(Supo.be) Paul Lewis, special projects editor bij de Britse kwaliteitskrant The Guardian, is een fervent twitteraar. Niet alleen gebruikt hij sociale media om nieuws te verspreiden, hij coverde de Londense straatrellen uitsluitend via Twitter. Een aanpak die hem niet alleen naar bronnen bracht die hij nooit alleen had kunnen vinden, maar ook maar liefst 5,5 miljoen lezers naar zijn volledige artikel lokte – een record.

Paul, je bent speciaal naar youngpress.eu afgezakt om met jonge journalisten over het veranderende perslandschap te praten. Hoe hebben sociale netwerken de mediawereld veranderd?
Paul Lewis: ’De internetrevolutie heeft lezers nieuwsgieriger en innovatiever gemaakt. Ze heeft hen leren nadenken en laten ontdekken dat nieuwsgaring veel verder gaat dan hun dagelijkse krant. Ze kunnen zelf kiezen wanneer ze wat lezen en welke bron ze ervoor gebruiken. En het kan allemaal gratis! Dat heeft natuurlijk een enorme invloed op hoe je het nieuws zelf brengt. De feitelijke verkoopcijfers gaan in een steeds diepere val omlaag, maar het lezerspubliek is exponentieel gestegen. Het is dus aan de media om creatief met deze verandering om te gaan en zich op de virtuele lezers te spitsen. Om aantrekkelijke en overzichtelijke websites te bouwen en applications uit te vinden.’

Moet een journalist dan verplicht twitteren om mee te kunnen spelen?
Lewis:
‘Hoewel ik daar maar al te graag volmondig ‘ja’ op zou willen antwoorden, weet ik dat de waarheid genuanceerder is. Iemand die niet op Twitter of Facebook wil zitten, maar zijn bronnen en lezers op een andere manier tot interactiviteit wil stimuleren, is in zijn volste recht. Maar voor je resoluut voor deze aanpak kiest, moet je weten wat je opgeeft. Je kan nieuwe technologieën alleen maar links laten liggen als je het fenomeen ook werkelijk begrijpt. Iemand die nu bij hoog en laag beweert dat hij geen sociale media nodig heeft om een goed stuk te schrijven, kan je vergelijken met een journalist die in de jaren 20 geen telefoon wilde gebruiken of in de jaren 50 later niet op tv wilde komen. Dat klinkt toch op z’n minst wat vreemd.’

Je noemt het digitale tijdperk steevast een gouden tijdperk voor journalisten.
Lewis:
‘In het digitale tijdperk zullen er wellicht minder betaalde journalisten zijn, maar veel meer mensen journalistieke functies vervullen. De zogenaamde citizen journalists zijn overal, zien alles en publiceren via Facebook en Twitter hun ontdekkingen en eigen meningen. Dat de rol van een journalist hierdoor verandert, lijkt nogal logisch. Maar zo drastisch is deze verandering ook weer niet. Journalisten worden al sinds de eerste uitoefening van het beroep de waakhonden van de democratie genoemd. Nu zijn burgerjournalisten en sociale media
hierbij de hulpmiddelen en de journalist is de meester die verworven informatie tegen een juiste achtergrond plaatst’.

Hoe ziet de relatie lezer-journalist er dan in de toekomst uit?
Lewis: ‘Het publiek wil nog altijd dat nieuws op een juiste en evenwichtige manier wordt gebracht door journalisten, maar het wil ook een hoge interactiviteit. De lezers willen deel uitmaken van het verhaal en het op een andere manier beleven. Twitter geeft hun niet alleen inbreng qua nieuwsgaring, maar ook qua nieuwsevaluatie. Fouten worden veel sneller ontdekt en rechtgezet. Hierdoor stimuleren lezers de media tot een grotere correctheid en transparantheid. Hoe kan je nu niet enthousiast zijn over deze veranderingen? Het was nog nooit zo opwindend om journalist te zijn.’

Soms lijkt het alsof ‘check en dubbelcheck’ door al die interactiviteit vergeten wordt.
Lewis:
‘Het is niet omdat de formule verandert, dat de basisfactoren niet meer van toepassing blijven. Ik spreek altijd persoonlijk af met een bron die ik via Twitter heb gevonden en als dat echt niet haalbaar is, verifieer ik zijn identiteit of de waarheid van zijn verhaal op een andere manier.’

Is het voor het publiek ook niet moeilijk om een duidelijke achtergrond te schetsen bij alle tweets die in de wereld worden gestuurd?
Lewis:
‘Wij zullen waarschijnlijk nooit naar een maatschappij evolueren waarin er louter via zulk korte berichten gecommuniceerd wordt. Maar ze zijn wel erg handig. Tijdens de Londense rellen lieten duizenden volgers mij weten waar de ergste gevechten aan de gang waren. Zo kwam ik op plaatsen waar andere journalisten niet eens weet van hadden. Toen er een vliegtuig in de Hudson stortte, was een simpele iPhone foto de wereld al rond gestuurd voor de media ter plaatse waren. En zo zijn er nog vele verhalen die bewijzen dat één persoon op de juiste plaats en de juiste tijd de bron van een groots verhaal kan zijn. Het is aan de journalist om dat verhaal te brengen. Tweets en foto’s mogen niet alleen blijven staan, ze moeten begeleid worden met een goed onderbouwd journalistiek stuk’.

Maar als je er eerst over tweet, is het scoop-gehalte vrijwel onbestaande.
Lewis:
‘De huidige generatie journalisten moet zijn droom naar de perfecte scoop loslaten. Scoops bestaan niet meer. Informatie die machtige bedrijven liever geheim hadden gehouden, wordt nu routinematig online gepubliceerd. Elk interessant artikel dat in de ether verschijnt, staat minuten, soms zelfs seconden later, op een andere website te pronken. De journalist van vandaag moet sociaal, inventief en flexibel zijn om lezers nog te kunnen boeien. De meeste artikels zijn nu eenmaal een resultaat van het overnemen van persberichten en al verschenen stukken. Echt journalistiek werk is er steeds minder’.

Moet de helft van de journalisten in opleiding dan maar een andere studierichting zoeken?
Lewis:
‘Natuurlijk niet, maar ze moeten wel zeker weten waar ze aan beginnen. Vaak hoor je journalisten klagen over het slechte salaris. Maar dat is niet nieuw, journalisten zijn altijd onderbetaald geweest. Doe je het voor het geld en de glorie, stap dan over naar public relations. Zie je jezelf graag nieuws herkauwen en het aan je eigen doelgroep aanpassen, dan vind je ook wel werk. Maar dat betekent niet dat er geen ruimte meer is voor onderzoeksjournalistiek. Heb je een goed idee, dan vind je steeds de nodige fondsen, lezers en bronnen. Stop met jezelf als slachtoffer in een slechtnieuwsverhaal te zien en neem de vele kansen die het internet biedt met open armen aan. Laat de oude rotten zagen over de veranderingen en ontdek de nieuwe media al spelend. Zoek nieuwe formats, bedenk nieuwe invalshoeken, vertel betere verhalen. Maak het internet je collega, in plaats van je vijand.’

YoungPress.eu was een samenwerking van Evens Foundation en StampMedia.
Meer info vind je op de website www.youngpress.eu.
Voor de volledige fotoreportage surf je best naar de bijhorende flickr.

© 2011 - Supo.be - Anneleen Ophoff, foto: Vincent Tillieux