Voormalig voorzitter van de onderzoekscommissie voor misbruik in de kerk Sophie De Wit © Sophie De Wit

N-VA Kamerlid Sophie De Wit was tot mei 2024 voorzitter van de onderzoekscommissie voor misbruik in de kerk. Haar commissie stelde op basis van slachtoffergetuigenissen een pak aanbevelingen samen, om fouten uit het verleden aan te kaarten en toekomstige gevallen beter op te lossen. Hoe staat het met die adviezen, bijna een jaar nadat ze naar voren zijn gebracht?

Op 17 februari viel het doek over Operatie Kelk. Vijftien jaar lang worstelde justitie met het onderzoek, tot de raadkamer besloot dat de daders niet meer worden vervolgd: de feiten zijn verjaard. Het dossier van Operatie Kelk kwam opnieuw onder de aandacht in 2023 dankzij de reportage Godvergeten. Als reactie op die documentaire werd er een onderzoekscommissie opgericht onder leiding van Sophie De Wit. Ze formuleerden in totaal 137 aanbevelingen om misbruik aan te pakken. Sophie De Wit vertelt ons wat de commissie al heeft bereikt.

In welke mate zijn de aanbevelingen van uw onderzoekscommissie al gerealiseerd?  

“De uitvoering van de aanbevelingen is opgenomen in het Vlaams en Federaal regeerakkoord. Op Vlaams niveau is er al veel gebeurd op het vlak van slachtofferhulp en op federaal niveau worden de eerste wetsvoorstellen voorgelegd. Daarna waren we al gestart met de zorgcentra voor slachtoffers van seksueel geweld. Die worden nu verder uitgerold. Op 18 november, de voorziene gedenkdag, werd vorig jaar een speciale zitting georganiseerd ter herdenking en erkenning. Heel wat slachtoffers waren uitgenodigd. Er is natuurlijk veel meer nodig, zoals een herstelfonds. De slachtoffers vragen dat, want voor velen onder hen is de impact op hun leven zo groot geweest dat ze hun draai niet meer vinden. Ze kunnen geen normaal gezinsleven of geen job vasthouden. Door fysieke of mentale klachten werden sommigen arbeidsongeschikt. Daardoor zijn die noden soms financieel zo groot.”

Hoe belangrijk is erkenning voor de slachtoffers?

“Erkenning is belangrijk, maar met alles wat daar nog bijkomt, is dat niet genoeg. We hebben veel slachtoffers ontvangen, en zo ook getracht hen een stem te geven, maar er zijn er nog velen die we niet gehoord hebben. Omgaan met zoiets delicaats binnen een politiek bestel, is niet evident. We zijn daar niet voor opgeleid maar we wilden het ook niet uit de weg gaan. De moed van de slachtoffers heeft alleszins een grote indruk gemaakt op de commissieleden. Politiek zal altijd een kanaal zijn, maar als we die mensen een stem willen blijven geven, moet er een instantie komen die beleid, wetenschap en zorg kan coördineren om hen op alle mogelijke vlakken te ondersteunen. Eén toegangspoort, zodat ze niet van het kastje naar de muur worden gestuurd, maar op één plek terechtkunnen. Van daaruit worden ze dan doorverwezen naar hulpverlening.

De vorige regering had al een plan gemaakt om daar een ‘commissaris voor seksueel geweld’ voor aan te stellen, maar die hadden ze dan onder de bevoegdheid justitie gezet. Dat was niet helemaal de bedoeling van de commissie, want we willen het niet juridiseren, maar vooral multidisciplinair werken. Er zijn heel veel slachtoffers die niet naar justitie willen, maar wel hulp willen op een andere manier. We willen een neutrale instantie om de slachtoffers die mogelijkheid te geven. Vanuit het parlement zullen wij doen wat wij kunnen: enerzijds druk blijven zetten zodat die aanbevelingen worden uitgevoerd, anderzijds zullen we wat we zelf in wetsvoorstellen kunnen gieten, zeker indienen. Het mag niet zijn dat de slachtoffers nu allemaal opnieuw onder een steen gaan kruipen tot er weer eens een reportage komt en de politiek zegt: ‘Allez, we zullen nog eens een commissie oprichten’. Ze hebben de moed gehad om te spreken, nu moeten wij daar iets mee doen. Ik wil de slachtoffers absoluut niet teleurstellen.”

