© Noura Ben Ayad

Spierbundels die verboden middelen promoten, graatmagere meisjes die eetstoornissen verheerlijken of vrouwonvriendelijke uitspraken; de afgelopen maanden passeerde de één na de andere kwalijke internettrend op sociale media. De nood aan extra regulatie om jongeren beter te beschermen tegen online gevaren wordt daarom steeds dringender. Maar waarom lukt dat niet? En wie is daarvoor verantwoordelijk?

Begin juni kondigde de Franse president Emmanuel Macron aan dat Frankrijk sociale media voor jongeren onder de vijftien jaar gaat verbieden indien de EU er niet in slaagt om binnen enkele maanden zelf een verbod uit te werken. De uitspraak volgde nadat een 14-jarige leerling een paar dagen daarvoor een onderwijsassistente neerstak in een school in Nogent, in het departement Haute-Marne. De beslissing van Macron sluit aan bij een eerder advies van Franse experten om een verbod op sociale media in te stellen bij jongeren onder de 15 jaar. Ook in België riep een groep psychiaters en wetenschappers begin mei op tot ‘dringende actie tegen de groeiende gezondheids- en welzijnscrisis als gevolg van overmatig en ongepast socialemediagebruik bij jongeren’. In hun brief gericht aan de Vlaamse en federale regering pleitten ze voor een duidelijker en strenger smartphonebeleid, onder meer in de vorm van een verbod op sociale media voor jongeren onder de zestien jaar. De meeste politici wuiven echter tot op vandaag zo’n verbod weg of verwijzen, net als Macron, naar het Europese niveau om extra regels op te leggen. Daarbovenop dwepen ze met andere halfbakken oplossingen zoals mediawijsheid en sensibilisering. Ondertussen scrollen jongeren vrolijk verder en blijft de een na de andere kwalijke internettrend opduiken. Waarom is het zo moeilijk om sociale media te reguleren? En wie is daar verantwoordelijk voor?

‘Skinnytok’

Dat sociale media en digitale technologieën een impact hebben op de geestelijke en fysieke gezondheid van jongeren en kinderen, is al langer bewezen. De afgelopen tien jaar verschenen talloze studies die aantoonden dat overmatig smartphonegebruik tot een toename van depressies, angststoornissen, eetstoornissen, leerproblemen en slaapstoornissen kan leiden bij jongeren. De trends die de afgelopen maanden op sociale media verschenen, liggen mee aan de oorzaak van die problemen.

Op Tiktok dook bijvoorbeeld rond april de trend ‘skinnytok’ op. Daarin deelden graatmagere meisjes afslanktips en fitnessoefeningen om extreem dun te worden. De filmpjes werden verzameld onder de gelijknamige hashtag. Sommige video’s bevatten weldegelijk legitiem advies, maar heel wat video’s promoten ook eetstoornissen zoals anorexia en boulimie. De Europese Commissie startte daarom al snel een onderzoek naar de Tiktoktrend, waarna het platform het heft in eigen handen nam en de hashtag wereldwijd verwijderde. Maar die ban blijkt onvoldoende, want de skinnytokvideo’s blijven opduiken op sociale media. De hashtag wordt simpelweg omzeild door letters weg te laten, of andere zoektermen te gebruiken zoals ‘skinny’.

Laura Raemdonck (18) kreeg online de skinnytokvideo’s voorgeschoteld. “Wat begon met onschuldige boodschappen zoals meer water drinken, evolueerde al snel naar meer extremere content. Video’s van graatmagere meisjes die oefeningen voortonen om hun smalle taille te behouden of bizar voedingsadvies gaven dat maar nog weinig met echt voedsel te maken had. Toch zag ik die meisjes als rolmodel en spiegelde ik hun gedrag.”

Dat kopieergedrag heeft niet alleen invloed op de eetpatronen van jongeren, maar ook hun mentaal welzijn. “Ik geraakte al snel in een vicieuze cirkel, waar ik niet makkelijk meer uit kon”, vertelt Laura. “Door mijn verwoede pogingen om op hen te lijken, ging ik er mentaal aan onderdoor. Dat vertaalde zich ook naar mijn algoritme op sociale media. Plots kreeg ik video’s te zien met tips hoe ik mezelf kon snijden of hoe ik pijnloos zelfmoord kon plegen.”

“Sommige video’s lijken op het eerste zicht onschuldig eetadvies te geven, maar dat kan vergaande gevolgen hebben voor kwetsbare jongeren, zoals ik ” – Laura Raemdonck (18)

Laura zocht uiteindelijk hulp bij de huisarts. Nu vindt ze dat er strengere controle moet komen op wat er op sociale media verschijnt. Een verantwoordelijkheid die volgens haar zowel bij de sociale mediaplatformen als bij de overheid moet liggen. “Online kan tegenwoordig gewoon alles. Daarom is er nood aan een filter tegen dat soort schadelijke trends. Dat gaat niet alleen over video’s die radicale beelden tonen die niet door de beugel kunnen, zoals de video’s die zelfmoordtips geven, maar ook over subtielere content. Sommige video’s lijken bijvoorbeeld op het eerste zicht onschuldig eetadvies te geven, maar dat kan vergaande gevolgen hebben voor kwetsbare jongeren, zoals ik.”

