Een jonge protestbeweging, 'i forconi' of de Hooivorken, beheerst momenteel de Italiaanse media. De betogers zijn boos op hun regering en komen massaal op straat. De beweging torst echter enkele zwaktes mee. Een analyse van dit Italiaans protest.

'I forconi', oftewel 'de Hooivorken': dat is de naam van de jonge protestbeweging die de laatste weken Italië overspoelt. Geboren begin vorig jaar in Sicilië toen een groepje boze truckers de handen in elkaar sloegen, is ze inmiddels uitgegroeid tot een bont allegaartje van Italianen van allerlei slag. Boeren, zelfstandigen, werklozen of mensen die leven van interim tot interim: allemaal sluiten ze zich aan. Als logo dragen ze een hooivork: “Een symbool voor arbeid, dat vaak terugkeert bij volkse protesten.” Allemaal gedreven door slechts één ding: woede.

Woede

Het protest van een groepje vrachtwagenchauffeurs in Sicilië bijna twee jaar geleden werd schromelijk onderschat door de Italiaanse regering. Wat begon als een bende van drie man en een paardenkop, groeide uit tot nationaal protest met eigenlijk maar één standpunt: de Italiaanse regering faalt. De armere Italiaanse middenklasse voelt zich in de steek gelaten.

"De beweging deelt een breed gedragen gevoel van woede", vertelt Bill Emmott, voormalig hoofdredacteur van 'The Economist' en Italië-kenner. "Omdat er al zo veel tijd gepasseerd is sinds het uitbreken van de crisis en er maar geen beterschap komt. Integendeel zelfs. De levensomstandigheden worden er alleen maar slechter op."

Die woede blijkt sterk genoeg om een massa mensen te verenigen, die het eigenlijk niet eens zijn over wat er precies moet gebeuren of wie verantwoordelijk is voor de malaise in het Zuid-Europese land. “Sommigen wijzen de Europese Unie met de vinger en vragen een exit uit de euro, maar anderen zijn het daar dan niet mee eens”, zegt Emmott. "Er is absoluut nog geen consensus over eender welk algemeen standpunt."

Daarin schuilt meteen een zwakte van de forconi-beweging. Het soort boodschap dat ze brengt, mag dan wel de gemoederen verhitten, maar daarom werpt ze niet per se vruchten af. “Groeperingen die enkel een negatieve boodschap brengen, zonder alternatieven naar voren te schuiven, slagen er meestal niet in om ook iets te verwezenlijken”, waarschuwt Emmott.

Geen leider

Nog een bewijs dat woede verenigt, is het feit dat de beweging draait zonder een echte leider. De groep heeft wel enkele gezichten, zoals de Siciliaanse Mariano Ferro, maar niemand claimt echt het leiderschap. Dat kan een nadeel zijn. “Een leider kan immers een gezicht en een duidelijke visie geven aan een beweging”, zegt Emmott. “Zoals bij de Movimento 5 Stelle, waar de boodschap eigenlijk dezelfde was als die van de forconi: 'Weg met deze politieke leiders'. Daar wordt die echter uitgedragen door Beppe Grillo.”

Dat gebrek aan een duidelijke leider zorgt er ook voor dat er 'afdelingen' ontstaan binnen de beweging, de ene al wat agressiever dan de andere. Elke provincie vaardigt een delegatie af, elk met een eigen agenda. De laatste dagen waren de forconi meer bezig met afstand nemen van de acties van een of andere organisatie, dan met hun eigenlijke protest.

Gisteren hielden de Hooivorken een mars op Rome, waar volgens de Italiaanse media slechts 3.000 van de beloofde 15.000 betogers voor opdaagden. Onenigheid tussen de verschillende groepen zorgde ervoor dat velen wegbleven.

Geen fascisten

Een ander probleem van de beweging, is die van de perceptie. Zodra er een groepering opstaat die de pijlen richt op een regering en sans gêne zegt dat alle politici moeten opkrassen, valt al snel het woord 'fascisme'. Sommige Italianen zijn ervan overtuigd dat de forconi verhulde extreemrechtse anarchisten zijn. Daar is Bill Emmott het echter volledig niet mee eens.

“Ik begrijp niet waarom hen verweten kan worden fascisten te zijn”, zegt hij. “Ze geloven gewoon in actievoeren buiten het parlement, omdat ze niet geloven dat hun regering erin slaagt het nodige te doen. Op die manier willen ze de democratie ontwrichten, maar dat betekent niet dat ze tégen democratie zijn. Ze hebben enkel een probleem met hoe die momenteel werkt — of juist niet werkt — in Italië.”

Een gelijkaardige vrees is dat de protesten gewelddadig zouden worden. Volgens Emmott doen de forconi er alles aan om geweld te voorkomen, maar de beweging dreigt wel misbruikt te worden door extremere groeperingen van buitenaf, zowel van rechts als links. “Geweld vermijden zou wel eens moeilijk kunnen worden naarmate de tijd vordert”, aldus Emmott, “want de economische situatie in Italië kan zeker en vast leiden tot nog meer woede en frustratie.”

Misprijzen

Ondanks alle gebreken van de forconi-beweging, zou het echter niet verstandig zijn van de Italiaanse regering om het protest te negeren. Voorlopig lijkt ze die strategie echter te volgen. Vorige week wuifde premier Enrico Letta het protest nog van de hand: “Het gaat slechts om een minderheid van de bevolking.” Minister van Binnenlandse Zaken Angelino Alfano kwam niet verder dan een waarschuwing voor een mogelijke escalatie van de betogingen.

De politici mogen echter niet uit het oog verliezen dat het protest wel degelijk gegroeid is uit een breed gedragen gevoel van ongenoegen en vanuit een Italiaanse middenklasse die de werkloosheid en hongerlonen beu is. Een beweging uit het verre Sicilië die het hele land inpalmt op zo'n korte termijn inpalmt, is geen eendagsvlieg. Ze mag dan weinig politiek relevant zijn, maar maatschappelijk is ze dat des te meer.

Dat de Italiaanse regering met misprijzen en minachting reageert op een duidelijk signaal van haar bevolking is erg jammer. Want zo lijkt ze uit het oog te verliezen dat de hooivorken wel eens zeer scherp zouden kunnen zijn.

© 2013 – StampMedia – Gunther Malin


Dit artikel werd eerst gepubliceerd door De Wereld Morgen op 20/12/2013
Dit artikel werd eerst gepubliceerd door MO* - online op 20/12/2013