Jeroen Wils kan spreken van een indrukwekkende carrière: 25 jaar lang was hij journalist, waarvan zeven jaar als chef nieuws bij VTM. Nadien maakte hij de documentairereeks De Kroongetuigen en is nu ook ondernemer. “Ik wil verhalen vertellen aan mensen, verhalen die doen nadenken, nieuwswaardig en relevant zijn.”

Wat was de voornaamste motivatie om te beginnen aan de documentairereeks De Kroongetuigen?

“Het idee ontstond nadat ik voor VTM een reportage maakte over de de Bende Van Nijvel, een zaak die bijna verjaard is. We interviewden een aantal getuigen die de aanslagen in de warenhuizen meemaakten en reconstrueerden op die manier de feiten. Die combinatie werkte heel goed. Het raakte omdat een hele misdaad tot leven werd gewekt. Het succes van de reportage, bracht ons op het idee om een reeks te maken waarin oude misdaden worden gereconstrueerd aan de hand van (kroon)getuigen.”

“Als criminoloog ben ik bovendien geïnteresseerd in de psychologie van de dader. Ik wil beter begrijpen waarom een vader zo ver gaat om zijn dochters te vermoorden of waarom drie jongeren plots een aantal onschuldige mensen van straat plukken en vermoorden. Waarom plegen die misdadigers deze feiten? Wat zijn hun motieven? Wat is de psychologische oorzaak erachter? Door die zaken te reconstrueren en de verhoren van de politie na te spelen, leren we de daders en hun motivatie beter kennen. Het gaat vaak om gruwelijke misdaden die veel mensen in beroering brengen en dus trachten wij die misdaden beter uit te leggen en te begrijpen.”

Heeft u als criminoloog zelf ook meegewerkt aan bepaalde moordzaken die in De Kroongetuigen aan bod kwamen?

“Nee, dat heb ik niet gedaan. Wat we gedaan hebben is het gerechtelijk dossier opgevraagd en dat helemaal onderzocht, verhoren gelezen en bestaand beeldmateriaal bekeken.”

U vertelde net dat alle zaken voor het hof van assisen zijn gekomen. Is dat de reden waarom de moordzaken die aan bod komen al zo oud zijn?

“Ja, het moet alleszins lang genoeg geleden gebeurd zijn, want er moet een definitieve uitspraak zijn. Heel recente zaken, zoals de Parachutemoord, of de zaak van Kim De Gelder, mogen we niet brengen, want daarover is de maatschappelijke beroering nog te groot. We behandelen dus enkel zaken die al een tijdje achter ons liggen en een beetje verwerkt zijn.”

Uw carrière is alleszins indrukwekkend: u was chef nieuwsredactie van VTM, gerechtsjournalist bij Het Nieuwsblad, bent auteur van boeken over communicatie en ondernemer. Wat was het uitdagendst?

(Denkt even na) “Dat is zeer moeilijk om te zeggen. Ik wil verhalen vertellen aan mensen, verhalen die doen nadenken, nieuwswaardig en relevant zijn. Verhalen die mensen ontroeren of doen glimlachen, die een impact hebben op een bepaald publiek. Dat is de rode draad doorheen mijn hele carrière.”

Na 25 jaar journalistiek besloot u om te stoppen als chef van de nieuwsredactie bij VTM, waarom?

“Ik begon als lokale correspondent in Antwerpen waar ik nieuws moest gaan zoeken. Ik reed achter ziekenwagens om te kijken waar iets gebeurd was, of achter brandweerwagens om te zien waar er brand was. Ik klom stilaan op tot chef van de gerechtelijke ploeg en chef nieuws bij VTM en had op verschillende niveaus ervaring opgedaan, zowel bij geschreven als audiovisuele pers.”

“De laatste zeven jaar, als chef van de nieuwsredactie bij VTM, waren zeer uitputtend. Ik was bijna zeven dagen op zeven bezig met nieuws. Ik was altijd bezig met nieuws te verzamelen, samen te stellen en het zoeken naar een juiste invalshoek. Je moet voortdurend alert blijven, maar na al die tijd was ik toe aan iets nieuws. Ik wilde een eigen bedrijf oprichten, want ik voelde me meer en meer ondernemer worden. Ik wilde zelf iets opbouwen, dus zocht ik naar verschillende manieren om verhalen uit te bouwen.”

Hoe ziet u de journalistiek vandaag?

“We weten sneller wat er in de wereld gebeurt. Het zorgt voor duidelijkheid, maar maakt nieuws ook vluchtiger, zowel qua tekst als het checken van bronnen. Omdat we nu sociale media hebben, worden we geconfronteerd met zeer snelle media. Er wordt iemand in Parijs neergeschoten en binnen vijf minuten weet heel de wereld dat. Daardoor wordt nieuws onvoldoende gecheckt. Toen ik begon, was het de regel dat je elk nieuwsfeit moet checken bij drie verschillende onafhankelijke bronnen die los van elkaar staan, dan pas mag je het publiceren. Nu worden verhalen gepost, maar blijkt een half uur later misschien dat ze niet volledig waar zijn en dan recht moeten worden gezet. Dat zorgt voor minder geloofwaardigheid.

"Journalisten specialiseren zich bovendien minder en minder. Vroeger was er een specialist voor het Midden-Oosten, gerecht of economie terwijl op redacties vandaag meer generalisten zijn: mensen die alles doen. Ze kunnen zich niet voldoende bezighouden met één specialiteit want ze moeten elke dag verschillende stukken maken. De mogelijkheden om je te specialiseren zijn beperkt omdat er redacties een gebrek is aan tijd en geld.”

Hoe zou u het werk van een journalist omschrijven?

“Journalistiek is geen job, maar een levenshouding. Het is een manier waarop je naar dingen kijkt. Als je op café een verhaal hoort wil je meer weten en je erin verdiepen. Of je hoort iets op de radio of je ziet iets in je omgeving dat je interesseert...”

Heeft u nog tips voor jonge journalisten?

“Willen weten is de kern van de journalistiek. Willen weten wat er omgaat in de maatschappij. Willen weten wat er beweegt. Willen weten hoe de wereld in elkaar zit. Je moet durven doorvragen en niet denken dat je voldoende weet. Vragen blijven stellen. Weet ik hier genoeg over? Heb ik het goed begrepen? Wat wil of moet ik nog weten? Probeer de problemen langs alle kanten te bekijken. Wees ook niet bang om lang te werken. Lees kranten, tijdschriften, kijk naar het nieuws en stel overal vragen bij.”

© 2015 – StampMedia – Tekst: Ange-Vanessa Nsanzineza; foto: Liesbeth Knaeps



Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 04/05/2015
Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 04/05/2015