Jonathan (22) stelde voor StampMedia een dossier samen over de kloof tussen jongeren en politiek (en omgekeerd). In deze bijdrage zet hij enkele ontluisterend cijfers voor ons op een rijtje. 

Een meerderheid van de Vlaamse jongeren staat negatief tegenover politiek. Hoe komt dat, wat kan eraan gedaan worden, en wat gebeurt er nu al? Eerst en vooral: een situering van het probleem.

Disneyland

Wat is politiek?

Die vraag legde ik voor aan jongeren op een bijeenkomst van de J100-top in Antwerpen, een initiatief van jeugdorganisaties om jongeren te laten praten met experts over thema’s die hen zorgen baren. De 21-jarige Mohamed gaf het volgende antwoord: “Politici zijn als je ouders die zeggen dat ze je zullen meenemen naar Disneyland. Maar uiteindelijk ga je daar nooit heen.”

Net als vele andere jongeren is Mohamed gedesillusioneerd door “de politiek”, en heeft hij er bitter weinig vertrouwen in. Jongeren voelen zich onbegrepen, miskend en onbelangrijk. En tegelijkertijd vinden ze politiek onbegrijpelijk, miskennend en onbelangrijk. Een overweldigende meerderheid van de Britse jongeren stemde om in de Europese Unie te blijven. Maar de Brexit wordt een feit. Een overweldigende meerderheid van de Amerikaanse jongeren stemde op Hillary Clinton. Maar president Donald Trump wordt een feit.

Politieke machteloosheid

Jongeren denken dat hun mening en stem niet meetelt. En dat leidt tot een gevoel van machteloosheid als het gaat over politiek. Ruim de helft van alle veertien- tot 31-jarigen geeft aan dat ze zich politiek machteloos voelt en dat het niet uitmaakt wat zij zegt en vindt. De jongste ondervraagden zijn er het ‘ergst’ aan toe: bijna 60% vindt zichzelf daar machteloos.

Bron: JOP Bron: JOP

55,5% van alle ondervraagde jongeren geeft zelfs aan dat politieke partijen enkel en alleen geïnteresseerd zijn in hun stem, en niet omkijken naar hun mening. 65% gaat akkoord met de stelling dat ministers zich meer onder het gewone volk moeten begeven, en ruim 60% is het eens met de uitspraak “Politici houden te weinig rekening met de mening van de gewone man en vrouw”.

De cijfers staven ook de voornaamste clichés: mannen zijn geïnteresseerder in politiek dan vrouwen. Jongeren die les volg(d)en in het ASO voelen zich minder politiek machteloos dan zij uit het TSO en BSO. En ga zo maar door.

Miskend

Er is bij ons alleszins sprake van een vrij ongezonde relatie tussen jongeren en politiek. Uit cijfers van het Jeugdonderzoeksplatform (JOP) blijkt dat minder dan een derde van 14- tot 17-jarigen in Vlaanderen interesse heeft in politiek. Het aandeel stijgt weliswaar bij het ouder worden, maar bij elke onderzochte leeftijdscategorie geeft een duidelijke meerderheid van de jongeren niet geïnteresseerd te zijn. Zelfs de prille dertigers niet, die door het JOP ook als jongeren worden beschouwd en als dusdanig ondervraagd.

Bron: JOP Bron: JOP

Wat kan die combinatie van grote machteloosheid en lage interesse verklaren? Luisteren de “grote mensen” in de politiek te weinig naar de jongeren? Willen de jongeren dat er meer naar hen wordt geluisterd? Hoe kunnen jongeren en andere “gewone mensen” meer betrokken worden bij politiek? Moeten de jongeren, de politiek of allebei misschien de hand in eigen boezem steken?

Om die vragen te kunnen beantwoorden, zijn er eerst meer praktische en tastbare vragen nodig. Zijn er manieren waarop we de manier van stemmen kunnen aanpassen? Is het mogelijk om aan politiek te doen zonder daarvoor per se bij een politieke partij aangesloten te zijn? Brengt stemrecht op zestien soelaas? Moeten studenten net meer inspraak krijgen, via hun hogeschool of universiteit? Of… moeten gewoon ons hele democratische systeem herdenken?

Op die en vele andere vragen ga ik in deze reeks over de kloof tussen en jongeren en politiek antwoorden proberen te vinden. De eerste vraag: is jongeren op zestienjarige leeftijd laten stemmen hét nieuwe wondermiddel om hen meer politiek geïnteresseerd te maken?

© 2016 - StampMedia - Jonathan Hendrickx