© Helena Vanroose Van der Borght

De UAntwerpen is sinds maandag vier middeleeuwse handschriften rijker. Opvallend is dat er deze keer twee vrouwelijke auteurs tussen zitten. “Een uitzondering voor die tijd”, zegt John Arblaster, directeur van het Ruusbroecgenootschap, dat de manuscripten nu verder zal onderzoeken.

Mensen denken vaak dat vooral monniken middeleeuwse manuscripten schreven, maar ook vrouwen maakten hun eigen werken. De manuscripten zijn belangrijk voor toekomstige onderzoeken. Zo probeert het Ruusbroecgenootschap meer diversiteit in de historische onderzoeken te brengen. “De middeleeuwse geschriften zouden dateren uit de vijftiende en zestiende eeuw en liggen tijdelijk in de universiteitsbibliotheek voor onderzoek”, vertelt John Arblaster, directeur van het Ruusbroecgenootschap.

De middeleeuwse handschriften naast elkaar

Het Ruusbroecgenootschap bestaat sinds 1925 en is gespecialiseerd in de geschiedenis van spiritualiteit in de Lage Landen. “In onze erfgoedbibliotheek bewaren we honderden handschriften en duizenden oude drukken en devotieprenten. De onderzoeksbibliotheek vullen we voortdurend aan met moderne literatuur.”

Zuster Gheertrut
 

Eén van de historische stukken is het vijftiende-eeuws getijdenboek van Zuster Gheertrut Heeldes. De bloemige versieringen in het boek komen overeen met een ander werk. Dat ligt nu in de universiteitsbibliotheek van Groningen. De onderzoekers vermoeden dat beide werken behoren tot dezelfde auteur. De waarde van het boek bedraagt 12.500 euro, de Universiteit Antwerpen financierde de helft ervan.

Door de eeuwen heen zijn de boeken niet altijd in de beste omstandigheden bewaard gebleven. Vaak hebben ze verhoorning opgelopen. “Perkament is dierenhuid en als die niet goed verzorgd wordt, krimpt of verhardt ze”, zegt Arblaster. Leuk weetje: er waren zo’n zestig schapen nodig om een volledig boek te maken en dat duurde ongeveer anderhalf jaar.

Je kunt de collectie bezichtigen in de leeszaal van de Bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap op de stadscampus in Antwerpen. 


Dit artikel werd gepubliceerd door Gazet van Antwerpen op 08/04/2024.

vorige volgende