Nick De Mey, oprichter van het internationale bedrijf Board of Innovation, sprak op het Creativity World Forum over de toekomst van innoverend werken.

In zijn humoristische presentatie besprak hij enkele wel heel wanhopige pogingen. Zo mocht je voor 10.000 euro op een hopeloze werkloze man jagen en hem doodschieten, al lijkt het bij nader inzien een publiciteitsstunt om werkgevers te lokken. Voor iedereen net wat te overdreven, maar bedrijven zijn inderdaad steeds hopelozer op zoek naar een manier om zich te onderscheiden op de overbevolkte wereldmarkt.

“Veel mensen beginnen op een andere manier na te denken over de slaagkansen van een project”, zegt De Mey. “Elk bedrijf heeft tegenwoordig een goed ontwikkelde ontwerp- of ingenieursafdeling, dus op basis van je product zelf, kan je jezelf niet meer onderscheiden. Als onderneming moet je dan een extra meerwaarde zoeken. Dat kan door meer op de emoties van de gebruiker te spelen, een typerend design te hanteren, goede services aan te bieden of extra op klantenondersteuning te letten. De lat ligt elke keer weer hoger.”

Handel in reputatie en aandacht

De Business Model Kit door The Board of Innovation helpt jonge starters om over hun toekomstig beleid na te denken. Opvallend is de aanwezigheid van alternatieve handelssoorten. “Producten en diensten zijn maar twee van de uitwisselbare transacties tussen bedrijven”, legt De Mey uit. “Heel wat bedrijven zoeken nu andere manieren om zaken te doen, zoals bijvoorbeeld het verkopen van data.” Andere verhandelbare begrippen zijn reputatie, rechten en aandacht. De bedrijfswereld speelt hier steeds meer mee en focust duidelijk minder op financiële transacties. Je kan een ander bedrijf bijvoorbeeld vernoemen in een artikel of in onderhandelingen en in ruil reputatie terugkrijgen. Via het internet en nieuwe media is de moderne ruilhandel ook op lange afstand mogelijk geworden. Maar deze verandering komt niet alleen voort uit de digitale revolutie, meent De Mey. “Het vloeit voort uit noodzaak, want sinds de financiële crisis blijkt zaken doen op de traditionele manier niet meer haalbaar.” Wie vooruit wil, zal dus creatief moeten omgaan met verdienmodellen. “De innovatie van de bedrijfswereld is broodnodig: het is de enige manier waarop bedrijven echt een onderscheid kunnen maken.”

Nieuwe munt

Sinds de economische teruggang is het vertrouwen bij velen zoek. Volgens De Mey wakkerde de recente bankencrisis dat onzekerheidsgevoel alleen maar aan. “Mensen vertrouwen puur financiële transacties niet meer en stellen de huidige munten en overdrachten opnieuw in vraag.” De crisis was in de bedrijfswereld erg voelbaar. Bedrijven konden elkaar onderling soms niet uitbetalen en reden de ander zo vast. “In Zwitserland wint de alternatieve betaalmethode WIR weer aan populariteit”, vertelt De Mey. Bedrijven die nog een betaling tegoed hebben van iemand, kennen er een WIR-waarde aan toe. Als zij op dat moment niet kunnen betalen, worden de tegoeden onderling verhandeld. Iemand anders kan dus je factuur innen als vorm van betaling voor zijn diensten. Het systeem werd opgericht na de aandelencrisis in 1924 en is volgens De Mey een goede oplossing voor de onstabiele wereldeconomie. “De WIR-waarde gaat omhoog wanneer een crisis economisch harder doorweegt. Zo werkt het systeem als een soort communicerende vaten.”

De laatste tijd is ook de Bitcoin erg in het nieuws geweest. Deze elektronische munt maakt via een peer-to-peernetwerktransacties tussen computergebruikers mogelijk. De Mey noemt de vraag naar elektronisch geld typerend voor de huidige situatie. “Banken zijn altijd een heel gecentraliseerde instelling geweest waarin een grote partij of overheid beslist hoe de transacties verlopen. Daar is nu een hele tegenbeweging rond aan het ontstaan.” Bij Bitcoin is er geen centrale administratie, waardoor het praktisch onmogelijk wordt voor een overheid of instelling om de waarde van Bitcoins te manipuleren. Iedereen kan een eigen munt creëren en een eigen, kleine bank vormen. Een innovatief project, maar het staat nog niet op punt, geeft De Mey toe. “De laatste tijd werd er behoorlijk wat fraude gepleegd. Het wordt dus afwachten of Bitcoin een echte positie in onze economie vergaart of niet.”