“Laat ons niet uitgaan van wat niet kan, laat ons bekijken wat er wél kan”

Hoe staat het met de aanbeveling om de verjaringstermijn aan te pakken? Want dat is een van de grootste redenen waarom de daders geen proces aan hun been hebben.  

“Die aanbeveling is een van de moeilijkste. Die verjaringstermijn is enkele jaren geleden aangepast op het gebied van seksueel overschrijdend gedrag bij minderjarigen. Maar dat zorgt wel voor discussie: wat doe je met verworven verjaringen, kan je die terugdraaien? Dat is een moeilijk debat, waar we geen pasklaar antwoord op hadden, maar we wilden het debat ook niet uit de weg gaan. Ik ben zelf jurist en een paar jaar geleden zou ik hebben gezegd: dat kan niet. Verworven is verworven, want rechtszekerheid is belangrijk. Ik ben de voorbije jaren meer losgekomen van mijn juridische achtergrond door de maatschappelijke casussen die ons zijn voorgelegd. Daarom besliste de commissie ook om niet meteen uit te gaan van wat niet kan, maar om te onderzoeken wat er wél kan. Want er zijn landen die dat wél hebben gedaan en er zijn al misdrijven die niet verjaarbaar zijn, zoals genocide bijvoorbeeld. Maar de verjaring terugdraaien zal niet evident zijn, daar ben ik mij heel erg van bewust.” 

Eén van de aanbevelingen was ook een nieuwe onderzoekscommissie. Die is ondertussen al gestart. Wat is het doel van deze nieuwe commissie?  

“We hebben het luik over Operatie Kelk niet kunnen onderzoeken in de commissie van de vorige legislatuur, wegens de naderende verkiezingen en omdat we heel lang moesten wachten op het rapport van de Hoge Raad van Justitie. Het eerste gestemde wetsvoorstel van deze legislatuur was dan ook de oprichting van een nieuwe parlementaire onderzoekscommissie. Die handelt dus enkel over Operatie Kelk, het onderzoek naar het onderzoek. De hoorzittingen zouden nog lopen tot eind april. We gaan na waarom het onderzoek zo lang geduurd heeft. Is er druk uitgeoefend? Zijn er dingen gebeurd die niet konden? Als we fouten of disfuncties kunnen vaststellen, zullen we die benoemen en zullen we aanbevelingen doen om de procedure te verfijnen, zodat zulke situaties niet meer gebeuren.

Waar ik vooral mee worstel, is dat we geen individuele dossiers van slachtoffers kunnen behandelen. Dat leidt bij hen tot ontgoocheling, maar hoe bepalen we dan wiens dossier we behandelen en van wie niet? En wat met lopende dossiers? We moeten altijd uit het vaarwater blijven van justitie, want we zitten met een scheiding der machten. Pas op, er zijn individuele dossiers aangekaart, maar dan om wat we uit getuigenissen hebben geleerd, te vertalen naar algemene pijnpunten. Om niet alleen voor dat dossier, maar voor alle slachtoffers oplossingen te zoeken.” 

“Als we kritische mensen willen hebben, moeten we kritisch zijn voor onszelf”

Justitie komt tegenwoordig vaak negatief in het nieuws doordat de maatschappij vaak verontwaardigd reageert op bepaalde beslissingen, zoals dat de daders niet vervolgd kunnen worden. Hoe kan justitie haar imago herstellen?  

“Ik denk dat het belangrijk is dat justitie goed leert communiceren, maar dat is moeilijk. Rechters mogen niet communiceren over de zaak waar ze mee bezig zijn. Ik denk dat het voor justitie heel belangrijk is om transparant te zijn en beter uit te leggen wat haar taak, haar rol en haar context is en dit niet te laten aan de rest van de samenleving. Niet aan sociale media en ook niet aan politici, want ook wij maken ons schuldig aan polariserende uitspraken. Maar wat ik soms zie op sociale media, is om te huilen. Dat is vaak ongefilterd, ongenuanceerd en kort door de bocht. Als we kritische mensen willen hebben, moeten we kritisch zijn voor onszelf, en voor hoe we communiceren. We moeten vooral zorgen dat we de juiste communicatie zelf in de hand hebben en dat we het niet overlaten aan youtubers en anderen die zomaar mensen aan de schandpaal nagelen.”

vorige