Ogen op Europa

‘Skinnytok’ is een van de vele soorten problematische content die online circuleert. Fake news, extreem politiek of religieus gedachtegoed, vrouwonvriendelijke uitspraken… Allemaal zijn ze binnen enkele muisklikken terug te vinden op sociale media. Daarbovenop zijn de algoritmes die platformen zoals Tiktok of Instagram gebruiken extreem verslavend.

Over de nood aan meer regulering van sociale media, bestaat daarom maar weinig discussie. Alleen lijken politici daarvoor voornamelijk naar het Europese niveau te kijken. Twee jaar geleden lanceerde de EU bijvoorbeeld de Digital Service Act (DSA), een kaderwet waarbinnen dus nieuwe, aanvullende regelgeving zou kunnen gemaakt worden, met als doel een veilige en transparante online omgeving te creëren. “De DSA verplicht onlineplatformen om zelf risico’s in kaart te brengen, onder andere rond content die schadelijk kan zijn voor jongeren, zoals eetstoornissen of extreem ideologische boodschappen”, vertelt Europa-expert Hendrik Vos (UGent). “Ze moeten ook transparant zijn over hoe hun algoritmes werken en hoe content gepusht wordt. De EU treedt daarbij op als toezichthouder.” Maar Europa heeft niet de macht om de scepter te zwaaien over alles wat er op sociale media gebeurt. Zo kan de EU via de DSA de sociale mediaplatformen bijvoorbeeld niet verplichten om zeer gericht bepaalde soorten inhoud te verbieden. “Wat illegaal is, verschilt van land tot land”, zegt Vos. “Er bestaat wel andere EU-wetgeving en er zijn EU-verdragen waaruit je zaken kan afleiden die algemeen in EU-verband als ‘illegaal’ kunnen worden beschouwd - zoals racisme - maar in essentie gaat het om nationale bevoegdheden. Ook de manier waarop lidstaten de DSA interpreteren en naleven, verschilt van land tot land.”

“Sociale media evolueren enorm snel waardoor je het gevoel zal hebben dat je iets aan het reguleren bent dat intussen al tot het verleden behoort” - Hendrik Vos (Europa-expert, Ugent)

Bovendien vermeldt Vos ook dat de EU een bijzonder logge machine kan zijn, waarbij wetgeving maar traag en stapsgewijs tot stand komt. “Het is niet zo realistisch om te denken dat het op dit moment zou lukken om meteen een heel EU-kader te maken rond soicale media. Ook al zou het dan allemaal wel vlotter te controleren en moeilijker te omzeilen zijn. Sociale media evolueren enorm snel waardoor je het gevoel zal hebben dat je iets aan het reguleren bent dat intussen al tot het verleden behoort.”

Mediawijsheid

Om jongeren en kinderen in ons land effectief te beschermen tegen de gevaren van sociale media, lijkt Europese regelgeving daarom aangevuld te moeten worden met Belgische acties. En ook de naleving van de Europese regels die al bestaan, kan dus beter. De verantwoordelijkheid simpelweg doorschuiven naar Europa is onvoldoende.

“We kijken of er extra initiatieven nodig zijn. Daarvoor gaan we met alle politieke niveaus, relevante partnerorganisaties én jongeren in gesprek” – Cieltje Van Achter (Vlaams minister van Media, N-VA)

De meeste politici erkennen daarom dat bijkomende maatregelen nodig zijn, maar een verbod op sociale media voor jongeren, zoals in Frankrijk, lijken de meeste niet te zien zitten. Ondertussen blijft het afwachten op wat er dan wel uit de bus komt. Het kabinet van Vlaams minister van Media, Cieltje Van Achter (N-VA), zegt dat ze bekijkt of er extra initiatieven nodig zijn op Vlaams, federaal of Europees niveau. “Daarvoor gaan we met alle politieke niveaus, relevante partnerorganisaties én jongeren in dialoog. Ondertussen werken we verder aan een breed gedragen Actieplan Mediawijsheid.” De minister geeft ook aan in gesprek te zijn met de onlineplatformen om de Vlaamse bezorgdheden kenbaar te maken. Maar of die gesprekken zullen uitmonden in extra regulering van onlineplatformen blijft voorlopig onzeker. Ondertussen hanteren de overheden een strategie die inzet op sensibilisering en bewustwording van de online gevaren. Ze rekenen daarbij op de hulp van scholen, ouders en televisieprogramma’s om jongeren mediawijzer te maken. Echter lijkt het louter inzetten op mediawijsheid klein bier tegenover de kracht van de technologiebedrijven. Zoals de experten in hun brief begin mei zelf al aangaven: “Het is net als bij sigaretten: als de overheid er zich niet mee bemoeit, verandert er weinig."

Hebt je nood aan een gesprek over zelfdoding? Bel naar het nummer 1813.

vorige