Subsidies vertragen werkproces

Minister Lieten kondigde op hetzelfde Creativity World Forum aan dat het innovatiebeleid meer subsidies krijgt. Ook De Mey hoort bij de vele sprekers die denken dat meer overheidssteun geen goed idee is.
“Meer financiële zekerheid krijgen is natuurlijk altijd leuk”, vertelt hij. “Maar wij merken dat start-ups en bedrijven vaak trager zijn wanneer ze van bepaalde subsidies of andere inkomsten zeker zijn. Ze voelen minder druk om snel en goed te presteren. Met een klein budget zal je je product sneller bijsturen en de niet-essentiële zaken eruit halen. De crisis is dus in zekere mate goed voor creativiteit.”

Toch lijken de kansen voor ondernemers in een economische crisis net kleiner. Volgens De Mey zijn er twee stromen op de arbeidsmarkt zichtbaar: zij die voor zekerheid opteren en naar de ambtenarij doorstromen en zij die het een uitgelezen moment vinden om een risico te nemen. “Jobs zijn veel moeilijker te vinden en vaak zijn nieuwe werknemers niet tevreden met de werkomstandigheden of het loon. De durvers wagen dan de sprong in het onbekende en beginnen aan een experiment.” Ook de ontslaggolf maakt de Belgische economie innovatiever. “Mensen met ideeën die na een carrière van misschien wel twintig jaar opeens de tijd en de impuls krijgen om een eigen project op te starten. Vooral in Brussel en in Wallonië is er een echte scene van jonge, nieuwe ondernemers die met een ambitieus project verder dan de kerktoren mikken.”

‘Burn your business model’

Vlak voor De Mey’s speech beweerde spreker Alex Osterwalder dat een businessmodel niet meer nodig is bij het opstarten van een nieuw bedrijf, maar dat planning belangrijker is. De Mey gaat niet akkoord. “Er wordt soms te licht over het financiële gedeelte gegaan, terwijl dat net een belangrijk onderdeel is. Een bedrijf moet nooit helemaal rond een businessmodel zijn opgebouwd, maar zonder lucratief model is het gedoemd te mislukken.” Nu de crisis als het zwaard van Damocles boven ons hoofd hangt, gaan mensen sneller nadenken over deze zaken. ‘We beginnen er aan en dan zien we wel’ is geen optie.

Sociale media worden steeds nauwer betrokken in een productieproces. Toch is De Mey niet altijd overtuigd van zakenvoorstellen die sociale media als handelsstrategie gebruiken. “Het digitale aspect van het zakenleven klinkt soms heel simpel, maar dat is het niet. ‘We maken een online platform met een sociaal sausje en binnen een paar dagen gaat het viral’, wordt geredeneerd. Maar in de realiteit is het veel minder gemakkelijk en is een online community ook geen sleutel tot succes.” Internet maakt marktonderzoek en productie wel eenvoudiger. Via enkele basistechnologieën kan je de reactie van de consumenten meten. De Mey twijfelt soms aan de goede bedoelingen van de productontwerpers. “Je mag het doel van het product nooit uit het oog verliezen. Los je iemand zijn probleem op? Of werk je enkel met de technologie omdat het nu eenmaal kan?”

Ommekeer bij werkgevers en werknemers

Het is moeilijk voorspelbaar hoe wij in de toekomst geld zullen verdienen. Maar De Mey raadt aan lessen te leren uit de moeilijkheden die de bedrijfswereld nu ondervindt. “De ondernemingen die nu vastlopen, zijn diegenen die te veel tijd nodig hebben om veranderingen in hun beleid te maken.” Bedrijven moeten zich dus voorbereiden op een flexibel businessmodel. Met hetzelfde team en dezelfde middelen moeten verschillende producten en andere verdienmodellen mogelijk zijn. Vandaag leveren ze diensten, maar morgen schakelen ze misschien over op data. De Mey erkent dat de aanpassingen niet altijd gemakkelijk zijn voor de betrokken partijen. “Er is een ommekeer in de denkwereld van werkgevers én werknemers nodig.”

© 2011 - StampMedia - Anne O.

 

 


 

Dit artikel werd gepubliceerd door Trends.be op 21/11/2011
Dit artikel werd gepubliceerd door Focus op Hasselt op 21/11/2011
Dit artikel werd gepubliceerd door Gündem op 22/11/2011