WERKEN MET KINDEREN ALS NIEUWSTE PROJECT

In het Oude Badhuis in Borgerhout kon je afgelopen zaterdag naar “De Overwinning” en “The Door” gaan kijken. Videokunstenares Ilke De Vries is de bezielster van beide projecten.

The Door

Ilke De Vries: “Het project is er gekomen via Jan Knops van Initia. Jan is iemand die altijd bezig is met sociaal-artistieke projecten die draaien rond filosofie en kinderen. En hij roept dan meestal de hulp in van een fotografe of van iemand die verstand heeft van filmen. Hij stapte naar mij toe met de vraag om een project rond het Simbahuis te maken. Het Simbahuis is een opvangtehuis voor kinderen die in problematische thuissituaties zijn verzeild geraakt. Maar we wilden het niet rechtstreeks over hun problematiek hebben. Samen zochten we dan naar een idee hoe we het konden brengen en dan heb ik dit idee van de deuren naar voor gebracht. Het moest iets zijn waar zowel 6-jarige als 12-jarige kinderen over konden nadenken want dat is niet vanzelfsprekend. De deur is onbewust voor hen wel een heel belangrijk iets, het is de scheiding tussen privé en niet privé. En dat maakt het een heel interessant thema om van te vertrekken. Dan zijn we verder gegaan en kreeg ik het idee om van 2 kanten te filmen en gebruik te maken van een splitscreen. Zo kan je eigenlijk meer dingen laten zien dan in het echt. Het is eigenlijk ook de visie van het Simbahuis om alles vanuit verschillende perspectieven te bekijken. Het was ook de vraag vanuit het huis om een project te maken waar kinderen iets mogen zeggen en zelf iets mogen doen. Zij moeten in het middelpunt staan in plaats van de ouders die altijd zeggen wat ze moeten doen en laten. En ik denk dat we daar wel in geslaagd zijn.”

De Overwinning

Ilke De Vries: ”Na het bekijken van “The Door” vroegen de organisatoren of het mogelijk was om met de school aan de overkant (basisschool Villa Stuivenberg) ook een project te doen. Ik ben daar vervolgens over beginnen nadenken en had voor mezelf al uitgemaakt dat het iets moest zijn waar veel kinderen aan konden meedoen. Maar ik kampte weer met hetzelfde probleem omdat de leeftijdscategorie 6 tot 12 jaar erg uiteenlopend is. Er zitten 300 kinderen op de school dus ik moest iets creëren dat heel snel en compact kon zijn. Daarom koos ik voor de reacties na het ontploffen van een ballon. Heel actief en plezant, iets wat kort en krachtig is. Ik heb het dan zelf uitgebreid door er een tweede project aan te koppelen. Ik ben met drie klassen verdergegaan, met de oudere kinderen, om eigenlijk verder na te denken en te filosoferen over schrik hebben. Ik heb ze vervolgens over hun angsten laten tekenen. Ze tekenden allemaal een situatie waarin ze bang waren geweest en over die tekeningen heb ik hen dan een voor een geïnterviewd. Vervolgens heb ik daar dan een selectie in gemaakt en dat gemonteerd tot drie of vier verschillende verhalen. Dat zijn verhalen die gelijkenissen vertoonden en elkaar kunnen aanvullen. Ik maakte gebruik van een manier van monteren die je in veel films terugziet, het individu universeler maken door verschillende verhalen te mixen met elkaar. En dan krijg je een algemener verhaal waar meer mensen zich in kunnen herkennen dan gewoonweg een persoonlijk verhaal.”