© Jos van Zetten

Hedy d’Ancona (87) is een vooraanstaande feminist en oud-politica, die zich al vele jaren inzet voor vrouwenemancipatie en voor een rechtvaardige samenleving. In 1968 richtte ze samen met Joke Kool-Smit de actiegroep Man-Vrouw-Maatschappij (MVM) op. Deze maatschappelijke betrokkenheid liet d’Ancona ook zien als lid van de Partij van de Arbeid (PvdA), waar ze een lange politieke carrière had, zowel in de Nederlandse politiek als op Europees niveau. Hoewel d’Ancona niet meer actief aan het werk is, blijft ze geëngageerd. Zo is er in januari een heruitgave van haar boek 'Het persoonlijke is politiek' verschenen en spreekt zij zich regelmatig uit over actuele thema’s. In dit gesprek deelt ze haar visie op het hedendaags feminisme, vrouwenhaat in de politiek en de toekomst van links.

We lopen door een rustige straat in Amsterdam. Er zijn bijna geen mensen, alleen een paar toeristen langs de gracht. De zon schijnt, maar het is nog een koude dag in maart. We bellen aan en Hedy d’Ancona opent vrolijk de deur. Ze toont waar ze net zat te lunchen: voor het raam, in de zon. We gaan aan tafel zitten, waar we de tijd krijgen om haar woonkamer te bewonderen: modern, kleurrijk en vol met kunst. Ons gesprek begint meteen over de feministische mars op 8 maart.

Wat vond u van de feministische mars?

“Daar was ik enthousiast over. De opkomst werd geschat op twintigduizend. En ja, de publiciteit rond die achtste maart: zo’n explosie is wel aardig, maar daarna is het weer weg. Vrouwenemancipatie zou gedurende het hele jaar zo in de belangstelling moeten staan. Een onderwerp waar ik me de laatste tijd druk om maak, is dat ’s avonds de publieke ruimte meer van mannen is dan van vrouwen. Dat vind ik onrechtvaardig. Het woord publieke ruimte betekent dat die van iedereen moet zijn en dat is dus niet zo, want vrouwen voelen zich ’s nachts vaak onveilig.”

Zijn er tegenwoordig minder feministen?

“Ik klaag niet over het aantal feministen, dat zijn er nu veel meer dan vroeger, maar het grote verschil is dat zij geen beweging vormen. Aan loslopende feministen is er geen gebrek, maar je moet je mobiliseren. Je moet begrijpen dat de politiek onder de indruk raakt wanneer je een beweging bent. Dat is een les die ik heb geleerd in de tweede golf.”

Denkt u dat de huidige feministische beweging inclusief genoeg is?

“Het is van belang dat je verwelkomend bent naar iedere vrouw, maar sommige vrouwen zegt het feminisme niets. Je kan nu niet meer met die vrouwenbeweging van vroeger aan komen zetten. Die was niet echt inclusief, niet expres, maar het waren voornamelijk hoogopgeleide witte vrouwen. Hoogopgeleid is helemaal niet zo’n idiote eis, want dat is het enige wat succesvol is gebleken in al die jaren. Het opleidingsniveau van vrouwen in Nederland is van een achterstand in de jaren zestig omgedraaid naar een voorsprong. Ons werd altijd gezegd: als de kennis er maar is en het onderwijsniveau gaat omhoog, dan volgen het inkomen en de macht vanzelf. Het is een schande dat die onderwijsvoorsprong zich niet heeft vertaald in gelijk loon voor gelijk werk. Het heeft overigens ook niet gezorgd voor een evenredige verdeling van de macht. Er zijn blijkbaar toch andere factoren die ervoor zorgen dat je daar niet doorheen komt, ondanks dat onderwijs. Dat is kennelijk een soort solidariteit waarvoor mannen geen club hoeven op te richten.”

“Ons werd altijd gezegd: als de kennis er maar is en het onderwijsniveau gaat omhoog, dan volgen het inkomen en de macht vanzelf”

Denkt u dat we anno 2025 de rolpatronen hebben doorbroken die u met MVM wilde bestrijden?

