Jongeren komen met de regelmaat van de klok negatief in de media: van onschuldige tieners die beïnvloed worden door drank en drugs tot gewetenloze geweldenaars die nergens voor terugdeinzen. Waarom kijken de media door een donkere bril? Een mediasocioloog, maar ook een kinderrechtencommissaris geven hun mening.

Internet en games

‘1 op 14 leerlingen heeft wapen in de klas’, ‘44 % uitgaande jongeren gebruikt cannabis’: dit kopten verschillende kranten de voorbije weken. Als je teruggrijpt naar oudere kranten en nieuwsuitzendingen zie je de tendens van negatieve berichtgeving. Door de nieuwe media en de populaire cultuur worden jongeren gelinkt aan games en muziek. De media creëren hierdoor het beeld dat jongeren immatuur, onrijp en onvolwassen zijn en dus onbeheerst en oncontroleerbaar. “Elke keer als een tiener negatief in het nieuws komt, benaderen de media hem vanuit zijn zogezegde subcultuur. Dat is typisch voor deze tijd”, vertelt mediasocioloog aan de Vrije Universiteit Brussel Joke Bauwens. “Denk maar aan Hans Van Temsche en Kim De Gelder. Telkens werd de oorzaak gelegd bij games, muziek of film. De media versterkten elkaar daarin en zochten naar slechte zaken die het slachtoffer had beïnvloed.”
Daarnaast zijn de verschillende activiteiten (zoals cyberpesten) die zich op het net ontplooien volgens de media niet koosjer. “Lange tijd probeerden de media tieners te beschermen en op te voeden. Nu krijgen we een meer beschuldigend betoog: ‘Ze doen het fout, het loopt mis, misschien is een harde hand wel nodig of een hardere aanpak.’”, zegt Bauwens.

Demonisering

“Er moet natuurlijk over bepaalde zaken gerapporteerd worden in de media. Maar door het demoniseren van één groep komen we geen stap dichter bij een oplossing”, vertelt kinderrechtencommissaris Ankie Vandekerckhove. “Om te beginnen kan je niet over ‘de jeugd’ spreken, net zoals je dat ook niet kan over ‘de volwassenen’, ‘de Vlamingen’, ‘de Marokkanen’, … De media mogen jongeren niet over één kam scheren. Zo doe je de groep als dusdanig onrecht aan en help je het imago en het beeld van de jeugd om zeep.” Daarenboven stelt Vandekerckhove dat de media allerhande problemen van jongeren op één hoopje gooien en het makkelijkheidshalve de moeilijke, de asociale, de delinquente jeugd noemen. Toch gaat het over verschillende problemen met elk hun eigen oorzaken, die dus elk ook een eigen aanpak verdienen. Redenen om drugs te gebruiken zijn van heel andere aard dan redenen om wapens te dragen.

De jeugd van tegenwoordig

De manier waarop jongeren in de media verschijnen, is heel bepalend voor de publieke en politieke agenda. Het beeld van jongeren in de media bepaalt grotendeels hoe het publiek over hen denkt. Hierdoor wordt een onveiligheidsgevoel gecreëerd waardoor de onvrede op de jeugd wordt geconcentreerd. Benamingen als ‘de jeugd van tegenwoordig’ komen hierdoor tot stand. “Het is jammer dat de echte bezigheden van de jongeren en hun zorgen en ervaringen weinig aan bod komen. Het is altijd de volwassen agenda die in beleids- en onderzoekskringen doordringt. Jongeren krijgen veel te weinig de kans om hun stem in de mainstream media te laten horen. Als ze dan eens op een positieve manier in het nieuws komen, is het heel vaak vanuit een economisch denken of omdat ‘ze het goed doen op school’. Dat is eigenlijk een heel sterk disciplinair kader. Games zijn bv. alleen maar goed als ze leerlingen vooruit helpen op school”, vertelt Bauwens. “Gelukkig zijn er nog nieuwe media als StampMedia die ervoor zorgen dat jongeren ook hun zeg krijgen. Maar ik vraag mij dan af in welke mate die stem doorsijpelt in de mainstream media die nog altijd door het overgrote deel van de bevolking geconsulteerd worden.”

Weinig relativering

“De media werken volgens een bepaalde logica. Ze geven liever voorrang aan negatief nieuws. Je kan alleen maar hopen dat genuanceerde stemmen de negatieve beeldvorming in de media kunnen relativeren”, zegt Bauwens. “Het is eigen aan de media om slecht nieuws te brengen. Het is niet sappig om te zeggen dat jongeren geen criminelen zijn, maar lieve jongens en meisjes”, vult kinderrechtencommissaris Vandekerckhove aan. “Nieuws wordt het pas als er problemen opduiken, als er knelpunten gemeld kunnen worden, als er zaken fout lopen of erger nog, als er zich drama’s voordoen zoals in Dendermonde. Uit ervaring weet ik dat het mij veel meer moeite kost om een onderzoek, waaruit blijkt dat jongeren zeer veel belang hechten aan vriendschap, gepubliceerd te krijgen, dan een dossier waarin de opsluiting van kinderen zonder papieren wordt aangeklaagd. Het laatste is voer voor discussie, het goede nieuws doorgaans niet. Dat is een spijtige zaak.”

© 2009 – StampMedia – Haik Guevorkian


Dit artikel werd gepubliceerd door MO* - online op 18/02/2009
Dit artikel werd gepubliceerd door Kif Kif vzw op 18/02/2009
Dit artikel werd gepubliceerd door de Vlaamse Jeugdraad op 19/02/2009
Dit artikel werd gepubliceerd door Mediakritiek.be op 19/02/2009
Dit artikel werd gepubliceerd door Gazet van Antwerpen - online op 19/02/2009
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Belang van Limburg - online op 19/02/2009