mening daaromtrent? En hoe gaat u er zelf mee om, met uw zoon?

“Mijn eigen zoon is dertien en zit in het eerste middelbaar. Hij zit niet in een moeilijke thuissituatie en heeft toegang tot alle middelen die hij nodig heeft. Mijn echtgenoot en ik helpen en ondersteunen hem heel sterk. En toch blijft het ook voor hem een grote uitdaging.”

“Deze fase van preteaching mag niet doorslaggevend zijn als dat voor de ouders, leerkrachten en scholen een fase van experimenteren is. Voor mij is het basisprincipe in het onderwijs dat je iedereen mee hebt. De kloof tussen sommige leerlingen is in deze periode nog groter geworden. Er zijn immers veel leerlingen die wij helemaal niet kunnen bereiken vandaag. Als er nieuwe leerstof aangeboden wordt, moeten ook die jongeren zeker toegang hebben en mee zijn met de nieuwe leerstof.”

“Er waren voor de coronacrisis al heel wat ouders met veel kopzorgen, zoals het niet kunnen betalen van facturen. Er zijn daarnaast ouders die thuiszitten met kinderen met een beperking of andere zorgnoden. Ze kregen daarbij veel hulp, waarop ze vandaag geen of minder beroep kunnen doen. Nu moeten ze het grotendeels zelf uitzoeken. Als schepen van Onderwijs en Jeugd baart me dat veel zorgen.”

Als afsluiter: hebt u een tip voor jongeren die dezelfde richting als u willen uitgaan?

“Wat ik heel belangrijk vind en ook altijd aan mijn zoon meegeef: je hebt één leven, doe wat je wil doen. Probeer het, doe het. Je kan er achteraf spijt van krijgen, maar je hebt het toch maar geprobeerd en gedurfd. Laat je nooit demotiveren. One life, live it!”

“En als je in de politiek wil gaan… Dan is het belangrijkste om mensen te helpen en dichter bij elkaar te brengen. Doe het vooral niet voor de macht. En het is ook heel belangrijk om in het achterhoofd te houden dat er moeilijke beslissingen moeten genomen worden. Dus als je ’s nachts goed slaapt, ben je niet goed bezig.”


Dit artikel werd gepubliceerd door apen.be op 20/05/2020

vorige volgende