“Die rolpatronen waren toen anders ingevuld. Wij vonden het raar dat van vrouwen verwacht werd dat zij huisvrouw of moeder zouden worden. Als zij eenmaal die heilige status van moeder bereikt hadden, moesten zij tevreden zijn, ongeacht hun ambities. MVM is mede begonnen om dat rolpatroon te doorbreken. Het was voor veel vrouwen zo’n opluchting om te horen dat het geen individuele gekte was als je niet gelukkig was in die rol van moeder, maar dat het een gedeeld onbehagen was. De traditionele genderrollen zijn tijdens de tweede golf wel doorbroken. Er is tegenwoordig veel meer vrijheid, maar er blijft kennelijk iets in het systeem zitten, waardoor vrouwen toch die achterstand behouden.”

Heeft u tijdens uw politieke loopbaan te maken gehad met haatreacties?

“De haatreacties tegen vrouwelijke politici zijn veel erger nu en dat komt door de sociale media. Aan de Universiteit van Utrecht is een onderzoek gedaan naar het aantal negatieve reacties per dag die vrouwelijke politici ontvingen. Bij Sigrid Kaag en Sylvana Simons liep dat op tot honderden per dag, echt haat. Het zijn allemaal vrouwen die een hoge functie bekleden. Daarbij kun je tegenwoordig online gemakkelijk je vuil spuwen. Die reacties zijn veel erger dan in mijn tijd. Er was soms wel verachting, ook in kranten door een woord als kakelen te gebruiken bijvoorbeeld, alsof je een kip bent. Dat is zeer denigrerend. Maar zo systematisch en zo massaal als de vrouwenhaat zich nu vertaalt bij vrouwelijke politici: nee, ik kan niet zeggen dat ik dat structureel en op die manier heb meegemaakt.”

“Als een vrouw zich zo zou gedragen als Trump, dan zou die vrouw meteen worden opgesloten”

In uw boek, ‘Het persoonlijke is politiek’, zei u dat de Europese gedachte voor u een reden was om in Europa te geloven. Europa als waarborg voor sociaal fatsoen, dat mensenrechten beschermt en fascisme bestrijdt. Denkt u dat de Europese Unie nu nog steeds deze functie heeft?

“Dat kan je moeilijk zeggen. Nu Trump zo idioot en vijandig doet, denk ik: eindelijk zouden we een soort fierheid moeten ontwikkelen voor dat eigen werelddeel. Dwars door alles heen zijn er toch nog een paar landen, zoals Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, die het behoorlijk goed doen. Daarom heb ik nog steeds mijn hoop gevestigd op Europa. Ze zijn in Nederland wel al begonnen met vragen te stellen over het abortusrecht. Dat is natuurlijk best gevaarlijk. Bij het rechtspopulisme is het abortusrecht het eerste wat op de schop gaat. Het tweede zijn de cultuur en de kunst. Kijk maar naar Amerika: als een vrouw zich zo zou gedragen als Trump, dan zou die vrouw meteen worden opgesloten! Ik denk dat je het je ook helemaal niet kan voorstellen. Als ze zo raar zouden doen, dan zou dat toch nooit geaccepteerd worden (lacht).”

In een interview in 2017 gaf u aan dat u dacht dat het niet meer goed ging komen met de PvdA. U zei toen dat u meer zou voelen voor een nieuwe linkse partij. Denkt u hier nog steeds hetzelfde over?

“Ik zou me tegenover het extreemrechtse geweld niet meer de luxe willen permitteren van allemaal versnipperde partijen. Je moet toch een grote linkse beweging kunnen opzetten met partijen zoals Volt, Partij van de Dieren, D66 en GroenLinks-PvdA. Samen moeten we een soort gelegenheidscoalitie vormen en die proberen te voorzien van een visie met een aantal eisen en strijdpunten. Ik zou dat een veel weerbaardere situatie vinden.”

Veel jongeren maken zich zorgen over de toekomst. Deelt u deze zorgen of bent u toch nog optimistisch?

“Ik ben nogal verbaasd dat ik zoveel jongeren ken die helemaal niet pessimistisch zijn. Op de één of andere manier hebben zij toch hoop dat er wel weer een oplossing komt. Ik was eerst een beetje somber en toen werd ik weer opgewekt. Daar is geen rationele aanleiding voor, dat is gewoon mijn aard. Als je er heel somber om bent, dan verpest je de tijd die er nog wel is door te somberen, terwijl je er weinig aan kan doen. Ik blijf hoopvol dat het goed zal komen, maar af en toe ben ik wel bezorgd.”

vorige